Boekbesprekingen De dorpskom van Oudelande. Bij de klapbank staan enkele geredde koeien. Bootjes brengen arbeiders naar de dijk. In een huis aan de Krepelstraat vinden ze een droge zolder; de burgemeester is die nacht uitgerangeerd. Pas als het licht wordt durven ze naar het stadhuis te gaan. Schuurbeque Boeije is bang met zijn te grote lieslaarzen te vallen en klimt op de rug van de politieagent. Daar aangekomen wordter aanvankelijk niet veel actie ondernomen, behalve dan dat de burgemeester 120 mud bruine bonen koopt, die een halve nacht in het zoute water hebben gestaan. Het is een beetje storend dat in Slagers chronologische beschrijving van de ramp - deel één - de lezer zo ongeveer per driekwart pagina flinke geografische sprongen maakt. Hij of zij verhuist om de paar alinea's van Willemstad naar Dreischor, van Zierikzee naar Ooltgensplaat, Stad aan 't Haringvliet, enzovoort. Voor mensen die niet bekend zijn met het gebied is dat wel eens jammer. Wat zou het mooi zijn om dit boek op cd-i te zetten, zodat je telkens als een verhaal weer wordt opgepikt, het landkaartje en de foto's van de hoofdpersonen te zien krijgt. Soms duizelt het je, en ben je een hoofdpersoon vijftig pagina's verderop weer vergeten. Het korte stukje hierboven over Schuurbeque Boeije is ontleend aan pagina's 55, 92 en 157. Zo ver staan sommige stukjes informatie - die qua plaats en verhaal bij elkaar horen - soms uit elkaar. Een moeilijk schrijversprobleem; want de chronologie is inderdaad de mooiste rode draad. Het enige dat de lezer helpt: in flink tempo lezen en de bijgeleverde kaart bij de hand houden. Bewieroken Slechts twee burgemeesters krijgen van Slager het keurmerk goed: Cor van der Hooft, burgemeester in Willemstad en P. Hordijk, burgemeester van Ooltgensplaat. Van der Hooft en Hordijk doen al het mogelijke. Ze laten mensen waarschuwen - het kan ze niet schelen als dat straks heel misschien niet nodig blijkt te zijn geweest, dan lachen de mensen ze maar uit. Ze bestellen het leger, nemen voedselmaatregelen en nemen de zondag de leiding bij belangrijke herstelwerkzaamheden. Slager bewierookt ze zo ijverig dat ik me af en toe afvroeg of de mannen misschien ook nog foutjes hadden gemaakt. Het leek soms te veel, zo veel heldendom. Laat ik het gedeelte over de onbekende ramp-elementen in Slagers boek afsluiten met drie interessante voorbeelden: het schip van Arie Evegroen dat in het gat van de Schielandse Hoge Zeedijk wordt gevaren en zo een groot deel van Zuid-Holland behoedt voor een watersnoodramp. Een schipper die mensen evacueert, al zijn kleren weggeeft, maar van hulpverleners geen nieuwe krijgt, omdat hij geen direct slachtoffer is. Een slachtoffer op zolder, krijgt via hero Hordijk een bootje met melk langsgestuurd. Enige, kwade commentaar: hadden jullie die melk niet warm kunnen maken? 'De ramp. Een reconstructie' is een must voor iedereen die geïnteresseerd is in de ramp. Als er al iets negatiefs te zeggen is over Slagers boek dan is het hooguit de enorme hoeveelheid details (sommige worden twee keer verteld) in de 429 pagina's. Slager is er niet in verzopen, maar het is te zien dat het een heksentoer geweest moet zijn om het overzicht te behouden. Jan Blokker vroeg in een recensie om een marine helikopter, die 'even boven de details in het verhaal gaat hangen'. Die helikopter kan de lezer gelukkig zelf zijn, als hij of zij bij de les blijft: daarvoor zit er voldoende lijn in het boek. Van na de ramp Tot dusver was het niet te merken, maar dit is een vergelijkende recensie. Aanvankelijk noemde ik in de aller eerste zin (Wat mij na het lezen van De ramp. Een reconstructie het meest verbaasde: waarom is dit boek niet eerder geschreven?) ook Het water en de herinnering van Selma Leydesdorff. Zij is hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam, historica heeft carrière gemaakt in de oral history (Leydesdorff: "Internationaal zit ik aan de top.") Maar in haar boek las ik minder dingen waarvan ik dacht: waarom is dit nog niet eerder opgeschreven? Dus schrapte ik de titel uit die eerste zin en schreef daarna in gedachten de tweede: En wat mij na het lezen van de Het water en de herinnering. De Zeeuwse Watersnoodramp 1953 - 1993 het meest verbaasde: hoe bestaat het dat dit boek überhaupt is geschreven? En dat was ook weer overdreven. Ik zal het verklappen: ik ben van na de ramp en, net als Leydesdorff, 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 33