'De Schoone Waardin" in gesprek met Daan Manneke bijzonder geïnteresseerd geweest in muziekbeoefening door amateurs. A.: Ja, dat was ook een beetje door de praktijk, want ik wilde gewoon graag aan het werk en ik wist nog niet zoveel. Toen vond ik amateurs, die gek genoeg waren om die dingen mee te doen, die ik wilde doen. En ik had altijd vreselijk leuke amateur-musici om me heen. Ik verzon allerlei dingen en zij waren er gewoon bij. Zo rolde je van het een in het ander en daar heb ik nogal wat bemoeienissen mee gehad. Ik vond en ik vind nog steeds, dat amateurs dikwijls een soort onbevangenheid hebben die heerlijk is om mee te werken. Misschien niet met al die professionele mogelijkheden uitgerust, zoals vakmensen die hebben, maar behept met een enthousiasme dat vakmensen soms niet hebben. Zeker in de zestiger jaren. Nu is het anders, hoor. Nu kun je op ieder niveau uitstekende dingen doen. V.: Wij willen straks iets laten horen van een van uw c.d.'s. Het heet "Archipel 4" en is gebaseerd op een tekst van Hans Warren. Ik kan me voorstellen, dat wanneer mensen niet zo vertrouwd zijn met moderne, serieuze muziek u ze misschien een klein beetje kunt uitleggen, hoe ze daar naar zouden kunnen luisteren. A.: Warren heeft me altijd gefascineerd door z'n hele rijke poezie. Daar zit een oriëntaals idee achter, heel beeldend. Dus toen ik die opdracht kreeg van het Middelburgs Kamerkoor was het voor de hand liggend dat ik in ieder geval bij Warren begon, ook omdat het verzoek er lag Nederlandse teksten te gebruiken. En daar vond ik heel duidelijk, wat ik zocht. Het is moeilijk om er over te spreken. Veel componisten laten zich leiden, door wat de tekst verlangt. Dat is een goed ding en het geeft ook een impuls aan wat in de oude tijden de "inventie" heette. Een tekst, die een bepaalde suggestie oproept kan het voertuig worden voor een muzikaal gegeven. Bij mij was dat in zekere zin tot abstractie gekomen. Als er in een tekst over "beweging" wordt gesproken, dan is het niet meer dat ik de beweging van het water of de wind of de golven wil nabootsen. Dan kun je beter zelf naar de wind gaan luisteren. Het is dus altijd een "vertaling" van de werkelijk heid en het wordt een nieuwe werkelijkheid. Het eerste lied van Warren gaat over de "hobo van de herfst". Dat klaagt. Dat is een lamento, een klaagzang. Een klaagzang wordt bepaald door zeer weinig energie en door hele kleine intervallen. Een klein spannings- gebied heeft dat. Dat is bepalend voor dat eerste deel. 't Lied verder is niet meer te verstaan, de tekst is totaal niet meer aan de orde als een verstaanbaar iets. Het laatste deel gaat over een soort heimwee, iets wat verloren is. De hele cyclus "Archipel" heeft overigens dezelfde inventie. Dat laatste stuk verwijst ook naar het eerdere gedeelte. Het verwijst naar zichzelf en dat is een spannend gegeven. Het zoeken naar een verloren moment. Dat is het eigenlijk, wat de hele cyclus kenmerkt. V.: Bent u tevreden over het uiteindelijke resultaat van deze opname? A.: Ik ben er heel tevreden over. Ik had een zeer goede opnameman: Peter Artz, de dirigent van het Middelburgs Kamerkoor. Dat is iemand die en een goede musicus is, goede oren heeft en een buitengewoon goede psycholoog is. Dus die ook nog dingen laat gebeuren, die nodig zijn. Ik heb heel veel van hem geleerd. Ik heb zeer veel respect voor zijn ideeën, die natuurlijk in goed overleg zijn uitgewerkt. Het bijzondere van deze hele c.d. is, dat er iets gebeurd is, wat normaal alleen in de popmuziek gebeurt. Er zijn heel wat kunstgrepen toegepast. Het is niet alleen maar een mooie opname geworden, zonder meer. Sommige dingen klinken zeer ver weg. Andere dingen zijn dichter bij. Andere dingen verdwijnen weer in de ruimte. En het is fantastisch hoe dat bij elkaar komt. Daarom heb ik het ook een totaalstuk genoemd. Een grote archipel. Want dat is ook de verzamelnaam voor de hele c.d. Dat effect kan alleen maar door apparatuur tot stand worden gebracht. Dus een grote suggestie. Een enorme ruimte, een klank die dichter bij komt. In een zaal komt nooit een klank dichterbij. Je zit, waar je zit en daar moet je het mee doen. Klank die dichterbij komt, die verdwijnt, dat element ook weer van ruimtelijkheid. V.: Dus de hele technische inbreng was ook heel fundamenteel? A.: Heel fundamenteel en dat maakt deze opname ook zo bijzonder. Die manipulatie met die apparatuur vind ik fantastisch Die suggestie van ruimtelijkheid, die in de muziek op zich ook al zit, krijgt dus een meerwaarde door de opname-techniek. Invloeden V.: Dit is een compositie van u uit 1989. U doceert al ruim 20 jaar 20e eeuwse muziek aan het Sweelinck- Conservatorium in Amsterdam, maar u heeft ook heel veel met oude muziek. Middeleeuwen, Renaissanceoude en nieuwe muziek, is datte combineren? A.: Ja, dat is veel meer familie van elkaar dan perioden, die dichter bij elkaar liggen, die dikwijls juist door een reactie haaks op elkaar staan. Ik denk ook, dat het met die abstractie te maken heeft. Het Gregoriaans bijvoorbeeld, om maar eens een hele oude Europese muziekcultuur te noemen met bronnen in de Arabische cultuur, daar is ook het woord natuurlijk wel de drijfveer, maar daar is ook het gegeven, dat de muziek gewoon z'n eigen gang gaat. Daar is dus minder de muzikale uitbeelding dan b.v. in de Romantische muziek, waarin het symfonisch gedicht bij uitstek illustratief is. V.: Daar wordt gewoon veel meer toegevoegd A.: Precies. Vooral veel buiten-muzikale elementen worden daaraan toe gevoegd. Ik denk, dat dat met elkaar te maken heeft. Een typische on- Romantische componist van deze eeuw, Strawinsky, die zegt ook ....de woorden laat ik op een gegeven moment maar voor wat ze zijn, want de muziek moet z'n eigen wetten gaan bepalen. En dat is een houding, die we in de strenge Middeleeuwse muziek vinden, waarin hele strenge compositie technieken gebruikt worden terwijl de woordbetekenis een ondergeschikte of meespelende rol krijgt. Hij is wel initiërend voor iets, maar tegelijkertijd is de muzikale structuur van belang en dat is een houding, die ik zeker bij 20e eeuwse componisten terugvind, met name bij Strawinsky. Zeker ook Messiaen, maar ook Hindemith en anderen. De Romantiek is bij uitstek de muziek- periode van de emotie, van de expressie, van het ego. En van een overspannen ego, denk ik, waarin de poëzie, de literaire aspecten een grote rol gaan meespelen ten koste van een grote hechte muzikale constructie. V.: U noemde net al een paar keer de naam van Strawinsky. Waardoor en door wie bent u nog meer beïnvloed? A.: Er is geen componist in deze eeuw, 219

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 21