De appel op weg naar milieuvriendelijker teelt B.A.J. van der Wouw Inleiding Wij worden steeds milieubewuster. De bezorgdheid voor ons leefmilieu wordt al lang niet meer alleen uit gedragen door een handjevol milieu activisten. Het onderwerp milieu vervuiling staat al weer een aantal jaren hoog genoteerd op de politieke agenda's. En via postbus 51 -mededelingen worden we er op gewezen dat bewust omgaan met het milieu bij jezelf begint. Je moet minder verspillend met energie omgaan, je moet de auto economischer gebruiken, of zelfs een dagje laten staan. Je moet veel bewuster consumeren. Geen gelode benzine, maar milieuvriendelijker ongelode benzine in je tank stoppen. Nu de consument zich gevoelig toont voor milieuaspecten van produkten zijn ook producenten op zoek naar manieren om de milieu-vriendelijkheid van hun produkten aan te prijzen. Niet alleen is van belang dat produkten milieuvriendelijk zijn, ze moeten ook nog milieuvriendelijk geproduceerd worden. De appel is evenals veel andere agrarische produkten een voorbeeld van een artikel dat op zichzelf milieu vriendelijk is, maar waarvan men weet dat bij de produktie nogal wat gif wordt gebruikt dat schadelijk is voor gezondheid en milieu. De relatie tussen de appel en gezondheid wordt gepropageerd met slogans als 'Snoep verstandig eet een appel' en 'Heb je tussendoor trek dan pak je een gezonde snack' (Hagg 1990). Het gebruik van bijvoorbeeld groei- regulerende middelen als Alar hebben echter al een forse discussie uitgelokt en kunnen het gezonde, veilige imago van de appel sterk onder druk zetten. Je bijt niet achteloos in een appel. Voor je hem eet was je hem eerst grondig. De Structuurnota Landbouw zegt het volgende over de ontwikkelingen in het consumentengedrag: 'De consument krijgt steeds meer aandacht voor de relatie tussen voeding en gezondheid, maar tegelijkertijd blijft de smaak van een voedingsmiddel zeer belangrijk. Hij zal in het algemeen bezwaar maken tegen het gebruik van allerlei kunstmatige hulp- en smaakstoffen in de voeding' (Min. v. Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 1990, p. 40). De fruitteler en de milieu doelstellingen van de regering Het huidige verbruik aan gif in de fruitteeltsector inclusief de vrucht boomteelt wordt geschat op 470 ton (20 kg per ha), waarvan meer dan de helft voor rekening komt van fungiciden. De overheid dringt via het meerjaren plan gewasbescherming aan op produktiemethoden die minder afhankelijk zijn van chemische middelen, waarbij minder chemicaliën worden gebruikt en die een geringere uitstoot van milieuonvriendelijke stoffen tot gevolg hebben. De doelstelling van de overheid is om via geleide en geïntegreerde bestrijding tot geïntegreerde bedrijfs systemen te komen waarbij de milieu belasting veroorzaakt door chemische bestrijdingsmiddelen sterk vermindert. Het gebruik van fungiciden, insekticiden en acariciden zou volgens het meerjarenplan gewasbescherming tot de helft moeten zijn teruggebracht in het jaar 2000. De gifspuit moet veel voorzichtiger gebruikt worden. Door betere waarneming en het hanteren van schadedrempels kan veel over bodig spuiten worden voorkomen. Het spuiten kan ook worden terug gedrongen door chemische bestrijdingsmiddelen te vervangen door biologische bestrijdingsmiddelen. De biologische bestrijding van insekten door middel van geïntegreerde plaag- bestrijding wordt op dit moment door de fruittelers massaal omarmd. Zeker twee derde van de fruittelers houdt zich hiermee bezig. De uitstoot van insekticiden naar het milieu kan daarmee drastisch worden terug gebracht. Uit voorhanden zijnde literatuur wordt echter niet duidelijk wat nu precies de besparingen via geïntegreerde bestrijding zullen zijn, en of daarmee de doelstellingen van het meerjarenplan gewasbescherming gehaald kunnen worden is twijfelachtig (Heines 1991). De belangrijkste milieubelasting door de fruitteelt wordt namelijk niet veroorzaakt door bestrijding van insekten, maar door de bestrijding van ziekten met name veroorzaakt door schimmels. Lössbroek en Elema (1991 stellen derhalve dat de winst voor het milieu vooral gehaald moet worden uit verlaging van het gebruik van schimmelbestrijdingsmiddelen. Genoemde methoden daarvoor zijn betere spuittechnieken, curatieve bestrijding van schurft vóór de bloei en geleide bestrijding van schurft en meeldauw na de bloei. Resistente appelrassen De grote klap moet echter komen van het gebruik van schimmelresistente rassen. De verwachting van Lössbroek en Elema (1991) is echter dat die pas op de langere termijn beschikbaar komen. Toch zijn resistente appelrassen sterk in opkomst. Na jarenlang genetisch onderzoek lijken enkele ontwikkelingsinstituten in Europa nu zover dat een aantal rassen het ontwikkelingsstadium vrijwel is ontgroeid en daarmee produktierijp. Veelbelovend lijken de resistente rassen afkomstig uit voormalige Oostbloklanden. Voor deze landen waren de in het Westen veelgebruikte bestrijdingsmiddelen erg duur. Zij zijn daardoor zeer intensief bezig geweest met het ontwikkelen van resistente rassen die het gebruik van bestrijdings middelen overbodig zouden kunnen maken. Momenteel lijken zij daarom een duidelijke voorsprong te hebben op Westerse landen in de ontwikkeling van milieuvriendelijker te telen appels. Fruitteelt in Zeeland In Nederland wordt op ongeveer 22.000 ha grond fruit geteelt. Zeeland is na Gelderland de provincie met het grootste areaal aan grond waarop fruitteelt wordt bedreven. Het gaat daarbij om meer dan 4.000 ha grond. De produktie-omvang van de fruitteelt op de Zeeuwse grond bedraagt de helft van de totale produktie in de Zeeuwse tuinbouw en 11 van de gehele Zeeuwse landbouw. Het belangrijkste fruitteeltprodukt is de appel. Er zijn in onze provincie bijna 650 fruitteelt- bedrijven en in economisch opzicht is 171

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 19