"De Schoone Waardin" in gesprek
met W.T. van Gelder
Gerdi Preger
Inleiding
De kranten staan er vol van in die
warme augustusmaand van het vorig
jaar: Zeeland krijgt een nieuwe
Commissaris van de Koningin en wat
voor een. Een geboren en getogen
Amsterdammer, net 50 jaar, energiek
en ambitieus en al behoorlijk wat
bestuurlijke ervaring binnen het CDA
(lid van het dagelijks bestuur van de
provincie Noord-Holland), avontuurlijk
en behoedzaam, maar bovenal zelf
zeer enthousiast over zijn nieuwe
werkkring in het Zeeuwse: Willem
Teunis van Gelder.
Hij is getrouwd, vader van drie
dochters en van gereformeerde huize.
De heer Van Gelder heeft economie
gestudeerd, aarzelde ook nog over een
studie psychologie, maar had eigenlijk
het liefst piloot willen worden.
Zijn moeder stak daar een stokje voor.
Want, zo was haar nuchtere redenering,
ze had hem niet op de wereld gezet
om neer te storten. Geen luchtruim
voor hem dus, maar wel de "woelige
baren", want de heer Van Gelder
belandde bij een adviesbureau voor
scheepsbouw, scheepvaart en havens
en woonde - tot zijn groot plezier -
anderhalf jaar in het Verre Oosten,
waar hij naar hartelust kon
rondreizen....
De heer Van Gelder heeft een warm
hart voor alles wat met cultuur heeft te
maken en een bijzondere liefde voor
literatuur en muziek.
Logisch dus, dat de redactie van
"De Schoone Waardin" het bijzonder
op prijs stelde, dat de nieuwe
Commissaris "ja" zei op het verzoek
als gast te willen optreden in het
culturele zondagmorgen-magazine van
Omroep Zeeland (11.00-13.00 uur).
De heer Van Gelder bereidde dit
gesprek samen met de redactie uiterst
zorgvuldig voor en liet niets aan het
toeval over, zonder dat overigens de
spontaniteit in het gedrang kwam (het
gesprek nam regelmatig een
onderwachte wending, die zeer de
moeite waard was).
De verwachtingen waren hoog
gespannen, want ooit kreeg de heer
Van Gelder van de gezamenlijke
Noordhollandse pers de prijs voor de
toegankelijkste politicus. Daar moest
toch iets van in die uitzending terug te
vinden zijn!
Daar zat hij dan: informeel en zeer
coöperatief, in "gewone" vrijetijds-
kleding en in gezelschap van zijn
vrouw. Gewoon een aardig stel, dat
zich er niet op liet voorstaan "de
Commissaris van de Koningin in
Zeeland en zijn echtgenote" te zijn.
Rol van de provincie
VRAAG: U vertegenwoordigt in onze
provincie H.M. Koningin Beatrix.
Heeft u nou ook regelmatig kontakt met
haar?
ANTWOORD: Er is een periodiek
overleg, met daarnaast ook overleg als
er sprake van is, dat ze Zeeland zal
bezoeken. Ik verwacht dit jaar, dat ze
een aantal malen naar Zeeland zal
komen.
V.: Weet u ook wanneer?
A.: Er zijn vier gelegenheden, die te
zijner tijd wel bekend zullen worden
gemaakt. Dat is een zaak, die de
Rijksvoorlichtingsdienst voor z'n
rekening neemt. Een van die gelegen
heden is de herdenking van de
Watersnoodramp van 1953. In het
kontakt met Hare Majesteit heeft ze mij
destijds duidelijk laten blijken, dat ze er
grote waarde aan hechtte, dat er een
nationale herdenking zou komen en
dat ze daar graag bij aanwezig wilde
zijn. Wat ik ook volslagen voor de hand
vond liggen, als we het boek van Kees
Slager bestuderen ("De ramp, een
reconstructie" - red.) en zien, welke rol
het Koninklijk Huis tijdens de ramp in
'53 heeft vervuld.
Maar ook bij die andere gelegenheden
heb ik in het kontakt als Commissaris
van de Koningin haar verzocht en
geadviseerd om naar Zeeland te
komen.
V.: En daar luistert de Koningin dan
ook echt naar?
A.: Dat blijkt. Daar wil ik nog aan
toevoegen, dat de Koningin een
enorme belangstelling heeft voor alles
wat in Zeeland omgaat. Tot in ver
gaande details. Ze weet b.v. erg veel
over het reilen en zeilen van een
Zilveren Schor.
V.: U heeft regelmatig kontakten in Den
Haag als C.v.d.K.
"Lobby-en" is zo'n prachtig modewoord.
Maar misschien kunt u nog eens
uitleggen, wat dat in de praktijk inhoudt.
Wat doet u dan daar?
A.: Lobby-en is er in de eerste plaats
voor zorgen, dat je een goede
boodschap hebt. En vervolgens voor
die goede boodschap de kanalen
vinden. Een ander te vinden, die je kan
helpen om die boodschap te realiseren,
dat probleem op te lossen of iets tot
stand te brengen. De boodschap, die je
aan die ander moet overbrengen is dat
hij of zij, vanuit zichzelf, zegt: ja, dat wil
ik ook. Dat Is lobby-en. Iemand tot je
bondgenoot maken.
V.: Wat is uw rol daarin? Hoe ziet u dat
zelf?
A.: Eerst zorgen, datje een hele goede
boodschap hebt. En vervolgens
zorgen, datje de relaties, de kanalen
hebt, waardoor je die boodschap kan
overbrengen.
V.: Bent u dan een soort Hermes-
figuur, een "intermediair", een
boodschap-overbrenger?
A.: Ja, ik denk, dat je kunt zeggen: het
verblijf buiten de provincie is voor een
Commissaris net zo belangrijk als een
verblijf binnen de provincie. Maar dat
lobby-en kan ook intern. Vaak vertaalt
men dat lobby-en onmiddellijk naar
Den Haag. Ik heb in de afgelopen tijd
kontakten gehad met het Ministerie van
Landbouw, Staatssecretaris Gabor, de
heer Heerma en minister Alders. Maar
het lobby-en gebeurt ook intern. Zo
vind ik het overleg, het kontakt met
Waterschappen of gemeentebesturen
om met elkaar iets tot stand te
brengen, dat intern lobby-en, net zo
belangrijk.
V.: Is dat ook een van de funkties van
een provincie: het bij elkaar brengen
van belanghebbenden, een netwerk
opzetten?
A.: Ik vind dat de provincie als
intermediaire bestuurslaag, tussen Rijk
en gemeente, maar ook temidden van
alle mogelijke maatschappelijke
organisaties, zoals de Waterschappen,
de organisaties op gebied van cultuur
en maatschappelijk werk bij uitstek een
coördinerende rol moet hebben.
Mensen om de tafel brengen om dan
gezamenlijk zaken tot stand te
brengen, waarbij - in mijn ogen dan -
de provincie als een soort "primus
interparis" een rol moet vervullen om
leiding te kunnen geven. Niet omdat zij
2