Munten gevonden in Zeeland! Wat nu? blijkens recente muntvondsten in graven bij de restauratie van kerken in Nederland tot zeker in de vijftiende eeuw van onze jaartelling doorgegaan7. Dit is opmerkelijk omdat deze gewoonte door christenen als een heidense werd beschouwd en voor namelijk in polytheïstische godsdiensten zou voorkomen. Uit deze vondsten kan voorzichtig worden afgeleid dat blijkbaar sommige gewoonten vele generaties blijven voortbestaan nadat nieuwe maatschappelijke ontwikke lingen in gang zijn gezet. In de cultuur sociologie zou men spreken van 'cultural lag'. Vanuit de cultuurgeschiedenis zou men aandacht kunnen hebben voor het facet van de haardracht door de eeuwen heen. Munten zijn dan vaak de enige betrouwbare bron die ons ter beschikking staat. Vooral de Romeinse keizerportretten uit de eerste drie eeuwen van onze jaartelling bieden in dit opzicht een rijke oogst, niet in het minst vanwege de vooral op het eind van het Westromeinse Rijk veelvuldig voorkomende machtswisselingen, lees moorden, van Romeinse keizers. Ook kan zelfs het modebeeld binnen de regeringsperiode van één vorst worden gevolgd wanneer die geruime tijd regeerde; de haartooi verandert dan met het modebeeld. De vanouds grote belangstelling van het publiek, zowel van leken als van wetenschappers, voor de vondsten uit de Romeinse periode heeft een zodanig grote hoeveelheid vondst materiaal opgeleverd dat daaruit bijvoorbeeld voor Zeeland de verbreiding van de Romeinse cultuur kan worden gepreciseerd. Kijken we naar de betekenis van munten in onze contreien dan zijn het vooral de middeleeuwse munten die ons helpen een beter beeld van het verleden te krijgen. Na de ineenstorting van het Westromeinse Rijk in de tweede helft van de vijfde eeuw wordt in West-Europa de agrarische samen levingsvorm, gekenmerkt door ruil, dominant. De zogenaamde donkere Middeleeuwen doen hun intrede. Het donkere zit hem dan voornamelijk in het ontbreken van geschreven bronnen waardoor erg weinig van de periode tot globaal de negende eeuw bekend is. Voor meer inzicht in de leef-, woon- en werkomstandigheden zijn we vooral aangewezen op allerlei artefacten waaronder munten. In deze tijd zijn de belangrijkste handelssteden bijvoorbeeld Dorestad, waar naar men aanneemt tevens munt is geslagen, en wellicht nog de plaats die vóór het huidige Domburg heeft gelegen. Het zijn nu juist de munten die ons verder moeten helpen om het gebrek aan geschreven en andere bronnen te compenseren tezamen met de overblijfselen van de gebouwde omgeving8. In het algemeen dragen gevonden munten, of het nu om losse exemplaren gaat dan wel om schatvondsten of vondstcomplexen, bij tot inzicht in de variatie van de geldomloop in een bepaalde periode. Mede aan de hand van het vóórkomen van gemunt geld uit andere gewesten of landen kan een maatstaf worden ontwikkeld voor de bedrijvigheid in een provincie. Voor een goed begrip is melding van elke vondst noodzakelijk, zeker wanneer het gaat om de Middeleeuwen. De munten uit de latere perioden, met name de negentiende en twintigste eeuw worden nu nog weinig interessant gevonden omdat we over de munt- circulatie veel meer systematische gegevens hebben. De revival van de interesse voor de Middeleeuwen zal het effect op het bestuderen van de monetaire geschiedenis naar verwachting niet missen. Daarnaast staan ons vooral dankzij de computer vele mogelijk heden ten dienste om zeer verspreid aanwezige vondstgegevens te koppelen aan andere relevant geachte feiten. Het valt te verwachten dat in de komende jaren onze kennis over muntcirculatie en de betekenis die daaruit kan worden afgeleid voor het economische en sociale leven behoorlijk zal toenemen. Daarbij moet worden gehoopt dat iedereen die munten vindt deze ook zal melden om daarmee diamantpoeder aan te reiken voor het polijsten van de monetaire facetten van de Nederlandse geschie denis in het algemeen en de regionale geschiedenis in het bijzonder. 2 Voor het verkrijgen van enig inzicht in het belang van Zeeuwse muntvondsten en de betekenis van de numismatiek kan worden verwezen naar de volgende werken: Boersma, J.S. "The Roman coins from the Province of Zeeland". In: 'Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek', jg. 17 (1967) pp 65-97 Gelder, H.E. 'De Nederlandse munten', Aula (Utrecht, Antwerpen 1980) Gelder, H.E. en J.S. Boersma 'Munten in munt vondsten', Fibula-Van Dishoeck (Bussum 1967) Jacobi, H.W. en J.P.A. van der Vin 'Muntvondsten in Nederland' (Den Haag 1983) Man, M.G.A. "Que sait-on de la plage de Dombourg?". In: 'Tijdschrift van het Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde', jg. 7 (1899) pp 6-6185-116, 153-173 Pol, A. 'Muntvondsten uit 19 eeuwen', Koninklijk Penningkabinet (Den Haag 1984) Toussaint, I. en E.J. van Ginkel 'Schatten in de bodem! Zeeuwse muntvondsten', De Koperen Tuin (Goes 1992) 3 Van Gelder en Boersma, pp 5-15 4 Pol, pp 35-36 5 Deze paragraaf is gebaseerd op de gegevens over schatvondsten van het Koninklijk Penningkabinet en de opgave van vondsten in de publicatie van Van Gelder en Boersma (pp 112-114). 6 Rethaan Macaré, C.A. 'Verhandeling over de bij Domburg gevonden Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere Munten (Middelburg 1838) en idem, Tweede verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische en andere Munten (Middelburg 1856). Als overdrukken uitgegeven in de reeks Zeeuwse Studiën, nrs. 5 en 6 (Middelburg 1992). Terzijde wordt opgemerkt dat de heruitgave van beide negentiende-eeuwse werkjes aangeeft dat in de numismatiek oudere werken lange tijd hun betekenis kunnen blijven behouden, vooral dankzij de gedegen bewijsvoering van de auteurs. 7 Drie skeletten uit sarcofaag Aardenburg geïdentificeerd; O.L. Vrouwekerk stond aan Beekmanstraat. Bericht in De Stem, 9 juli 1992. 8 Een voorbeeld hiervan vormt de in 1991 gedane vondst van negende-eeuwse munten in het Friese dorpje Tzummarum. Zie A. Pol, 'Spectaculaire schatvondst uit de 9e eeuw'. In: De Beeldenaar jg 16 (1992), pp 66-71 'Schatten in de bodem! Zeeuwse muntvondsten' is tevens de titel van de begeleidende publikatie, geschreven door Iris Toussaint en Evert van Ginkel en uitgegeven door De Koperen Tuin te Goes. NOTEN 1 Mijn dank gaat uit naar drs. A. Pol en drs. W.H.P. Scholten voor hun bijdrage aan dit artikel. 146

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 38