Munten gevonden in Zeeland! Wat nu? Belang van melding, registratie en determinatie van muntvondsten voor de regionale geschiedschrijving Wil F.H. van Moffl Inleiding In het kader van Zeeland Cultuur- maand september 1992 wordt onder meer de aandacht gevraagd voor de muntvondsten die in Zeeland in de loop der tijd zijn gedaan. Waarom nu aandacht voor geld. Is dat niet wat erg kapitalistisch in een tijd van bezuinigingen. Sommigen zullen het hebben over het slijk der aarde, anderen worden lyrisch bij de gedachte aan wat er met geld niet al te doen valt. Weer een ander zal vooral stil willen staan bij de betekenis die gemunt geld in de loop der tijd voor de mens en de maatschappij heeft gehad. Via de numismatiek, ofwel munt- en penningkunde, kan worden geprobeerd om meerdere facetten van de diamant van de geschiedenis te slijpen en polijsten om dan via lichtbreking een deel van ons verleden te kunnen spiegelen. Als fervent numismaat heb ik een sterke hang naar de monetaire geschiedenis in relatie tot de economische en sociale omstandig heden. Het gemunt geld is een belangrijk facet van de diamant die onze geschiedenis is2. De voorbije eeuwen zijn er vele duizenden vondsten van een of meer munten gedaan die in het circuit van particuliere en openbare collecties terecht zijn gekomen. In Zeeland zijn er verscheidene musea die een min of meer grote collectie munten bezitten die soms voor een deel afkomstig zijn uit Zeeuwse muntvondsten. In deze bijdrage wordt de weg van gevonden munten gevolgd vanaf het moment van vinden tot en met de registratie en determinatie ervan; vervolgens wordt stilgestaan bij de muntvondsten die uit Zeeland bekend zijn en tenslotte wordt ingegaan op de betekenis van muntvondsten en munten als historische bron. Er wordt niet in extenso ingegaan op alle onderdelen afzonderlijk, daarvoor is de ruimte te beperkt. In de loop van de voorbije eeuwen is een behoorlijk aantal vondsten bekend geworden. Hierbij dient echter wel de relativerende opmerking te worden geplaatst dat zeker een groot aantal vondsten nooit bij verzamelaars of instellingen bekend is geworden. Bij de redenen hiervan wordt later kort stilgestaan. Vaak wordt bij in de bodem gevonden munten aan spectaculaire vondsten als die van Serooskerke in 1966 of recentelijk die van Veere gedacht. Uit historisch oogpunt kan in feite elke munt hoe klein of beschadigd ook inzicht verschaffen in het gebruikte geld en het verspreidingsgebied van diverse kleinere denominaties zoals duiten, stuivers en dubbeltjes. Wie van ons kent niet de sensatie wanneer zo maar op straat, in de tuin, op het land, op het strand iets schitterends wordt gevonden dat bij nader inzien een dubbeltje of een kwartje blijkt te zijn. Bij het omspitten van de bodem stuit men soms op een potje, graaft scherven op van tegeltjes, haalt een tinnen soldaatje naar boven, enzovoorts. Slechts een enkeling is het vergund om de vondst van zijn leven te doen. Het is eigenlijk altijd toeval dat ons oog op dingen valt die we niet vanzelfsprekend vinden; onbekend maakt vaak onbemind, anders kan natuurlijk ook: onbekend maakt nieuwsgierig. De pot waarin de zilveren munten van de schatvondst van Serooskerke uit 1979 verborgen waren. Foto: Museum De Vierschaar. 143

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 35