Duitse bunkers op Walcheren
Plan voor Atlantikwall Museum bij Koudekerke.
A. van den Houten
De plannen zijn klaar. Het is alleen nog
een kwestie van geld. Als dat er
eenmaal is, heeft Zeeland er een
museum bij. Een museum over de
Atlantikwall, de verdedigingslinie die
de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog
langs de Atlantische kust aanlegden.
Van deze linie is vooral op Walcheren
veel bewaard gebleven. Als het aan de
Stichting Atlantikwall Museum
Walcheren ligt is de opening van het
museum op 5 mei 1995. Of eerder al,
in november 1994, veertig jaar na de
bevrijding van Walcheren.
Bouw en sloop
van de Atlantikwall
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
vormde het grootste gedeelte van de
Europese Atlantische kust de westgrens
van Hitiers Derde Rijk. Om deze grens
te beschermen tegen een geallieerde
invasie legden de Duitsers in zeer
korte tijd een verdedigingslinie aan.
Van 1942 tot 1944 werden, over een
lengte van 5000 kilometer, van de
Noordkaap van Noorwegen tot aan
Biarritz aan de Spaans-Franse kust,
duizenden verdedigingswerken
gebouwd. Met behulp van enorme
hoeveelheden beton, staal en andere
bouwmaterialen en door de inzet van
een leger aan arbeidskrachten werd
het kustgebied volgezet met bunkers,
geschutsopstellingen en andere
verdedigingswerken. Deze vormden
gezamenlijk de Atlantikwall, die
invasies vanuit zee moest weerstaan.
Rond de havensteden was de
verdediging het sterkst. Deze waren
ook in het achterland van verdedigings
werken voorzien, teneinde aanvallen in
de rug te kunnen afslaan. Zo ook
Vlissingen. Deze stad werd door de
Duitsers uitgebouwd tot een ware
vesting. Naast de zware kustverdediging
lag er landinwaarts een groot aantal
bunkers als een ring om de stad heen,
met elkaar verbonden door middel van
een anti-tankgracht en
'Höckerhindernisse'. Het laatste is
misschien beter bekend onder de
naam Drakentanden. De hindernis
bestond uit grote betonnen 'tanden' die
vijandelijke tanks de weg moesten
versperren. Behalve Vlissingen was
trouwens de hele kust van Walcheren
Zo moet het museum er uit gaan zien.
Foto: John Siwabessy.
en Zeeuws-Vlaanderen extra zwaar
verdedigd. Dit gebied was ook nu weer
van strategisch belang vanwege de
ligging aan de monding van de
Schelde, de toegangsroute naar de
haven van Antwerpen. De dijken en
duinen stonden vol met bunkers en
geschutsopstellingen.
Na de oorlog zijn grote delen van de
Atlantikwall verdwenen. Dat kon
verschillende oorzaken hebben. Veel
bunkers die direct aan de kust in de
duinen lagen, kwamen als gevolg van
duinafslag op het strand te liggen en
moesten worden gesloopt. De bunkers
die landinwaarts rond de steden lagen
werden opgeslokt door de zich
uitbreidende steden en afgebroken.
Direct na de oorlog werden er ook
gelden beschikbaar gesteld, onder
andere door Defensie, om die 'lelijke
nare dingen' die aan de oorlog deden
herinneren op te blazen.
Bij Vlissingen is verrassend veel intact
gebleven. De verdedigingslinie aan
landzijde lag zo ver het binnenland in
dat de stad er nooit buiten is gegroeid.
Hierdoor is een situatie ontstaan die
uniek is voor Europa. Een groot aantal
bunkers is nog aanwezig, evenals een
gedeelte van de anti-tankgracht en
stukken Höckerhindernisse.
Op Walcheren is dan ook een goed en
compleet beeld te zien van een
gedeelte van de Atlantikwall. Nergens
in Europa zijn er zoveel bunkers bijeen
in hun onderlinge complexiteit te zien.
Behoud van de bunkers
In 1986 dreigde een gedeelte van de
vestingwerken op Walcheren te
verdwijnen. Het Waterschap wilde een
aantal bunkers, die op het grondgebied
van de gemeente Valkenisse staan,
slopen. Op dat moment kwam
burgemeester Plomp in actie. Hij zag
de historische waarde in van de
pakweg 45 bunkers, de tankgracht en
de Höckerhindernisse die zich in
Valkenisse bevinden. Met steun van
vele instanties en deskundigen uit het
hele land wist hij de voorgenomen
sloop te voorkomen.
Maar het bleef niet bij deze ene actie.
Plomp had inmiddels medestanders
ontmoet in zijn strijd om het behoud
van de bunkers. Een en ander leidde
vorig jaar tot de oprichting van de
Stichting Expositie en Documentatie
Walcheren 1940-1945. De stichting
stelde zichzelf drie doelen: het behoud
van de aanwezige bunkers, de aanleg
182