"De Schoone Waardin" in gesprek met Daan Manneke kern: dat je voor jezelf iets tot klaarheid brengt). Maar het wil wel gehoord worden, zo als beeldend werk gezien wil worden. Dat is toch wat communi catie eigenlijk inhoudt. Woord en weerwoord, waardoor er dus weer een nieuw woord kan ontstaan. V.: Mensen, die met uw muziek te maken krijgen. Hoe reageren die daar eigenlijk op. Ik kan me ook voorstellen, dat als je dit soort muziek niet gewend bent om naar te luisteren, dat het wat "vreemd" over kan komen. A.: Maar dat zal met alles zijn. Een Monteverdi is ook vreemd en als we nog verder terug gaan in de muzikale historie dan zal het nog moeilijker worden. Thomas Mann zegt: genieten is weten. En dat zijn zeker wissel werkingen: door iets te kennen moetje er moeite voor doen en de moeite die je doet, wordt beloond door weer een soort terugkoppeling, waardoor je gaat herkennen en een verwachtingspatroon krijgt en aktief kunt meedenken en meeluisteren naar wat er aangeboden wordt. V.: In feite zegt u dus: helemaal relaxed achterover in een stoel en die muziek maar over je laten komen is niet de goede manier? A.: Nee. Ik denk, dat dat met deugt. Maar ik ben genuanceerd, want muziek is natuurlijk bij uitstek een therapeutisch gegeven. Een oer-oude geneeswijze. Sinds er muziek wordt gemaakt heeft de muziek een helende, op de ziel inwerkende betekenis. Dus ik kan me ook nog wel voorstellen, hoewel dat een vreselijke uitspraak is...dat achterover lui genietendat is nog denkbaar. Maar dan zal men altijd toch een aktieve, mentale houding moeten hebben. Ikzelf ben niet geneigd lui in een stoel te liggen. V.: Ik wil een citaat van u aanhalen: "De magie van de muziek. Er is geen ander ding, dat zo'n direkte invloed heeft op het menselijk gestel, als muziek. Dat moet zijn doel raken anders heb ik iets niet gedaan, waar ik voor aangesproken ben." Welk doel bedoelt u daarmee? A.: Nauwelijks uit te drukken. Volstrekt woordloos. We zullen natuurlijk toch altijd proberen de woorden te vinden om die emotie uit te drukken. Zoals alcohol direkt in het bloed wordt opgenomen is muziek de meest abstracte, maar ook de meest gevoelige en ook de meest "zielige" van de kunsten. Namelijk direkt inwerkend op de psyche. En daarom is er natuurlijk ook zo'n woede rond muziek. Omdat het te luid, of te hard, of te agressief of zoiets is. Het is zo direkt. Je kunt het niet ontlopen. Daarom veroorzaakt ook de verschrikking van de supermarkt zo'n weerzin omdat het zo meteen dichtbij in de psyche zit. De muzac, de verschrikking van altijd geluid. Terwijl het zo aangenaam is, dat er op een bepaald moment geen geluid is. Niet iets, wat van buitenaf wordt opgedrongen. V.: Dat doel is dus voor u het inwerken op de psyche van de mens. Is dat ook, waarom u componeert. A.: Precies. Dat zou ik, met alle zwaarte van dien, inderdaad zo kunnen zeggen. Daarom maak ik iets. Omdat ik zelf, muziek ondergaand, altijd weer die ongelofelijke rijkdom, die verrijking, die psychische werking onderga. Daarom luister ik naar een muziekstuk. Daarom ga ik gericht naar dat concert. En daarom ga ik naar iets anders niet luisteren. Of zet ik het muziekstuk halverwege uit. Omdat het me niet goed doet. En de verschrikking van onafgebroken muziek te moeten horen, die dus rondom geproduceerd wordt, dat vind ik een grote vervuiling van deze maatschappij. Rimbaud V.: U heeft, geloof ik, ook iets met Franse componisten en met Franse poëzie.. A.: Ja. Ik heb zeer veel Franse poëzie gebruikt. Rimbaud, Verlaine, Villon...de latijnse geest, ben ik geneigd te zeggen, eerder dan de germaanse of de anglo-saksische. Het flamboyante, het klimaat, de zon, de landschappen, het zijn leuke bespiegelingen. Laatst las ik een prachtig boek van Cees Nooteboom "De omweg naar Santiago", waarin hij zelf zegt: dat is een fundamenteel land voor mij, dat is m'n oorspronkelijke vaderland. Dat begrijp ik wel. Een heimwee naar dat land, naar die cultuur, waar je je goed voelt. Dat zijn voor mij de latijnse landen. V.: Een regel van Rimbaud, u noemde hem net al: jij die voor altijd bent gekomen, die overal heen zal gaan. A.: Ja...een prachtige regel. Eigenlijk ook weer een idee van: alles is overal aanwezig. V.: Dat zegt de schrijver Jacques Hamelink ook, he? A.: Hamelink is een favoriet van me. Dat is een filosofische gedachte natuurlijk. Want alles is overal. Hamelink heeft een zeer mooi vers geschreven, waarin hij zegt: alles is voorradig, maar niet alles is nodig. Het is een keuze maken van wat je nodig hebt. Er is een ongelofelijke bron en die is beschikbaar. Het gaat erom, of je een soort intuïtie voor die bron hebt. En dat betekent, waar we het in het begin van dit gesprek over hadden: de feilloosheid, die je op een gegeven moment hebt. Zoals het vertrek van mij uit mijn ouderlijk huis feilloos was. Dat was niet berekend. Daar zat geen kwaadwil of onhandigheid achter. Dat is een feilloos instinct, dat bij uitstek bij creativiteit hoort. Een creatief gebaar is een moment, waarvan je niet weet, waarom je het doet, maar je doet het. Omdat je niet anders kan. En achteraf kun je doceren en analyseren waarom het zo gegaan is. Wat mij betreft is dat de aantrekkings kracht van kunstwerken. Dat ze niet doceerbaar meer zijn of navolgbaar, maar dat er "missing links" zijn. Dat er zwarte gaten zijn, die misschien duister zijn, maar die er wel zo moeten zijn. Dat is voor mij de aantrekkingskracht van een kunstwerk. Plekken die leeg zijn, die niet ingevuld zijn. Misschien "minder gelukt" zijn zelfs, zoals die gekke zwarte plekken in de Beethoven- sonates of in z'n kwartetten. Bizarre plekken....waarvan je niet meer kunt zeggen: zus of zo zit dat in elkaar. Debussy is voor mij op die manier een van de allergrootste componisten van deze tijd met een on-analyseerbaar gegeven. Waarvan je zegt: ik begrijp niet hoe het in elkaar zit. Die gekke, niet consistente, niet formele gebeurtenissen. Die zijn spannend. V.: En die zijn ook terug te vinden in uw muziek? A.: Dat is, wat ik altijd hoop. Dat is ook het spannende van een nieuw stuk: het is een sprong in het duister, waarin je nooit kunt terugvallen op datgene wat je al hebt gemaakt, want dat zou een herhaling zijn. Een techniek helpt niet. Die kan wel eens behulpzaam zijn op de windstille momenten, maar je komt er niet met de techniek uit. Het is altijd weer een verschrikking om iets te moeten verzinnen en tegelijkertijd is het een van de meest fascinerende dingen, om dat toch te doen, omdat je het niet laten kan. 222

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 24