"Ik ga dood als een zeeuw" Dirk Wolthekker Zeeuwse emigranten in Nieuw-Zeeland V.l.n.r. Johannes en Truus Nieuwenhuize-Rey uit Avondale, Christchurch. Johannes en Truus zijn nu gepensioneerd en hebben hun slagerij overgedragen aan hun zoon Brian. Uiterst rechts: de broer van Truus. De ontdekking van Nieuw-Zeeland door de Nederlander Abel Janszoon Tasman, het afgelopen jaar precies 350 jaar geleden, vormde de aanleiding voor een bezoek aan het land van de kiwi's. Hoe zou het de Zeeuwen zijn vergaan die naar het "Nieuwe" Zeeland emigreerden? Bericht van overzeese provincie genoten. Nieuw-Zeeland is een dunbevolkt land. Rond de 3,5 miljoen inwoners in een land dat ongeveer 9 maal zo groot is als Nederland. Tachtig procent van de inwoners is van Europese oorsprong, de zogenaamde "pakeha's", zoals zij door de Maori's genoemd worden. De Maori's behoren tot de oorspron kelijke bevolking van Nieuw-Zeeland en vormen samen met immigranten uit Polynesische- of Micronesische gebieden in de Stille Oceaan, twintig procent van de bevolking. Op dit moment wonen er rond de 70.000 Nederlanders, of mensen van Nederlandse oorsprong in Nieuw- Zeeland, waarvan ongeveer de helft nog steeds de Nederlandse nationaliteit bezit. Hoeveel Zeeuwen, of personen van Zeeuwse oorsprong er in Nieuw-Zeeland wonen is niet precies bekend omdat cijfers ontbreken of niet toegankelijk zijn. Gezien de moeite die het kostte om hen op te sporen, lijken het er echter niet al te veel te zijn. Abel Tasman We schrijven het jaar 1642. Gouverneur-Generaal van Diemen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) geeft aan Abel Tasman de opdracht op zoek te gaan naar handelsgebieden in de zuidelijke Stille Oceaan. Daarnaast ontvangt Tasman de opdracht een goede route te zoeken naar de rijke landen van Zuid-Amerika. Zo gezegd, zo gedaan. De "Heemskerk" en de "Zeehaan" vertrekken op 14 augustus 1642 uit Batavia met 110 bemanningsleden en een grote voorraad proviand, waaronder geiten, varkens en veulens, aan boord. De route voert via het eiland Mauritius in de Indische Oceaan naar het oosten, in de richting van de zuidkust van het tegenwoordige Australië. Eind november 1642 krijgt de bemanning onbekend land in zicht. Het blijkt de tegenwoordig Australische staat Tasmanië te zijn. Als de schepen op 13 december 1642 opnieuw land in zicht krijgen veronderstellen de bemanning dat het het westelijk deel van Statenland betreft. Dit land werd in 1616 ontdekt door de Amsterdamse koopman Jacques Le Maire en de uit Hoorn afkomstige Willem Schouten, die dachten dat het gebied tot het Zuidland behoorde. Volgens de Portugese ontdekkingsreiziger Magelhaes was het Zuidland een continent dat ten zuiden van het huidige Zuid-Amerika zou moeten liggen. Het Statenland van Le Maire en Schouten bleek later slechts een klein eiland te zijn ten zuiden van het huidige eiland Vuurland. Tasman's Statenland en Le Maire's Statenland hadden dus niets met elkaar te maken, reden genoeg om Tasman's Statenland een andere naam te geven. De Verenigde Oostindische Compagnie publiceerde reeds enige jaren na Tasman's ontdekking kaarten waarop Statenland aangeduid werd als "Nieuw-Zeeland". Nieuw-Zeeland werd vernoemd naar "Zeeland", een van de Nederlandse provinciën waar een Kamer van de Compagnie gevestigd was. Emigratie De emigratie naar Nieuw-Zeeland kwam pas goed op gang na de Tweede Wereldoorlog en met name in het begin en het midden van de jaren vijftig. Uit gesprekken met emigranten blijkt dat de woningnood een belang rijke reden voor emigratie was. Ook de gespannen politieke situatie in verband met de Koude Oorlog, waarvan velen verwachtten dat die in Europa zou worden uitgevochten, speelde voor sommige emigranten een rol bij hun keuze te emigreren. Economische motieven waren voor de Nederlandse overheid een belangrijke reden om een actief emigratiebeleid te voeren. Voor vele jongens die aan het begin van de jaren vijftig terugkeerden uit Indonesië en Nieuw-Guinea was het niet altijd makkelijk werk te vinden. Milieu- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 19