Grepen uit de geschiedenis van de kunst in Zeeland (lil) Marinus van Reymerswael, Pachters der accijnzen, 97 x 63 cm; Bologna, Pinacoteca Comunale. gestelden zijn als kniestukken gegeven, driekwart frontaal naar rechts, de beschouwer aanziende. Willem I, gekleed in een tabberd met gouden tressen, het hoofd gedekt door een kalotje, staat tegen een groengrijze achtergrond naast een tafel waarop een perkament ligt met uithangend zegel. Als een post mortem uitgevoerd portret is het een wat mat uitgevoerde beeltenis, waarbij Miervelds doek (Rijksmuseum) of een tekening van Cornelis Visscherten voorbeeld kan hebben gediend. Van den Queeckborns portret van Willem I toont overeenkomst met dat in de Universiteit te Leiden, in 1598 door Prins Maurits geschonken (mogelijk is dit eveneens van dezelfde schilder). De beeltenis van Prins Maurits in Arnemuiden doet directer en "levender" aan, lijkt met meer geest en animo geschilderd. Ik vermoed dat Van den Queeckborn voor dit conterfeitsel studies naar het leven heeft mogen maken toen Maurits met de Graaf van Leicester en gevolg in 1587 Arnemuiden bezocht (de uitgaven voor hun maal tijden en verteringen vond ik in de Stadsrekeningen van 1587 genoteerd). Misschien dateert de eerste ontmoeting van de Oranjevorst met zijn latere hofschilder van dit bezoek. In dat rechtstreeks contact zou de verklaring liggen waarom Maurits' portret treffender werd, ondanks enkele onvolkomenheden. Jeugdig is Maurits' portret, zowel om de leeftijd van de afgebeelde als om de geest waaruit het werd geschilderd. Het gezicht is jongensachtig pril, de blik meer die van een dromerige knaap dan van een geducht veldheer. Het lichte groengrijs van de achter grond, de blankheid van handen en gelaat, het goudgeel van de brokaten pofbroek, de goud-glimmeringen en licht, reflexen in het borstkuras, het fleurige wit van plooikraag, hozen en manchetten en in de verderbos, - dit alles vormt het blonde koloriet dat in Maurits' portret het elemant van jeugd versterkt. Marinus van Reymerswael Belangrijker is Marinus van ReymerswaeP, die waarschijnlijk omstreeks 1490 in de destijds bloeiende stad Reimerswael geboren werd. Zijn vader Claes van Ziericsee wordt in 1475 als vrijmeester van het St. Lucasgilde te Antwerpen genoemd4. De zoon geldt als een exempel van de eigengereidheid van de Zeeuwse Calvinisten: hij - een schilder! - zou, volgens Friedlander en Hoogewerff daadwerkelijk deelgenomen hebben aan de Beeldenstorm in Middelburg in 1566. Ten bewijze haalt de laatste de "Tweede Eeuwgedachtenis der Middelburgsche Vrijheid" aan5, waarin Adrianus 's-Gravezande verhaalt hoe 176

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 24