'Er vielen onnodig veel slachtoffers, vooral onder landarbeiders"
water bij eb al bijna over de kade komt,
zegt een agent tegen een bezorgde
brandweerman: 'Och, opper, dat geeft
niks. Want hoe minder water er
wegloopt, hoe minder er ook komt.' Zelfs
als het water bijna op zijn hoogst staat,
weigeren sommige bestuurders iemand
te waarschuwen, bang als ze zijn om
nog jaren te worden uitgelachen
vanwege een onnodig alarm.
'Op heel veel plekken', zegt Slager,
'hebben mensen op de dijken gestaan
en het water zien stijgen, per kwartier
zoveel centimeter. Dat het over de
dijken zou komen, was mathematisch
zeker. Toch dachten ze: misschien
houdt het wel op, laten we het nog even
aanzien. Ik kan me dat zo goed
voorstellen: je staat erbij, je kijkt ernaar,
maar je kunt het niet geloven. Je denkt:
ons zal dat niet overkomen. En dan zijn
er een paar mensen, harde jongens
vaak, stropers, ex-verzetstrijders, maar
ook veel brandweerlieden die beseffen
dat er niet gedraald mag worden. Ze zijn
gewend in extreme situaties op te
treden en absoluut niet bang om fouten
te maken. Helaas waren er te weinig
van zulke mensen.'
Snippers grond
Slager komt uit een arbeidersfamilie.
Zijn opa en zijn vader waren beiden
landarbeider. Bij de herverkaveling na
de ramp blijven er op verschillende
plaatsen rondom Scherpenisse stukjes
land over, die zijn vader kan pachten.
'Een beetje slim boeren op die snippers
grond, dat was wat hij deed', zegt Slager
trots.
In de tijd dat zijn vader kleine
zelfstandige wordt, schrijft Slager
verhalen voor de jongerenpagina van
de krant die thuis gelezen wordt: Het
Vrije Volk. Zo komt hij in de journalistiek
terecht. Deze krant stuurt hem naar
Utrecht, Nijmegen, Maastricht en
uiteindelijk naar Rotterdam. 'De directie
vond dat we dé krant van Rotterdam
moesten worden. Arbeiders lazen Het
Vrije Volk al, dus ik moest de rest naar
de mond gaan schrijven. Daar had ik
geen trek in. Ik nam ontslag en keerde
terug naar het land van mijn gelukkige
jeugd.'
Slager werkt een tijd voor Nieuwe
Revue. 'Van de sandwichformule sex-
sensatie-socialisme deed ik de laatste
categorie.' Ook maakt hij programma's
voor VARA-radio. Bij die omroep komt
hij al gauw in conflict met wat hij 'de
baasjes' noemt: 'Bonzen als Kloos, voor
wie ieder verkeerd woord over de PvdA
of het kabinet Den Uyl er één te veel
was.' Wonend in Zeeland krijgt hij
rechtstreeks te maken met de gevolgen
van de ramp. De overheid wil de
Oosterschelde indammen. Voor Slager
reden de actiegroep Oosterschelde
Open op te richten. 'Met die dam zou
het hele leven uit de Schelde
verdwijnen. En dat, vond ik, mocht nooit
gebeuren. We hadden het geluk dat
onze actie precies in een milieugolf viel.
Onze eisen kregen in het hele land
respons.'
Het item Oosterschelde keert regelmatig
terug in het VPRO-radioprogramma
Embargo, waaraan Slager inmiddels is
verbonden. Voor het geschiedenis
programma Het Spoor Terug van
dezelfde omroep maakt hij in 1986 een
serie over de ramp van 1953.
Landarbeiders over boeren
In het boek De ramp. Een reconstructie
zijn thema's uit dat programma nader
uitgewerkt en aangevuld met nieuwe
onderwerpen. Mensen die de ramp
meemaakten komen veelvuldig aan het
woord. Zo citeert Slager in het hoofdstuk
over de Oranjes iemand die opgetogen
uitroept: 'Juliana stapte uit en duwde
mee', en opent het hoofdstuk over de
communistische hulp met het citaat: 'In
niets hebben zij zich onderscheiden van
hyena's.' Duidelijk blijkt ook dat de
eerste dagen na de ramp de normen en
waarden van het normale leven ontoerei
kend zijn. 'Er gebeurden soms dingen',
zegt Slager, 'waarvan je achteraf niet
weet of je erom moet lachen of huilen.
Iemand van een lijkenploeg vertelde me
hoe hij met zijn makkers een keer een
dood varken in een kinderwagen stopte.
Ze trokken het beest lijkkleren aan,
zetten het een paraplu op en reden zo
het dorp binnen. "Dat werk met die
lijkenploeg", verklaarde hij, "kon je bijna
niet doen bij je volle verstand".'
'Maar er waren ook mensen wier
gedrag werkelijk niet door de beugel
kon. Bijvoorbeeld een middenstander in
Ouwekerk die stond te kijken hoe een
boerderij in elkaar zakte en zei: "Van
die mensen heb ik nog vijfhonderd
gulden tegoed." Of een schoenwinkelier
die weigerde een meisje op de bon
schoenen te geven omdat er nog een
rekening van haar ouders stond. En dat
terwijl haar hele familie was
verdronken.' Ook op het gedrag van de
boeren was volgens Slager destijds veel
aan te merken. Ze zouden meer schade
hebben opgegeven dan ze in werkelijk
heid hadden geleden. Bij het herstel van
de dijken lieten ze het meestal afweten.
'Die rothoeren zie je niet', zeiden de
arbeiders die het werk opknapten.
'Ik heb in mijn boek', zegt Slager,
'landarbeiders aan het woord gelaten,
om ze te kunnen laten klagen over de
boeren. Die waren hier de baas, ze
zaten in het gemeentebestuur, in dat
van de kerk, de school en de diaconie.
Boeren bestuurden ook de polders, ze
waren dus dijkgraaf. En in die functie
hebben ze het erg laten afweten of hele
dubieuze beslissingen genomen.'
Dat onder landarbeiders de meeste
slachtoffers zijn gevallen, steekt Slager
nog altijd. 'Zij woonden in bouwvallige
huisjes, die al een paar uur na de
overstroming instortten. In Stavenisse,
Oude Tonge en elders zijn hele rijen
arbeidershuisjes weggevaagd door het
water.' In totaal zijn er 1649
arbeidershuisjes verwoest, 15 kleine
boerderijen, 14 middenstandswoningen,
8 grote boerderijen en één grote
woning.
Voor velen in zuidwest Nederland is de
ramp bepalend geweest voor hun
verdere levensloop. Slager vertelt over
een man die alleen achter blijft met twee
jongere broers van dertien en veertien.
Zijn vriendin is achttien. Om weer iets
van een gezin te krijgen, besluiten ze
maar te trouwen. 'Die man wilde
absoluut niet praten, zijn vrouw
uitsluitend over de ramp zelf en niet
over het voortijdige moederschap of het
vroege huwelijk.'
'Over de ellende van de ramp, wordt
hier niet veel gesproken', zegt Slager.
'Iemand van het RIAGG zei onlangs: "Ik
zit hier al vijftien jaar en ben nog nooit
tegen trauma's van de ramp aange
lopen. Het is niet voorgekomen dat
mensen daarmee naar ons toe
kwamen." Dan zitje midden in het
rampgebied en zie je hoe iedereen het
in zichzelf begraven heeft. Mijn boek is
niet bedoeld om mensen opnieuw in
venwarring te brengen. Het is
geschreven om helderheid te krijgen.
Want dat verhaal van de ramp als totaal
onvoorzien, dat was mij te simpel.'
Kees Slager, De ramp.
Een reconstructie, De Koperen Tuin,
Goes, 49,90; gebonden 65,—.
210