Galerie Sculptuur van S. Buisman. op bovenleidingen groeien. Ik heb hier een uitgebreide fotoregistratie van gemaakt en zag de epiphyten als een soort natuurlijke sculptuur." "Vanuit het meer conceptuele werk uit de jaren zeventig waarbij ik eenvoudige ideeën uitvoerde en objectief registreerde, ben ik steeds meer zelf het uiteindelijke kunstwerk gaan formeren. Dat begon al in 1979 met reconstructies van bladeren; ik schilderde in exact de juist kleur het ontbrekende gedeelte van een blad waardoor er als het ware weer een geheel ontstond. Hierbij moest ik dus ook de vorm van het ontbrekende deel bepalen. Ik ben vanaf toen steeds vaker in tekeningen, aquarellen en beelden plantaardige structuren gaan nabootsen in heel preciese of meer vrije vormen. Vanuit een zeer realistische weergave van een plant kwam ik tot de abstractie van de onderliggende groeistructuur. Hieruit ontstonden de 'phyllotaxis-werken'. Phyllotaxis is de benaming voor de positie van de bladeren van een plant ten opzichte van elkaar. De bladinplant is meestal spiraalvormig waarbij de bladeren min of meer tegenover elkaar geplaatst zijn. Bij een doorsnede van de bleekselderij zie je prachtig deze ringvormige opbouw. Ik heb deze vorm tot uitgangspunt van veel beelden gemaakt. De drie beelden in Haamstede zijn op dit groei-principe gebaseerd. Ook de spiraalvormige geleding van de cactus heb ik vaak gebruikt. Eerst waren het vooral liggende, open spiralen die ik maakte. Later werden het verticale en ook meer massieve beelden. Een aantal hoekige, torenachtige beelden heeft een knop- structuur. Ik gebruik verschillende materialen; hout, brons, beton, papier en papiermache. Het materiaal heeft in kleur en structuur een eigen waarde en moet het beeld enigszins verhullen. De beelden moeten iets aangetasts hebben, alsof ze weer worden opgenomen in de natuur. Ik vind het tevens belangrijk dat de beelden zich van meer kanten laten bekijken, dat ze ruimtelijk blijven." "Ik grijp in mijn werk dikwijls terug op dingen die ik al lang geleden gedaan heb. Vanuit het oudere werk ontstaat zo weer iets nieuws. Ik werk tegenwoordig met assistenten; akademie-studenten die bij mij stage lopen. Jonge studenten willen altijd veel te veel, ze moeten leren zich te beperken. Ze moeten zich concentreren op iets kleins. Het is bijna zen. Het zelfbevredigende aspect van kunst maken, is moeilijk uit te leggen. Je blijft toch bezig met het visualiseren van hersenspinsels." Literatuur. Sjoerd Buisman 1967-1992, Amsterdam 1992. Voor tentoonstelling zie Culturele Agenda. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 31