"De Schoone Waardin" in gesprek met Daan Manneke
Daan Manneke werkt aan Archipel 4.
Archipel 4
V.: Laten we het nog even hebben over
uw nieuwe c.d., die begin oktober
officieel ten doop werd gehouden in
Rotterdam.
Dit werk is sterk geinspireerd door
onze provincie. In een toelichting bij die
c.d. zegt u, dat de titel "Archipel"
ontleend is aan het eilandenkarakter
van Zeeland.
Ik citeer: "zeer uiteenlopende karakters
en gedragingen van dicht bij elkaar
liggende gebieden". Kunt u uitleggen,
wat u daar mee bedoelt?
A.: Iedere archipel zal dat hebben. Het
is nu toevallig de Zeeuwse, waar ik
meer van weet dan de Indische.
Maar het kenmerkende van zo'n groep
eilanden - ik denk dat het evident is -
is, dat er zulk een grote verscheiden
heid is in bewoners, in geaardheid van
het landschap (door invloeden van de
zee uit). Tegelijkertijd is er een over
koepelend idee - liever een idee dan
dat je dat konkreet kunt aanwijzen - en
ik denk dat dat overkoepelende bij de
Zeeuwse bewoners zeker het behoud
van het leven is. De watersnoodramp
van '53 was een overduidelijk soort
overkoepelend idee, hoe bedreigend
A.: Ja, dat is heel essentieel. De eerste
literatuur die ik hoorde, de grootste
literatuur uit onze christelijke cultuur,
was natuurlijk de Bijbel. Met de
schitterende poezie die daarin staat, de
schoonheid, de onvoorstelbare kracht
van die taal, van die verhalen....dat is
vormend. En daarna ging het maar
door. Een belangrijke figuur herinner ik
me....mijn vader las dat wel eens voor,
citeerde dat.... was Guido Gezelle.
Het Vlaamse land in het algemeen.
Hugo Claus is een belangrijke figuur,
mensen dus met een zeer aardse en
sterke constructie. Dat zijn de
wortels.
V.: Daar komt toch eigenlijk ook uw
afkomst van het boerenland weer in
naar voren.
A.: Dat is, wat ik steeds weer terugvind,
dat ruimtelijk aspect. Ik ben dol op die
Vlaamse, trage, eindeloze land
schappen.
V.: U maakt ook veel gebruik van
poëzie.
A.: Ja, de poëzie kan zowel geestelijk
als wereldlijk zijn. Dat is in wezen
hetzelfde. Dat is trouwens een oer-oud
gegeven. In veel muziekstukken zijn
teksten verwisselbaar." Geestelijk en
wereldlijk" is geen scheiding, dat gaat
over dezelfde gegevens.
De opening van Monteverdi's Orpheo
is exact dezelfde opening als die van
de Maria Vespers en daar blijkt dus de
muziek een grotere dienstverlening te
kunnen betekenen dan aan een tekst
gebonden te zijn. Zoiets is heel
spannend.
het water kan zijn. Grote verscheiden
heid:
ik heb het genoemd de taal, de huid,
de structuur van het eilandje Tholen is
anders dan van Noord-Beveland, van
Walcheren of zeker het continent
Vlaanderen, wat een flamboyante
uitstraling heeft. Dat heeft een heel
ander soort mentaliteit. Zelfs de taal is
anders, de gedragingen zijn anders, er
is een heel groot verschil, terwijl het
hemelsbreed zo dicht bij elkaar ligt. Het
is niet zo, dat ik de provincie Zeeland
na-componeer. Het is weer dat
abstracte idee van zeer dicht bij elkaar
liggende dingen, die bijna over elkaar
heen liggen, elkaar verdringen met
zulke grote tegenstellingen. Dat heeft
eigenlijk ook weer met dat aspect van
ruimte te maken. Als ik in een
kathedraal loop, is een nis een heel
ander ding dan het schip ot het koor of
de kooromgang of welke andere kapel.
En ze zijn allemaal tegelijkertijd
overkoepeld door de totale structuur,
door de eenheid van gedachte. Zelfs
als grote kathedralen in verschillende
perioden gebouwd waren, was er toch
een overkoepelende gedachte. Ik denk
een spirituele, eerder dan een in
getallen uitgedrukte situatie. En dat is,
wat ik eigenlijk altijd heb terug
gevonden. In de oudere stukken zijn
deze gedachten natuurlijk nog niet zo
uitgewerkt, het is ook een stokpaardje
van me geworden. Maar ik merk dat het
zo is, het is geen verzinsel, het is zo.
Dat is ook weer in die abstracte
partituren aangebracht. Enerzijds is er
een verduurzaming, consolidering,
vastleggen, met het gevaar van ver
dorren. Zoals ieder museum als het
niet gevoed wordt door dingen van
buitenaf tot fossiel wordt. Anderzijds
zijn er dus vermengingen, assimilaties
of een totale verwording van een
gegeven en dat is in feite, wat ik abstract
in de muziek steeds weer doe. Soms
liggen de dingen zeer dicht bij elkaar,
soms komt er een totaal nieuw idee,
terwijl het oude verdwenen is. Het is er
niet meer, het bestaat gewoon niet
meer. En dat is bij al die Archipel-
muzieken, die ik toevallig maar zo heb
genoemd als verzamelnaam, maar ook
in mijn andere stukken is het precies
hetzelfde.
V.: U heeft ergens gezegd, dat een
componist echt gehoord moet worden...
A.: Ja, als die niet gehoord wordt,
dan....(hij zou voor zichzelf ook nog wel
iets kunnen doen. Dat is denk ik de
221