Een die er buiten valt Uit de ets-almanak 1927. Tekening van Lex Meeussen. 1921 en de 'U-gedichten' uit 'Verzen' 1925, zouden er een geheel nieuwe geladenheid door krijgen, vergelijkbaar met de verzen van Kloos 'Over de liefde die vriendschap heet'. Veel van zijn verdwijningen, bijvoorbeeld die naar Brussel na de 'onverkwikkelijke' geschiedenis met Gien Fenneman, en de geschiedenis zelf, zouden erdoor verklaard kunnen worden (zie beknopte biografie). Het verdrongene, het androgyne zou een heel nieuw licht op de dichter Jan Campert kunnen werpen. Want dichter is hij voor alles geweest. JAN ft TH. CAMPERT i OCHTEND Ontwaakt uit dit diepe rusten door de willekeur van uw hand, zie ik uw hoofd aan mijn schouder en uw lijf aan mijn lijf gestrand. Sinds gisteren zijn jaren vervlogen, wij waren vreemd aan eikaar, nu vindt het licht ons tesamen - ik sliep in den roes van uw haar. Maar bij God, vanwaar dit vreezen, dat hard in mij staat gebrand, dat hemel en hel zijn verholen in de holte van uw hand. De hele Andries de Hoghe-kwestie is trouwens uiterst interessant. Martinus Nijhoff, met ook al Zeeuwse kanten - zie bijvoorbeeld zijn gedicht 'Het huis'-, heeft Boutens en Andries de Hooghe (door Martinus Nijhoff met twee o's gespeld) apart genoemd. Hij vond ze beide van zeer hoog niveau, al vond hij Boutens iets beter. Zoals gezegd was het homofiele karakter van de gedichten de reden voor het pseudoniem. 'Een die er buiten valt'. Het gekwelde en het glorieuze vinden beiden hun wortels op Walcheren en maakten Jan Campert voor altijd ontheemd. 'Een die er buiten valt'. Maar nu dan misschien niet meer! BIOGRAFISCHE GEGEVENS OVER JAN CAMPERT 1902 15 augustus. Geboren te Spijkenisse als oudste kind. De ouders, Petrus Campert Remco geboren 15 juni 1874 te Leiden en Johanna Anna Maria van Hall geboren op 25 mei 1871 te Middelburg, kwamen op 4 december 1901 uit de gemeente Renkum naar Spijkenisse. 1903 4 juli. Het gezin vertrekt naar Graauw en Langendam. 1905 1 juli. Definitieve standplaats te West- Kapelle, waar zijn vader huisarts was. Vanaf 1915 was J.D. Viruly, de vader van de vlieger/schrijver Jons Viruly, burgemeester van West-Kapelle. Met de veel oudere Koos van Elsacker hadden Jan Campert en Jons Viruly literaire aspiraties. 1920 Kamp te Ommen van Praktische Idealisten Associatie (de P.I.A.): Jons en Jan deden mee; Jan Campert treft daar Henne Scholte, zijn latere boezemvriend. 1921 Jan Campert naar Amsterdam, baan op de Twentsche Bank. Vriendschap met Jons Viruly verflauwt. Henne Scholte werd de literaire bohémien-achtige kameraad. 1922 Eerste, gezamenlijke dichtbundel 'Refereinen'. 1926 Verhuizing van Jan Campert naar Den Haag. Tweede breuk met zijn verloofde Gien Fenneman, toen zij op het punt van trouwen stonden. Betekende einde van vriendschap met Henne Scholte. 1928 Huwelijk met de toneelspeelster Joekie Broedelet. 1929 28 juli. Geboorte van Remco Wouter Campert, de huidige dichter/schrijver. 1932 Ontbinding van het huwelijk: Remco bleef bij zijn moeder. 1936 Hertrouwd met Clara Eggink. 1939 Ontbinding van dit huwelijk. 1941 'Het lied der achttien dooden'. 1942 Voorjaar. Lezing 'Dichterschap en verantwoordelijkheid' waarin hij Menno ter Braak herdacht. Hij wees daarbij op de verantwoordelijkheid van dichters ten opzichte van de tijd waarin zij leven. 1942 Oktober. Opgepakt door de Duitsers vanwege hulp aan Joodse collega's/ vrienden en overgebracht naar Breda. 1942 Oktober. Overgebracht naar Haren. 1942 November. Overgebracht naar het zo gevreesde Amersfoort. Vandaar naar Neuengamme overgebracht waar hij, vijftig jaar geleden, op 12 januari 1943 stierf. 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 31