Hij zingt omdat hij zingen moet baseerden hun gedegen onderzoek voornamelijk op kritieken en beschouwingen in kranten en literaire tijdschriften. De laatste bijdrage is van S.A.J. van Faassen. Boutens blijkt als boekbezorger geen vernieuwende rol te hebben gespeeld, hoeveel aandacht hij ook aan de verzorging van zijn uitgaven besteedde. Zijn voorkeur ging uit naar een sobere en precieze vormgeving. "Hij was een beul voor zijn drukkers en uitgevers", schrijft Van Faassen. "Zijn aandacht richtte hij voornamelijk op foutloos zetsel, beperkte oplagen, somptueuze papiersoorten en kostbare bindwijzen - grotendeels uiterlijk vertoon. De pure typografie kon minder op zijn belangstelling rekenen." Het is jammer dat er geen bijdragen van De Clerck en Sötemann in het schrijversprentenboek zijn opgenomen. Wat de laatste betreft, wordt dit goed gemaakt door een publicatie in de Slibreeks. Onlangs verscheen als 61e nummer in de serie een bijzondere uitgave van Sötemanns Domburgsch uitzicht van P.C. Boutens. Analyse en interpretatie van een 'gebroken' symbolisch gedicht. Als 'onmisbare aanvulling' op het Schrijversprentenboek werd Uit den ban van duur en tijd. Bloemlezing uit de lyriek van P.C. Boutens (1870- 1943) gepresenteerd. Sommige gedichten had men er wat mij betreft uit mogen laten, andere hadden er zeker in moeten staan. Over het geheel bezien, lijkt de keuze zeer verantwoord en het resultaat een goede inleiding op het werk van Boutens. Zal men de moeite nemen het werk van Boutens steeds weer tegen de achtergrond van zijn leven te plaatsen? Zal men door de op het oog vaak grote gekunsteldheid heen kunnen en willen kijken? Zo niet, dan zal veel ontoegankelijk blijven. Onbetwistbaar lijkt dat in elke bundel verzen, in vele verzen regels staan van zo zuivere schoonheid dat men er stil van wordt. Althans, zo vergaat het mij. BEKNOPTE CHRONOLOGIE 1870 20 Februari 1870: P.C. Boutens, zoon van Pieter Cornelis Boutens en Wilhelmina de Vey, in Middelburg geboren. Volgt het Middelburgs gymnasium (1884-1890), enthousiast lid van het gymnasiastengezelschap Nihil sine Labore. Vertaalt in zijn vrije tijd Plato's Symposion en gaat tegen de wens van zijn vader in klassieke letteren studeren in Utrecht. Wordt daarbij financieel gesteund door derden. 1890 Vestigt zich in Utrecht. Actief in Zeeuwse gezelschappen en studentenalmanakken, verder vooral harde werker. 1893 Kandidaatsexamen, 1896 doctoraal examen, 1899 promotie. 1894 Leraar klassieke talen aan de protestantse jongenskostschool Noorthey in Voorschoten. 1894 Bundelt XXV Verzen, alleen voor vrienden. Dankzij Lodewijk van Deyssel contact met de literaire wereld. 1897 Raakt bevriend met Marie Moll. 1898 Publicatie eerste bundel Verzen. Gaat regelmatig in tijdschriften publiceren, ontwikkelt zich van lyricus tot symbolist. 1900 Dood van Willem van Tets. B. schrijft o.m. Naenia (gedrukt in 1903). 1902 Publicatie Praeludiën. 1903 Definitieve breuk met Marie Moll. 1904 Instorting. 1904 Rustkuur in Meran. Besluit zich volledig aan de literatuur te wijden. Vestigt zich najaar 1904 als dichter en privé-leraar in Den Haag. Krijgt financiële steun van letterkundigen en oud leerlingen van Noorthey. Publiceert inmiddels ook vertalingen. 1905 Betrokken bij oprichting Vereniging van Letterkundigen. (Van 1918 tot zijn dood voorzitter. Dankzij hem in 1919 Willem Kloos-fonds en in 1921 Nederlandse afdeling van de PEN-club. Bovendien 1931 PEN-congres in Den Haag.) 1907 Publicatie Stemmen en Verzamelde Sonnetten. 1908 Opvoering Spel van Platoons leven door Delfste studenten; kort daarvoor dood van Jan van Drooge. B. zal meer dan twintig jaar werken aan 'de verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe'. 1908 Kennismaking met Cornelis van Duyvenbode, tot B. 's dood 'huisknecht en vriend'. Door publicatie Beatrijs (1908), Vergeten Liedjes (1909) en Carmina (1912) populariteit. 1910 Opvoering gebarenspel Alianora in Leiden. 1916 Verhuist naar Laan Copes. Voor Lente-maan (1916) weinig waardering. Intussen meer vertalingen en ook boekbezorgingen. 1919 Verschijning Strofen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe. 1921 Liederen van Isoude en 1922 Zomerwolken. Naast eigen werk lessen, diners en buitenlandse reizen. 1922 Feestdis voor 25 jaar Verzen. 1924 Opvoering Middelburg''s Overgang in 1574 op Markt te Middelburg. 1927 (Nieuw Zeeuwsch Geuzenlied). 1929 Achttien Verzen bij Werken van W.A. van Konijnenburg. 1930 Viering 60e verjaardag. 1931 Bezonnen Verzen. 1932 Publicatie Honderd Hollandsche Kwatrijnen en verschijning Strofen en Andere Verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe. 1937 Rijmprentdood van Maggi Mijnssen. 1940 Viering 70e verjaardag. Het hiervoor bedoelde liber amicorum is pas een jaar later klaar. 1942 Lidmaatschap Cultuurkamer en publicatie Tusschenspelen. Wordt eind 1942 ernstig ziek. 1943 14 Maart 1943 Overlijden P.C. Boutens in Haagse Zuidwal-ziekenhuis. 18 Maart 1943 Begrafenis in Den Haag. Boutens' Verzamelde Werken verschenen tussen 1943 en 1954 in zeven delen; zijn Verzamelde Lyriek verscheen in 1968 in twee delen. Bloemlezingen werden samengesteld door W. Kramer (1926), J.W.F. Werumeus Buning (1930), Boutens zelf (1942), Hans Warren (1959), Adriaan Morriën (1959) en nu door Jan Nap, Ben Peperkamp, Murk Salverda en Joost van der Vleuten (1993). Ik heb iets bijna schoons aanschouwd. Over leven en werk van P.C. Boutens 1870-1943. Schrijversprentenboek 34, red. Jan Nap, Ben Peperkamp, Murk Salverda en Joost van der Vleuten, 168 p., Amsterdam/Den Haag 1993, f 39,90. ISBN 90 253 0377 3. Uit den ban van duur en tijd. Bloemlezing uit de lyriek van P.C. Boutens (1870-1943), samenstelling Jan Nap, Ben Peperkamp, Murk Salverda en Joost van der Vleuten, 120 p., Amsterdam iqqq f or ISBN 90 253 0378 1. Domburgsch uitzicht. Analyse en interpretatie van een 'gebroken' symbolisch gedicht, door A.L. Sötemann. Slibreeks nr 6132 p., Stichting Kunstuitleen Zeeland, Middelburg 1993, f 10,-. ISBN 90 6354 065 5. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 26