p! HHI "Er vielen onnodig veel slachtoffers, vooral onder landarbeiders" MEK Ooltgensplaat drie dagen zorgvuldig door te nemen. Slager houdt tweehonderd interviews, een groot deel daarvan in het Zeeuws, 'want het moest een thuiswedstrijd voor ze zijn'. Zelfs het uittikken ervan geeft hij niet uit handen. 'Als je zo'n boek maakt, moet je niets aan derden overlaten. Het zoeken van geschikte kandidaten, het verzamelen van adressen, het verwerken van het materiaal, ik heb het allemaal zelf gedaan. Het voordeel daarvan is dat je goed in het onderwerp komt, dat je het materiaal van a tot z in je vingers krijgt. Bovendien ken je alle verhalen uit een bepaald dorp zodat je kunt doorvragen tot je een bevredigend antwoord hebt.' Ongeloof en aarzeling Het resultaat is een boek dat ondanks zijn lengte - ruim vierhonderd pagina's - geen moment verveelt. Het eerste deel begint op zaterdagmiddag en eindigt op dinsdag, twee dagen na de watersnood. In het tweede deel gaat Slager dieper in op enkele aspecten van de ramp, die niet in de chronologie van de eerste drie dagen passen. Zo zijn er onder meer hoofdstukken over de rol van de militairen, de evacuatie, de dijken en het geloof. Ongeloof en aarzeling begeleiden de ramp vanaf het eerste uur. Zaterdagmiddag kwart voor zes meldt het KNMI: 'gevaarlijk hoog water'; hóe gevaarlijk, dat wordt de eenvoudige radio-luisteraar niet duidelijk, schrijft Slager. Want een uitdrukking als 'zeer gevaarlijk hoog water' kent het KNMI niet. Ter plaatse menen veel mensen dat het niet zo'n vaart zal lopen. Als het 209

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 11