Galerie Van onder het zand Werk van Sjoerd Buisman in 'de Bewaerschole' in Haamstede Leo Delfgaauw In het kader van het beeldende kunst project 'Tussen hemel en aarde' is vanaf 8 mei het werk van Sjoerd Buisman te zien in Haamstede op Schouwen-Duiveland. Het project bestaat uit een reeks van tentoon stellingen van hedendaagse kunstenaars die zich in hun werk door de natuur laten inspireren. In Haamstede zijn ze uitgenodigd om een tentoonstelling te maken vanuit een reactie op de omgeving; een breed duingebied, de overgang van land naar zee en de uitgestrekte horizon. Eerder was er al werk te zien van Jan van Munster, Toine Horvers en Hans van der Pennen, later volgen nog David Vandekop en Waldo Bien. Sjoerd Buisman (geb.1948) heeft als kunstenaar al een lange staat van dienst en vanaf eind jaren zestig is zijn werk regelmatig in binnen- en buitenlandse tentoonstellingen te zien geweest. Kenmerkend voor het werk van Buisman is zijn fascinatie voor plantaardige groeiprocessen, zowel in hun natuurlijke vormen en structuren als in allerlei aberraties en vervormingen. Vanuit deze belang stelling heeft hij een grote variëteit aan beelden, tekeningen, projecten en registraties gemaakt. Een gesprek. "Mijn eerste kennismaking met de omgeving van Haamstede was in een lange wandeling vlak na een van de laaste novemberstormen. Door de storm waren duinen weggevaagd of verplaatst en bomen ontworteld. Het was alsof er oude lagen van de bodem aan de oppervlakte waren gekomen. Plotseling was er iets zichtbaar geworden van het eeuwige proces van verandering van onze omgeving. Voor mijn tentoonstelling wilde ik dit gegeven van toedekken en blootleg gen gebruiken. Ik heb in de ruimte van de 'Bewaerschole' drie manshoge beelden geplaatst die half onder het zand verscholen gaan. Er waren een paar vrachtwagens met zand voor nodig om de ruimte goed vol te storten. Doordat het zand niet egaal ligt maar als het ware tegen de wanden is opgewaaid, lijkt het alsof de beelden zich ontworstelen aan het zand. De beelden zijn gebaseerd op plantaardige groeivormen. De concentrische groeistructuur van planten is het uitgangspunt voor de vorm van mijn beelden. Nu ze in het zand geplaatst zijn, is het alsof de beelden werkelijk omhoog groeien." "De natuur is altijd al in mijn werk aanwezig geweest. Dat was al zo toen ik nog op de akademie in Rotterdam zat, indertijd nog zo'n ouderwetse opleiding waar je gipsen moest natekenen. Ik was toen eigenlijk al in mijn kunstenaarschap verder en ben dan ook na twee jaar van de akademie gegaan. In 1967 kwam ik op Ateliers '63 waaraan ik heel goede herinneringen heb. We hadden altijd veel gesprekken met de begeleiders en met de studenten onderling. Dat was zeer stimulerend. Vanaf die tijd ook ben ik me gaan bezig houden met groeiprocessen. Ik registreerde de groei van planten en gewassen en experimenteerde met beïnvloeding van deze processen. Belangrijk hierbij is het aspect van tijd. De tijd die zich laat aflezen in de groei en de verandering. Ik experimenteerde met de groei van aardappels en tuinkers. Zo zaaide ik bijvoorbeeld tuinkers in op een natte dweil en liet dit later weer uitdrogen. Ook manipuleerde ik de groei van planten door met kunstmatige lichtbronnen te werken." "Ik ben geboren in Gorinchem en dus opgegroeid in de nabijheid van de Biesbosch. Dat was toen nog een echt getijden-gebied met overal wilgen. De wilg is een boom die me vertrouwd is. Begin jaren zeventig ben ik wilgen gaan gebruiken voor mijn groei- projecten. Ik hing bijvoorbeeld een knotwilg met ingepakte kluit op z'n kop en liet hem zo verder groeien. De nieuwe takken groeiden omhoog, tegen de zwaartekracht in, waardoor er merkwaardige tegenstellingen ontstonden. Langs de Merwede plantte ik horizontale wilgentakken die weer vertikale scheuten kregen. Schuine palissades van wilgentakken krijgen na verloop van tijd nieuwe uitlopers in andere richtingen. Het is fascinerend om te zien welke krachten er in een plant leven. Goed afleesbaar is dit met name aan bomen die letterlijk tegen de verdrukking in groeien. In mijn 'bomenproject Woudrichem' uit 1971 en in het 'bomenproject Nederland' uit 1973-'75 heb ik een uitgebreide foto registratie gemaakt van allerlei bomen die door menselijke of natuurlijke invloeden groeiveranderingen hebben ondergaan. Bomen die waren ingesnoerd, gekerfd of beschadigd en die daardoor vreemdsoortige littekens en plastische abnormaliteiten bezitten. Ik heb ook zelf wel dergelijke afwijkingen veroorzaakt door letters in een pompoen te kerven of een knoop in een wilgentak te leggen. Vaak vroegen mensen mij of ik het niet erg vond daarmee de plant pijn te doen. Ik geloof echter niet dat het zo erg is; eigenlijk zijn juist dit soort onvolkomenheden heel natuurlijk. Meestal werd de vraag gesteld door vegetariërs die zelf voortdurend aan het kweken waren." "Hoe belangrijk licht is voor de groei van planten heb ik ondermeer kunnen constateren in het 'zonne- en schaduwblad project' uit 1975 waarbij ik een enorme verzameling heb aangelegd van bladeren van allemaal verschillende bomen. Bij elke boom bleken er grote verschillen in formaat, kleur en hardheid te zijn tussen de bladeren aan de zonkant en aan de schaduwkant. Toen alle blaadjes ingelijst en wel in de galerie van Helen van der Meij in Amsterdam te zien waren, is er zelfs een biologie- werkgroep van de Universiteit komen kijken die met een soortgelijk onderzoek bezig was. Zelf heb ik nooit enige wetenschappelijke pretentie met mijn werk gehad. Ik bekijk alles als kunstenaar en vind vormen en structuren in de eerste plaats om hun visuele en plastische kwaliteiten interessant. Hoewel ik al vanaf mijn veertiende cactussen verzamel en ent, heb ik dat nooit uit wetenschappelijke belangstelling gedaan, maar altijd vanuit een fascinatie voor de vorm. Het is boeiend om in de ogenschijnlijk chaotische natuur allerlei wetmatig heden te ontdekken. In de manier van presenteren van mijn werk heb ik meestal het procesmatige tot uitdrukking willen brengen. In 1978 heb ik in Venezuela een 'epiphyten-project' uitgevoerd. Epiphyten zijn kleine plantjes die als warrige bolletjes op bomen, andere planten, muren en zelfs 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 30