'Het Zeelandgevoel'' (12) Het einde van de wereld
men omhoog. Even kijk ik achterom
naar de mensheid en haar weedom,
dan ga ik Arnold en Maya achterna en
laat eindelijk het zilt mijn lippen kussen.
Dit is het land waar ik eens thuis was,
waar ik heb liefgehad en verloren.
Waar ik nog steeds liefheb.
Een zware dag vandaag de ochtend
dauw hing vol beloftes in het gras
De akkers waren rijp en mooier dan
de zee het strand dat van de
badgast was Maar de zee de zee zit
in je bloed je hart slaat het getij
Alles gebeurt en komt en gaat gaat
en komt voorbij voorbij Want zon
balt samen spat uiteen kleurt de
golven donkerrood Voor jou niet
meer als dat rood de kusten raakt
bloedt 't je dood En dag wordt nacht
ochtenddauw nevel beloftes
zekerheid een vuur geblust Een
zware dag vandaag maar zie de
avond valt altijd weer in bezonken
rust.
Deze avond valt nog niet, al staan we
aan het einde van de wereld. Eens een
verhaal te schrijven dat zo begint:
Zoals de wereld ten einde neigt in
Domburg doet zij dat nergens.
We rijden terug over de Singel, volgen
de Schuitvlotstraat en draaien rechts
de Domburgseweg op. Hotelsuites te
koop, staat op een enorm bord
aangekondigd. Daarnaast de
informatiekeet van Badhotel en
Residence Domburg.
'Met de huidige toename van het
toerisme zal ook de badplaats
Domburg weer tot volledige bloei
komen, en op de plaats van het oude
Badhotel zal een geheel nieuw hotel
de oude luister doen herleven', zegt de
wervingsfolder, zich kennelijk richtend
tot inwoner (ondernemer) en badgast
tegelijk. Seizoensverlenging, kwaliteits
verbetering en nostalgie. 'De architect
komt hierin tegemoet door op
subtiele wijze bepaalde karakteristieke
lijnen van het voormalige hotel in het
nieuwe ontwerp te laten terugkomen.
Ook de voorname stijl van het Badhotel
blijft uiteraard, vertaald naar de normen
van vandaag, en die wordt met
5 sterren gehonoreerd.
Het oude Badhotel - in 1866 geopend,
in 1978 gesloten, in 1990 zo goed als
ingestort en anno 1992 in vlammen
opgegaan - zal alles is mogelijk als
een phoenix uit zijn as herrijzen. Nu is
er alleen een lege plek om te blijven.
Villa Loverendale werd gesloopt. Waar
je door een oerwoud heen moest om
het overwoekerde sfeervolle huis te
bereiken, heerst nu de vlakte, staan
graafmachines als stille wachters.
Eens liepen we daar met een Japanse
televisieploeg die verrukt was van de
omgeving waar Mondriaan zijn belang
rijkste ontwikkeling had doorgemaakt.
Van Jacoba van Heemkerck hadden
ze nog nooit gehoord, maar Marie Taks
huis filmden ze uitgebreid.
Een andere herinnering: Arnolds
afscheid van de gemeente. De mede
werkers van secretarie en buitendienst
hadden een overweldigende dag voor
ons in elkaar gedraaid, beginnend met
een ontbijt in het Badhotel. Midden in
de puinhopen, tussen hangende
plafonds en op wankele vloerdelen,
stond een schitterend gedekte tafel.
Een damasten kleed, bloemen, warme
broodjes, boter, kaas, jam, geurige
koffie, sap en thee, zachtgekookte
eitjes. Ergens vandaan kwam klassieke
muziek. Onvergetelijk, maar die
hartversterking hadden we wel nodig.
Als ik 't me goed herinner, hebben we
die ochtend nog op een tandem naar
Oostkapelle moeten fietsen, speelden
we daar een tenniswedstrijd, beklom
men we de toren van Oostkapelle,
werden we in een karretje achter een
tractor door het dorp rondgereden,
maaiden we terug in Domburg het gras
voor het Badhotel, sprongen we
trampoline in de duinen en namen we
tenslotte nog een duik in zee - dat alles
onder strenge begeleiding en tot een
uur voor de officiële afscheidsreceptie
in het stadhuis.
Villa De Wael, tegenover het terrein
van het Badhotel. Jarenlang was het
een stille droom van mij dat daar het
museum van Domburg in zou komen.
Zoiets als Charleston Farmhouse in het
Engelse Sussex, landelijk toevluchts
oord voor de leden van de Bloomsbury
groep en voormalig woonhuis van
Vanessa Bell en Duncan Grant. Na
hun dood gekocht en gerestaureerd
door de Charleston Trust, laat het huis
nu allerlei facetten van de ontwikkelin
gen in Bloomsbury zien. In Domburg
moet men het in het kleine zoeken, een
verzameling rond de Walcherse
schilders samenstellen en piesenteren
die een biografisch karakter draagt.
Men kan daarbij ook denken aan de
Engelse National Trust-huizen die vaak
gewijd zijn aan een enkele kunstenaar
of familie en waarin men leven en werk
in de presentatie naar buiten toe laat
samengaan. Of aan de Nederlandse
Stichting Amazone met haar bijzondere
tentoonstellingen Was getekend...
Charley Toorop, Lizzy Ansingh,
Jacoba van Heemskerck (1990) en
Met verve, egodocumenten en werken
van Lou Loeber, Sorella (Thérèse
Ansingh) en Adya van Rees-Dutilh
(1991).
Toen Oom Pico en Tante Tera er
nog woonden, kwam ik vaak op De
Wael. Wandelde met hen door de tuin
tot dat bijna niet meer ging. We
dronken koffie en spraken over van
alles en nog wat. Na een tijdje nam ik
de verzorging van de leesmappen van
Mia Gerhardt over. Het Domburgsch
Leesgezelschap, voortgekomen uit de
verzameling binnen- en buitenlandse
tijdschriften en kranten die in
Domburgs bloeitijd ter inzage lag in het
Badpaviljoen. Tussen de vele boeken
en paperassen op De Wael had de
steeds wisselende stapel een eigen
plek. Daar vulde ik mappen en stelde ik
lijstjes samen, wist ik van te voren wat
wij die week in huis zouden krijgen.
Times Literary Supplement, Literary
Review, the New Yorker, Punch,
Country Life, Historia, Paris Match,
Tableau, Bzzletin, Heemschut, Natuur
Techniek,
Zeeuws Tijdschrift, enz. Ook Mia is er
niet meer, maar ik herinner mij als de
dag van gisteren hoe gelukkig zij was
toen er een kleine schelp naar haar
werd vernoemd.
Over een klinkerweg naar asfalt, dan
weer klinkers en tenslotte schelpen.
We poetsen het huis, vegen de
bladeren van het pad en pakken de
auto in, Maya op de achterbank. Ik kijk
naar de hazelaar, de luchten worden
van parelmoer.
'Dag huis', zeg ik en stap in.
'Back home', Arnold start de auto. We
lachen naar elkaar.
205