Grepen uit de geschiedenis van de kunst in Zeeland (IV) (1585) heel wat namen van nieuw ingeschreven leden uit de Scheldestad afkomstig. Vaak zien we er in de jaren 1585 tot 1613 de helft of de meerder heid van de bestuursfuncties in dit Gilde door Zuiderbroeders ingenomen. De schilders brachten Vlaamse kunstinzichten, werkwijze en onder werpen mee naar hier. En zo valt er te Middelburg tot over het eerste kwart der zeventiende eeuw een aantal schilders van bloemstukken en van romantisch verhalende landschappen - vaak 'zomertjes' en 'wintertjes' - aan te wijzen die ik aanduid als een Middelburgse Brueghelgroep, waarbij vooral voor de bloemenschilders, de naam Brueghel meer aanduiding van overeenkomst en verwantschap is dan van rechtstreekse navolging. Ambrosius Bosschaert en zijn drie zonen, Baithasar van der Ast, Johannes van der Ast, Christoffel van den Berghe en Johannes Goedaert behoren ertoe als stilleven-, vooral bloemschilders; Adriaen van de Venne, de Monogrammist CVB - die in een volgende afdeling nader geïdentificeerd zal worden - Adriaen van Stalbemt, Mattheus Molanus, Jacob van Geei en Johannes Goedaert als landschap schilders. Aanvang en eerste uitingen van de Middelburgse Brueghel-groep zijn voor ons in nevelen gehuld. Mogelijk heeft Gillis van Conincxloo hier nog rechtstreekse invloed gehad. Bij zijn oudste biograaf Caret van Mander kunnen we lezen dat Conincxloo werkzaam was in Antwerpen "....tot der tijt datse (de stad) is beleghert gheworden doe quam hy in seelandt meenende in naar) Vranckryck te reysen om zijn goet dat hy daer hadde te vercoopen dan bleef in Zeelandt en is met zyn ghesin uyt de Nederlanden vertrocken en ging woonen te Franckendael in Duytschlandt...." Zijn vertrek uit Antwerpen, in januari 1585 was goed voorbereid. We weten uit getuigenverklaringen dat hij kort tevoren zijn goederen had laten inpakken en verzenden. Waarschijnlijk bracht Conincxloo dus wel enkele van zijn schilderijen mee naar Zeeland. Ook heeft hij daar zo goed als zeker nog maandenlang gewerkt. Tussen zijn vlucht naar Zeeland, januari 1585 en zijn aankomst in Frankenthal, maart of april 1587 liggen ruim twee jaren. Ambrosius Bosschaert de Oude, Boeket in een Chinese vaas, koper 68 x 50 cm, gemerkt met monogram, ca. 1610; verzameling Thyssen-Bornemisza Foundation, Lugano. Zekere Cornelis Monincxte Middelburg bezat er omstreeks 1604 van onze Conincxloo "een heerlyck iantschap op Penneel" als schoorsteenstuk, de Zeeuwse muntmeester en kunst verzamelaar Melchior Wijntgis "eenen grooten doeck en twee ronde". Dit kan achtergebleven werk uit de Zeeuwse tijd van Conincxloo geweest zijn, zeker is dit niet. Ambrosius Bosschaert, schilder-coopman Duidelijker dan die van Conincxloo zijn werkzaamheid en invloed in Middelburg aanwijsbaar van de in Antwerpen geboren Ambrosius Bosschaert de Oude, "treffelyck schilder van blommen en van fruytasie". 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 5