"De Schoone Waardin" in gesprek met W.T. van Gelder er hier zaken worden georganiseerd. In verhouding met andere plaatsen in Nederland scoren Middelburg en Terneuzen daarmee volgens een onderzoek behoorlijk hoog. Er kwamen in Amsterdam vragen als: hoe haal je het nou in je hoofd om naar Zeeland te gaan? Dan antwoordde ik: jullie hebben een verkeerd beeld van Zeeland. De concerten die ik in Paradiso in Amsterdam bezocht vonden vaak een vervolg in Middelburg of in Terneuzen. Een paar weken geleden ging ik in Amsterdam naar een toneelvoorstelling in de Stadsschouwburg. Het RHO-theater bracht "Zomerdans". Een fantastisch toneelstuk. Ik kijk in het programma en ik zie, dat het twee weken daarvoor in Middelburg is geweest! Dat is me dan hier ontgaan en dan denk ik: weer een reden temeer om te constateren, dat we ons in Middelburg niets hoeven te ontzeggen. En dan hebben we nog het eigen landschap en de eigen natuur. Ik vind, dat de Zeeuwen daar ook iets te weinig trots op zijn. Zo'n Verdronken Land van Saefthinge, dat is toch een heel uniek gebied in Nederland. Dat moet zo snel mogelijk in beheer komen bij het Zeeuws Landschap. Wel is het verbeteren van de waterkwaliteit - in relatie met Belgie - enorm belangrijk. Dat heb ik onlangs nog tegen de mensen van de Zeeuwse Waterschaps- bond gezegd. We moeten dat doen. Dat kost geld, natuurlijk, maar we staan zo in de schuld bij natuur en milieu dat we op dit moment eigenlijk alleen nog maar de rekening betalen en nog niet eens aan de aflossing toe zijn gekomen. De milieu-verontreiniging is veel te groot. Daar moet iets aan gebeuren. Daarom is zo'n project Kanaal-zone, een voorbeeld-project voor heel Nederland, om tot een verbetering van het milieu te komen, om economie en milieu meer met elkaar in overeenstemming te brengen, ontzettend belangrijk. Verder hoop ik, dat we in het kader van landschaps bouw en natuurbouw in Zeeland het natuurbeleidsplan, maar ook straks het beleidsplan "De groene ruimte", op voortvarende wijze invulling geven. Om Zeeland gewoon interessanter en boeiender te maken. Want er is in de landschapsbouw de laatste tien, twintig jaar onnodig een aantal dingen verdwenen, die - en dat is plezierig Drs. IV. T. van Gelder Commissaris van de Koningin in Zeeland. daarbij om te constateren - ook weer terug kunnen komen. Openheid en flexibiliteit V.: Ik wil het even met u hebben over muziek. Als een van de muziekstukken die u in de uitzending graag wilde horen, koos u voor het symfonisch gedicht "Tabor" uit de cyclus Mavlast ("mijn vaderland") van de Tsjechische componist Smetana. Wat heeft u met deze muziek? A.: In mijn cultuurbeleving ben ik nogal op Oost-Europa geörienteerd. Tabor spreekt mij altijd aan, omdat het - naast de muziek zelf - een verhaal heeft. Tabor is een stad in het voormalige Tsjecho-Slowakije en ook een Bijbels begrip. Een Christelijke gemeenschap, die zich daar vestigde, zich enorm inkapselde, vestingmuren eromheen, onderaardse gangen, onneembaar van buitenaf, de boze buitenwereld hadden ze volslagen buitengesloten. En vervolgens kreeg men onderling ruzie en ging ten onder aan z'n eigen verdeeldheid. Ik vind dat overdrachtelijk naar gedrag van individuele personen: hoeveel mensen zie je niet, die zichzelf inkapselen, verdedigen, muren om zich heen bouwen op alle mogelijke manieren, van afstandelijkheid tot en met drankgedrag, en uiteindelijk ten onder gaan aan zichzelf. Onvoldoende lijnen naar buiten leggen, terwijl juist dat kontakt met die omgeving zo belangrijk is. De mens moet leven via z'n relaties met God, met zichzelf, met z'n omgeving en met de ander. Vooral die relatie met de ander wordt dan onvoldoende als een impuls ervaren voor het goed funktioneren van het individu. Je ziet ook in organisaties dat mensen zich inkapselen in forma listische stellingnames, niet meer veranderingsgezind zijn en dat is ontzettend jammer. De mensen doen zich dan enorm tekort, als men niet de uitdagingen en de flexabiliteit van een ontwikkeling als een winstpunt, als een mogelijkheid voor nieuwe kansen om zich te ontplooien durft te zien, inplaats van als een bedreiging. V.: Men klampt zich vast aan ogen schijnlijke zekerheden, die dan uiteindelijk helemaal geen zekerheden blijken te zijn... A.: Exact. En men gaat dan aan zichzelf ten onder. V.: U probeert die lijnen naar buiten toe allemaal wel open te houden? A.: Ik voer in elk geval pleidooien voor organisaties als de Provincie. Hou je lijnen naar buiten open. Laat de afdelingen, de verschillende diensten, met elkaar goede onderlinge lijnen hebben. Verandering in een organisatie, door een reorganisatie of wanneer er andere mensen komen, hoeft niet altijd als een bedreiging ervaren te worden. Integendeel. Het is vaak een nieuwe kans om nieuwe ontwikkelingen te starten, die alleen maar meer kleur en meer kwaliteit aan het leven en aan de organisatie kunnen geven. Om terug te komen op die vier net al genoemde relaties, de relatie tot God, je omgeving, jezelf en de ander: in onze Christelijke Westerse samenleving heeft die relatie met God veel aandacht gekregen; de relatie tot de ander - de solidariteit - is een beginsel dat we in onze samenleving ook goed kennen. Ik denk dat we de relatie met onszelf verwaarlozen. In de Aziatische cultuur is die aandacht voor zichzelf veel sterker ontwikkeld. Dat je b.v. doormiddel van meditatie tot jezelf komt, creatief wilt zijn, jezelf leert kennen. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 10