'Ik ga dood als een zeeuw'
ook vaak terug te vinden in de
inrichting van de woningen. Bijna
zonder uitzondering staan er boeken
over Zeeland in de boekenkast.
Van "Domburg. 150 jaar badplaats",
door J. Warners tot "Zeeuwse eilanden
in beeld", door B. Sondervan.
Johannes Nieuwenhuize heeft de
Zeeuwse vlag in de biljartkamer
hangen en zijn nicht Corrie
Nieuwenhuize heeft de tekst van het
Zeeuwse volkslied ingelijst aan de
wand hangen. Addy van Sluys heeft
een pop in Zuidbevelandse kleder
dracht in de eetkamer staan en draagt
haar gittekralen- of bloedkoralen
ketting alleen bij speciale
gelegenheden. In alle huizen is er wel
iets dat herinnert aan de Zeeuwse
afkomst van de bewoners!
Krentenbrood en kruikels
Als ik Gre Wielemaker vraag of ze wel
eens denkt aan "de Zeeuwse keuken"
zegt ze dat ze nog wel eens zin zou
hebben in die heerlijke Zeeuwse
bolussen. Jammergenoeg kan ze ze
niet zelf maken.
Andre en Coby Nieuwenhuize zijn gek
op mosselen en stokvis. Andre gaat
wel eens kleine mosselen zoeken op
de rotsachtige kust van South Brighton.
Hij weet precies wat hij hebben moet,
want het mosselen zoeken en eten is
hem met de paplepel ingegoten. Coby
zou wel zin hebben in stokvis met rijst
en botersaus. Daar moet ze mee
wachten tot een volgend bezoek aan
Nederland. Stokvis is in Nieuw-
Zeeland niet te krijgen.
Ook Andre's broer Lou gaat graag
mosselen zoeken. Hij mist de Zeeuwse
lamsoren en zeekraal wel eens, maar
zegt dat de Nieuwzeelandse waterkers
netzo lekker is. Met Pasen is het bij
Alie en Lou Nieuwenhuize feest.
Dan eten ze krentenbrood en kruikels.
Als ze dat gegeten hebben kunnen ze
er weer een heel jaar tegen.
Bekende Zeeuw
Hoewel Hans van Nieuwenhuijze uit
Sint Maartensdijk wellicht geen
landelijke bekendheid geniet in Nieuw-
Zeeland, heeft zijn naam toch in
verschillende kranten en tijdschriften in
Nederland en Nieuw-Zeeland gestaan.
Hans is in januari 1956 naar Nieuw-
Zeeland gekomen. Aangezien zijn reis
door de regeringen van Nederland en
Nieuw-Zeeland betaald werd moest hij
twee jaar bij een door de regering
bepaalde werkgever werken.
Na verschillende banen bij onder
andere Philips, de Nieuwzeelandse
Spoorwegen en het Amerikaanse
concern Bechtl besloot Hans in 1971
dat sociaal werk meer persoonlijke
satisfactie geeft dan commercieel
werk.
Hans ging werken in de geestelijke
gezondheidszorg, waarvoor hij een
drie-jarige opleiding moest volgen in
Levin. Daar heeft hij ook persoonlijk de
zorg op zich genomen van een
geestelijk gestoorde Maori-jongen die
niet inpasbaar bleek in de reguliere
opvang. Daarna heeft Hans nog twee
geestelijk gehandicapte mensen
begeleid op hun weg naar semi-
permanente zelfstandigheid.
Hans is altijd vrijgezel gebleven want,
zegt hij "het grootste gedeelte van mijn
leven heb ik gewijd aan kinderen van
andere ouders." Hij is momenteel
verbonden aan een zogenaamde
"Hohepa-school" in Christchurch, waar
hij acht jonge mensen in een over
bruggingsklas voorbereidt op hun werk
in een sociale werkplaats.
Jaren geleden heeft Hans een cursus
journalistiek gevolgd in Australië, die
hem nu goed van pas komt. Hans is
namelijk begonnen met het schrijven
van een boek over zijn leven met
geestelijk gehandicapte mensen. Enige
schrijfervaring heeft hij al. Onder de
titel "Boyhood Memories" heeft hij in
de Nieuwzeelandse krant "The
Auckland Star" geschreven over zijn
herinneringen aan Tholen. "Niets is er
veranderd", zegt Hans, "alleen het grint
is asfalt geworden".
Naar huis
Heimwee heeft vele Zeeuwen weer
naar Zeeland gedreven. Meestal op
vakantie, soms in een poging definitief
terug te keren.
Jan en Addy van Sluys gingen in 1969
voor 't eerst weer terug. Met de boot.
Hun dochter Ellen had een plakboek
gemaakt van Nelson, de woonplaats
van de familie van Sluys, voor
schoolkinderen in Domburg. De lagere
school in Domburg maakte een
plakboek over het leven in Domburg
voor de kinderen in Nelson.
Niet altijd beviel het ze even goed.
Lou en Alie Nieuwenhuize gingen vooi
vier jaar terug naar Zeeland, maar het
was moeilijk voor Lou een baan te
vinden. "De drie maal daagsen krijgen
alles, de rest krijgt niets", antwoordt
Lou, als ik hem vraag waarom hij zo
moeilijk een baan kon vinden.
Lou bedoelt dat het nog steeds van
belang is of men op zondag drie keer
per dag naar de kerk gaat of niet.
Wie drie keer op een zondag naar de
kerk gaat heeft nog steeds een
streepje voor bij het verkrijgen van een
baan.
Ook Hans van Nieuwenhuijze viel het
bij zijn laatste bezoek aan Tholen op
dat er nog steeds drie keer per dag
naar de kerk wordt gegaan op zondag.
Wat dat betreft is er niets veranderd.
Op mijn vraag of de emigranten zich
Zeelanders of Nieuwzeelanders
voelen, antwoorden de meesten dat je
altijd een buitenstaander zult blijven.
"Ik ga dood als een Zeeuw",
antwoordde Corrie Nieuwenhuize toen
ik de vraag aan haar stelde. De meeste
Zeeuwen bleken het met haar eens te
zijn.
Jan en Addy van Sluys gaan komende
zomer weer terug naar Zeeland. Naar
Domburg. "Komende zomer", zegt
Addy "gaan we naar huis". Alleen in
Zeeland voelt zij zich pas echt "thuis".
Met dank aan:
Jaap Jasperse te Lower Hutt, Wellington
Sandra en Pieter van Kempen-de Feijter te
Linwood, Christchurch
Andre en Coby Nieuwenhuize-Hollebrandse te
South Brighton, Christchurch
Brian Nieuwenhuize te Christchurch
Johannes en Truus Nieuwenhuize-Reij te
Avondale, Christchurch
Lou en Alie Nieuwenhuize-Akkerman te
Bishopdale, Christchurch
Rudi, Corrie en Marinka Nieuwenhuize-Poleij te
Aranui, Christchurch
Hans van Nieuwenhuijze te Hoon Hay,
Christchurch
Liesbeth Sies-de Steur te Linwood, Christchurch
Chris Sies te Linwood, Christchurch
Jan en Addy van Sluys-Meeuse te Stoke, Nelson
Joey en Gre Wielemaker-de Schipper te
Henderson, Auckland
16