"Het Zeelandgevoel" (9) Een vesting tegen de tijd Wij dachten aan de zielen van gesneuvelde Spanjaarden. Ze vroeg met de nieuwsgierigheid van een echt mens wat we hier deden, en er ontwikkelde zich een gewone, wat banale vakantieconversatie. Ik herinner leden. Belgisch piloot, motor- en autocoureur, succesvol wielrenner ook nog (als het maar hard ging). 1911 werd zijn gloriejaar, want toen wist hij in 7 uur en precies 18 minuten niet minder dan zeshonderdvijfentwintig kilometer demonstraties stuntvliegen gehouden? Of had de rijke Belg dit land gewoon gekocht? Want rijk was hij, legendarisch rijk, bestond er niet een oud liedje over Olieslagers, iets met 'Als Olieslagers dood is, dan worden we allemaal rijk'? me nog dat ze op de vesting in de verte wees: 'Een rijke historie, meneer, dit land heeft een rijke historie.' Op de kaart zag ik dat zij met haar honden woonde in wat de Olieslagers polder heette. Olieslagers, was dat niet die legendarische vlieger? Jan Olieslagers, in 1883 geboren te Antwerpen, 1942 in Berchem over- in de lucht te blijven: en daarmee was het wereldrecord vliegen van hem. Zou dit stukje laagland naar de hoogvlieger zijn vernoemd? Blaften de honden naar de schim van deze Icarus? En als de polder naar hem heette, was dat dan als eerbetoon aan deze avonturier bedoeld? Of had hij zelf boven deze polder een van zijn onvergetelijke 'Ken jij dat, een of ander liedje over Olieslagers, over als Olieslagers dood is...?' 'Nee.' 'Wat is er?' 'Niets.' 'Is er iets?' 'Niets. Echt niets. Niets om je zorgen over te maken.' 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 6