De Bollewerckpoort in Hulst
Paul Stockman
Hulst omstreeks 1560 door Jacob van Deventer. Linksboven de Bollewerckpoort.
Foto: E. Stockman.
In Hulst staat een uniek laat
middeleeuws vestingbouwkundig
monument, de Bollewerckpoort.
Het bijzondere is dat zowel het land-
als het scheepvaartverkeer langs dit
bouwwerk moest om in de stad te
komen: het landverkeer door de poort,
de schepen met gestreken mast door
een 30 meter lange tunnel die onder
de poort doorloopt. Vanwege deze
dubbele functie wordt de poort ook wel
Dubbele Poort genoemd.
Vorst bedreigt dit bouwwerk, maar er is
tot nu toe weinig interesse getoond
voor het behoud en de restauratie van
dit unieke monument. Dat komt onder
andere doordat men niet weet hoe de
poort er precies heeft uitgezien.
Met behulp van macro-fotografie en
computermodellen is hierover nu meer
zekerheid ontstaan.
Stadsmuren
Hulst ontwikkelde zich in de
Middeleeuwen voorspoedig. De zout-
bereiding en het brouwen van bier
waren de belangrijkste bronnen van
welvaart. Op de stadsschorren
graasden honderden schapen die met
hun wol de lakennijverheid levend
hielden. In deze groeiende gemeente
ontstond de behoefte aan meer
veiligheid.
Aanvankelijk werd Hulst omgeven door
een lage aarden wal en een smalle
gracht. Dit bleek niet voldoende te zijn
om weerstand te bieden aan de
groeiende macht van Gent. Gent was
op weg een stad naar Italiaans
voorbeeld te worden en alle handel en
macht aan zich te trekken. Kleine
stadjes als Hulst, die tegen de groeiende
Gentse dreiging de zijde van de
landsheer kozen, werden hiervoor met
plundering en verwoesting door
Gentse huurtroepen bestraft.
De Bourgondische hertog Jan zonder
Vrees gaf Hulst in 1413 toestemming
de stad te ofrimuren, maar door geld
gebrek kwam hier niets van. In 1426
drong Philips de Goede er bij de
Hulstenaren nog eens op aan om van
dit door zijn vader verleende voorrecht
gebruik te maken. Wederom door
geldgebrek kon er niet met de werken
worden begonnen. Na de brand
schatting door Gent in 1452 werd
omstreeks 1460 dan toch met de bouw
van de vesting begonnen. Kort na 1480
was het werk gereed.
De haveningang was een apart
probleem. Omdat op deze plaats het
scheepvaartverkeer richting Honte en
het landverkeer naar Axel en het Land
van Hulst samenkwamen, was dit een
moeilijk te verdedigen punt. Een
oplossing werd gevonden in het
aanleggen van een aarden bolwerk.
Het aarden bolwerk bleek echter niet
afdoende te zijn voor de verdediging
van de stad. In 1485 werd Hulst
'bezocht' door een Engels huurlegertje
van ongeveer honderd man, dat in
opdracht van Gent de stad wilde
bezetten. Bij deze poging ging het
prachtige stadhuis verloren. In 1491
werd Hulst opnieuw doorde Gentenaren
bezet. De troepen van Maximiliaan van
Oostenrijk slaagden er toen in via het
aarden bolwerk de stad binnen te
dringen, ongeveer op de wijze als met
het turfschip van Breda.
De Bollewerckpoort
In 1506 besefte men dat het zo niet
langer kon. Er werd besloten de
haveningang te versterken. Dominicus
de Waeghemaeker werd 'meester van
den warcke'. Het bouwwerk kreeg de
naam Bollewerckpoort omdat het op de
plaats van het aarden bolwerk werd
opgericht.
Behalve de naam Dubbele Poort,
vanwege de dubbele functie, komen
we in de volksmond ook de naam
Keldermanspoort tegen. Deze naam is
in 1957 onterecht aan het bouwwerk
gegeven omdat men aanvankelijk van
mening was dat Laurens Keldermans
de bouwmeester was. Uit de stad-
rekeningen van 1506/7 blijkt echter dat
het werk aan eerdergenoemde
Dominicus was gegund. Pas in 1526/7
heeft Laurens Keldermans het werk
gevisiteerd, zo blijkt uit de stads
rekeningen, mogelijk voor
verbouwingswerkzaamheden.
229