Duitse bunkers op Walcheren Bunker met kustgeschut bij Dishoek. De ingang van het museum wordt een kopie van het aanzicht van deze bunker. Foto: Bundesarchiv Koblenz. schade inhalen. Er zal veel aandacht worden besteed aan de landing, de bloedige strijd in de duinen van Walcheren en de inundatie. Het gebouw waar dit alles te zien zal zijn is ook al ontworpen. De ingang van het museum zal een kopie worden van het aanzicht van de inmiddels afgebroken geschutsbunker bij Dishoek, een van de meest fraaie bunkers die op Walcheren heeft gestaan. De 'bunkeroloog' Hans Sakkers is nauw betrokken bij de plannen voor het museum. Al heel jong werd hij gefascineerd door de bunkers. Van graven in de duinen van Walcheren werd het graven in de archieven in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Nederland, met als resultaat een zestal boeken over de Atlantikwall. De Wall is volgens hem een van de meest imposante verdedigingswerken die de mensheid ooit heeft gebouwd. Naast interesse voor de architecto nische en militair-historische aspecten van de Atlantikwall, heeft hij vooral ook belangstelling voor het dagelijks leven van de Duitsers die de verdedigings werken bemanden. Hij wijst erop dat vaak vergeten wordt dat de gewone Duitse soldaat ook veel leed heeft gekend. Dat geldt ook voor de bemanning van de bunkers. Die moest dan wel niet vechten maar zag wel elke avond de geallieerde bommen werpers met hun dodelijke lading richting Duitsland vliegen. Vaak kregen ze bericht dat familieleden bij bombardementen of aan het front waren gesneuveld. Velen konden het wachten, de onzekerheid en het verdriet niet aan en pleegden zelfmoord. Het is zeker de bedoeling dat de menselijke tragedie van de oorlog naar voren komt. Er moet een duidelijke waarschuwing van het museum uitgaan. Is dat te combineren met een bewondering voor de Duitse vesting bouw van de Tweede Wereldoorlog? Plomp en Sakkers vinden van wel. "De bunkers zijn een zichtbare herinnering aan een van de meest ingrijpende perioden uit de 184

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 32