De Schoone Waardin in gesprek met filosoof Jos de Mul dat een kunstenaar een eenzaam scheppend genie zou zijn, de enige die bovendien over z'n kunstwerk zou kunnen oordelen, die in "kiem" het hele kunstwerk in zich heeft. v Tegenwoordig wordt er toch vaker zo gedacht, dat er allerlei aspecten in kunstwerken kunnen zitten, die toevallig zijn, die misschien helemaal niet door de maker zo zijn bedoeld, maar die toch een bepaalde betekenis met zich meedragen. Iemand die een roman of een beeldend kunstwerk probeert uit te leggen kan dan vaak nieuwe aspecten in zo'n werk naar voren brengen. Neem nou klassieke tragedies, die door de eeuwen heen zijn opgevoerd. Telkens zagen uitvoerenden en regisseurs daar weer nieuwe dingen in en konden daar een nieuwe visie vanuit hun tijd in leggen. Waren ze daarmee ontrouw aan de schrijver? Ik denk, dat je dan al te zeer de kunstenaar centraal stelt. Het gaat vooral om het kunstwerk en hoe dat betekenissen oproept. De uitvoerenden en ook de toeschouwers m.akea.Jaac dee.l .varuiit.ea raakan ,nn|r evenals mijn grootouders van weerszijden een boerderij. Mijn grootmoeder had zelfs nog een imkerij. We woonden in een schilderachtige omgeving. Mijn moeder is heel jong gestorven, ze was pas 24 jaar oud. Omdat mijn broer pas vier maanden oud was, is mijn vader weer snel hertrouwd. Ikzelf ben door mijn grootouders opgevoed. De inval van Rusland in Polen op 17 september 1939 heeft een grote stempel gezet op de rest van mijn leven. Toen begon de Nationalistische Oekrainse Organisatie de Poolse bevolking systematisch uit te roeien. Huizen werden platgebrand en vooral de vrouwen en kinderen moesten het ontgelden. In die tijd zijn een half miljoen mensen omgekomen, waarvan 300.000 vrouwen en kinderen. Gelukkig is in deze periode niemand van mijn familie omgekomen. Wel hadden we een behoorlijke materiële schade doordat de boerderijen in brand waren gestoken. Na deze eerste schok kwam er een tweede, de deportatie naar Siberië. Om de twee maanden ging er een transport. Dit gebeurde vier keer. Het eerste en ergste transport was op 10 februari 1940, daarin zaten mijn familie en ik. In deze periode is de hel begonnen voor ons en anderen. Ludwika Buczynski (3e van links-bovenste ril) samen met de andere meisjes van het meisjes-internaat in Lubomierz. coöperatieve staatsboerderij) en de mannen in het bos om bomen te kappen. Mijn vader is daar overleden. Korte tijd later zijn mijn grootouders door de honger omgekomen. De Russen spoorden voor mij familie op en vonden een tante die zelf drie kinderen had. Daar heb ik een tijdje bij Op 30 juli 1941 ondertekende generaal Sikorski een diplomatieke afspraak met Poolse taal werd verboden, men wilde dat wij Russen werden. Velen van ons zijn in die tijd de eigen taal verleerd, vooral de kleintjes, bij de groteren is wel iets blijven hangen. 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 11