"De Schoone Waardin" in gesprek met W.T. van Gelder die leiding wil hebben, maar gewoon omdat ze dat waarmaakt door een inbreng in dat overleg te hebben, die van dusdanige kwaliteit is, dat de andere partijen zeggen: ja Provincie, je hebt gelijk, daar doen we aan mee. V.: En daarvoor zijn er hier in Zeeland voldoende ingrediënten aanwezig om die rol te kunnen vervullen? A.: Ik ben er van overtuigd, dat er in Zeeland al veel tot stand is gebracht de afgelopen jaren en dat er nog veel tot stand gebracht kan worden. Tijdens de kennismakingsgesprekken met veel instanties kom je nog wel een beeldvorming van de Provincie tegen, waar men de Provincie wat terug houdend, wat afstandelijk, wat formalistisch vindt. Ik denk, dat het altijd een beetje een onderdeel is van het spel, als je elkaar nodig hebt, om een bepaalde beeldvorming van een ander te hebben. Maar als ik vervolgens ook in het ambtelijk apparaat een rondgang heb gemaakt en met veel ambtenaren heb gesproken en ook voortdurend kontakt heb - b.v. bij de voorbereiding van lezingen met verschillende beleidsambtenaren - denk ik, dat we hier in de provincie ontzettend veel kwaliteit in huis hebben. Ik hoop ook, dat we met b.v. de kerntakendiscussie en de commissie "werkwijze provincie" discussies gaan krijgen als: hoe moet de provincie naar buiten optreden zodat we al die waardevolle kennis en kwaliteit die we in huis hebben, ook zo goed mogelijk naar buiten weten uitte dragen zodat vervolgens gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties graag met de provincie samenwerken om goede dingen in Zeeland tot stand te brengen. Trots op Zeeland V.: U had ongetwijfeld een beeld van de provincie Zeeland, voordat u hier kwam. In hoeverre klopt dat beeld nog? A.: Jaer zijn een paar dingen, die me nu zo primair te binnen schieten. Van buiten heb je het idee: Zeeland is Zeeland. De Zeeuwen zeggen zelf: ik moet Zeeuw met de Zeeuwen zijn. Maar als je hier dan komt, konstateer je hoe groot de verscheidenheid in Zeeland is. Datje een noord-, midden- en zuid-Zeeland hebt. Dat men over elkaar praat als: die mensen aan de "overkant". Ik hoop nooit aan dat woord "overkant" te zullen wennen. Vervolgens de Deltawerken. Daarvan krijg ik wel eens het idee dat men dat in Zeeland een zaak vindt die voor de Zeeuwen is neergelegd, maar niet van de Zeeuwen is. Een heel merkwaardige ervaring. Men ziet het hier meer als een Nederlandse trots, die toevallig in Zeeland ligt. Dan een ander punt: als ik iets wist van Zeeland op cultuurgebied, dan was dat wel het Festival Nieuwe Muziek. Dat is iets heel bijzonders. Dat wist ik in Amsterdam al. En ik konstateer hier, dat daar wel eens wat anders over wordt gedacht. Wat ik heel jammer vind, want het is echt van nationaal, zo niet Europees niveau. En als je vanuit de invalshoek natuurbescherming kijkt naar de kaart van Nederland: waar liggen de belangrijkste natuurgebieden? Dan knalt in Zeeland het Verdronken Land van Saefthinge eruit. Dat vindt men in Zeeland natuurlijk het belang rijkste natuurmonument, denk je dan, vergelijkbaar met de duinen in Noord- Holland. Als je maar de kans krijgt om dat aan te kopen, dan staat iedereen daar heel enthousiast voor klaar, ook al kost dat veel geld...en dan is er hier tot mijn vebazing wat terughoudendheid. V.: De Zeeuwen zouden iets meer moeten doen aan hun eigen zelf waardering? A.: Waar ik ook nooit aan hoop te wennen is, dat wanneer over Zeeland gepraat wordt, dat gebeurt in termen van "klein". Ik heb nu al in stukken het woord "klein" in relatie met Zeeland moeten schrappen. Ik begrijp dat niet. Ik heb vanuit buiten Zeeland deze provincie nooit als "klein" ervaren. Denkt u, dat ik in een provinciaal overleg waar Zeeuwse gedeputeerden waren, die niet gewoon als gelijkwaardige partners heb beschouwd? Het gekke is, dat men in Zeeland van zichzelf denkt dat dat wel zo is. Dat men van buiten naar ons kijkt, alsof we klein zijn. Wat ik nog wel eens het "Calimero- effect noem, is echt flauwekul. V.: Men mag hier best wat trotser zijn op zichzelf? A.: Ja. Er zijn hier dingen, waar ik echt van meen, dat we daar als Zeeuwen hartstikke trots op moeten zijn. V.: Wat zijn dat dan voor zaken, waar u zo trots op bent? A.: U wilt de hele waslijst? Laat ik er even twee of drie punten uit oppakken. Waar ik echt van onder de indruk ben - in mijn kennismakingsperiode in Zeeland - is de enorme inzet en participatie van mensen bij organisaties. Ik bedoel al het vrijwilligerswerk. Of het nu "De Sterre" is in Clinge, waar zo'n honderd vrijwilligers bij betrokken zijn, of de ziekenomroep in Goes of het asielzoekerscentrum in Burgh- Haamstede met zo'n vijftig a zestig vrijwilligers: daar ben ik erg van onder de indruk. Die bereidheid om je individueel in te zetten voor en een bijdrage te leveren aan onze gezamenlijke maatschappij. V.: Kende u dat dan niet? Speelde dat in Noord-Holland niet of minder? A.: Ik denk, dat dat nu een van de nadelen is van een grootstedelijke gemeenschap, waar die maatschappij iets killer, iets afstandelijker is, met iets minder zorg voor elkaar. Ik denk, dat dat een zaak is, die mij opvalt, omdat het een waardevolle zaak is. Ik wil niet nalaten om de Zeeuwen op het hart te drukken: verzorg dat, houd dat in stand, want dat is heel belangrijk. Neem nou het Rode Kruis. Er zijn meer dan 30.000 vrijwilligers, die zich voor dat Rode Kruis-werk inzetten! Het tweede, waar ik echt lyrisch over kan worden is ons grootste culturele kunstbezit: de wandtapijten, waar vijftig jaar aan gewerkt wordt, om ze te restaureren. Dat is van wereldbetekenis, wat daar in het Zeeuws Museum hangt. En dan hoop ik, dat de Zeeuwen zich realiseren, dat zoiets echt een bezit is om trots op te zijn. V.: Je hebt soms iemand van buitenaf nodig, om je er nog eens op te wijzen. Als je hier woont, vind je het misschien allemaal zo vanzelfsprekend. Daarom is het misschien wel goed, dat u gekomen bent A.: Daarom is het ook wel eens van belang om uit je vertrouwde omgeving weg te gaan en daarna weer terug te komen. Daardoor komt het ook, dat ik nu in de weekenden weer wat anders tegen Amsterdam aankijk. Het derde punt, waar ik trots op ben zijn de culturele aktiviteiten, die er in Zeeland plaatsvinden. Ik vind, datje kunt constateren, dat er in Zeeland heel wat aan de gang is, dat zeker moet blijven. Ik denk met name op muziekgebied het Festival Nieuwe Muziek. Maar ik denk ook aan andere punten in het culturele leven, zoals de cultuur-participatie en de wijze waarop 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 9