De smaak van roem is waterproof
De vernieuwde watertoren krijgt ook
een ander etiket: Watertoren Centrum
Hedendaagse Kunst Vlissingen/ Oost-
Souburg, in het kort Watertoren CHK.
Kunst in een Watertoren
Wat leverde dat tot nu toe op? En wat
staat er te gebeuren? Een terugblik
brengt mij bij de al genoemde Alex
Vermeulen. Kenmerkend voor het werk
van deze Nederlandse kunstenaar zijn
een grenzeloze fantasie, jongensdroom
achtige avonturen, de verbinding van
onze cultuur met die van bijvoorbeeld
Egypte. In foto's, tekeningen en
objecten verkent hij als een
ontdekkinsreiziger binnen- en
buitenwereld, waarin dingen net zo
levend zijn als diersoorten en
Vermeulen zelf regelmatig in beeld
komt als een naieve, wat ouderwetse
jongeman: een artistieke Kuifje.
Heel anders, je mag het ernstig
noemen, zag de tentoonstelling van
hedendaagse constructivisten eruit:
sculpturen, schilderijen en objecten.
De afgebakende vorm speelde soms
helder, soms verwarrend een spel met
de waarneming. De watertoren bood
plaats aan werk van twaalf
kunstenaars, waaronder Engelsen,
Belgen, Italianen, een Koreaan, een
Amerikaan en een Australiër.
Gekoppeld aan de tentoonstelling
confereerden kunstenaars en
stedebouwkundigen over de relatie
kunst en bebouwde omgeving.
Wie bij het duo Danie Devos en
Annemie van Kerckhoven op bezoek
kwam, werd geconfronteerd met
onderzoek naar de identiteit van de
Westerse mens. Devos bracht
gegevens en voorwerpen bijeen die te
maken hebben met 'beroemde'
moordenaars, van Dracula tot Jack the
Ripper. Daarmee de duistere kant
etalerend die in principe in ieder van
ons schuilt, maar het leven van
sommigen volstrekt en defintitief kan
bepalen. Van Kerckhoven zocht in grote
felgekleurde schilderijen met
sjabloonvormen naar een synthese
van de rol die de samenleving de
vrouw oplegt en de positie die zij zelf in
wil nemen.
De toren veranderde onder handen
van Eric Brandts in een rose
spiegelpaleis. Honderden in meer dan
barokke lijsten gevatte holle, bolle en
gewone spiegels reflecteerden de
beeltenis van de bezoeker. Die kon zelf
bepalen in welk beeld hij zich het
meest herkende. Als hij niet verdwaasd
doorliep naar de bovenste etage, waar
een ingewikkeld ogend machien de
spot dreef met de menselijke drang tot
ordening en technologisering. Paul de
Nooijers tentoonstelling in 1991 bood
een combinatie van beelden uit de
natuur en het scheppen van een illusie
die prompt en subtiel weer werd
doorbroken. De Nooijer rekte een
waterval uit om te benadrukken dat de
grootsheid van het landschap
fotografisch niet te vatten is; hij liet op
reuze-dia's waar het licht doorheen
schitterde, foto's als veertjes opwaaien
en in de wolken verdwijnen. Deze en
andere beelden waren ingebed in een
terugblik op zijn eigen werk.
Met Michel Cardena uit Colombia
kwam de bezoeker terecht in een
exotische wereld met dreigende
vegetatie; grote tot reusachtige
houtskool- en krijttekeningen op bruin
papier; ritmische beelden die zijn Zuid-
Amerikaanse herkomst verraadden.
Ook monumentale tekeningen met de
atoomaanval op Hirosjima en Nagasaki
als afschrikwekkend onderwerp. Flavio
Pons en Claudio Goulaert - ook uit
Zuid-Amerika afkomstig - belichtten
een ander aspekt van dat continent en
hun kunstenaarsleven. Tafels met
poten van boeken droegen objecten
die met hun dragers een luchtige
surreeele betekenis uitstraalden;
uitwaaierende fotokopieën van steden
veranderden in een kunstmatig woud
van bloemen. Beide kunstenaars
onthulden een laag van het bestaan
die meestal verborgen blijft.
Beschouwender was het werk van
twee Amerikanen: Philip Galgiani en
George Legrady. De relatie tussen
beeld en betekenis was hun thema.
Galgiani spitste dat toe op het gebruik
van symbolen, zoals dat voor
kernenergie. Een neutraal teken werd
in zijn presentatie een fysiek geladen
beeld. Legrady liet de beschouwer zijn
hersens pijnigen op cryptische
advertentie-teksten en digitaal
samengestelde foto's die leken op
wolken. Het ontbreken van een context
maakte het onmogelijk de gegevens te
interpreteren. En dat was precies wat
Legrady wilde benadrukken.
Achter de stevige dosis ironie
waarmee Tjarda Sixma, Mitsy
Groenendijk en Anya Janssen alias
'De Sirenen' hun expositie overgoten,
school een betrokkenheid op het
vrouwbeeld uit heden en verleden.
Dat werd dan ook onverbiddelijk
doorgeprikt.
Na deze uitbundige presentatie was de
ruimte aan twee kunstenaars uit
IJsland. Hrafnkell Sigurdsson maakte
zich de plek eigen door transparante
banieren te bedrukken met
geometrische verwerkingen van zijn
monogram en hen vanaf het plafond
naar beneden te laten hangen.
Ragna Sigurdardottir gaf anonieme
hotelkamers en halfafgebouwde
woonwijken door poëtische teksten
een waarde als plaats van menselijk
leven.
Van 3 juli tot en met 15 januari 1994
zijn in de Watertoren CHK drie
tentoonstellingen te zien. Om te
beginnen 'Hall of Fame', een project
over roem. Fotograaf Auke Bergsma
bezocht in Zweden een beroemde
collega; Kary Lash. Zijn faam
ontleende de 83-jarige aan portretten
van, inderdaad, beroemdheden.
Bergsma komt ondermeer met een
hommage aan Lasch. Maar nodigde
ook vier Zweedse kunstenaars uit om
met hem en zelfstandig het thema
roem uit te werken. Fotografie is hun
belangrijkste medium. Maar er zijn ook
objecten en installaties gepland.
De smaak van de roem
Wat is roem? Waarom is de weg naar
roem zo smal? Waarom lijkt roem het
enige doel wat er te bereiken is?
Vragen die Auke Bergsma zich regel
matig stelt. Blijkbaar is hij niet de enige.
Een ontmoeting met collega
kunstenaars in Zweden leverde zoveel
herkenning op dat er een samenwer
king op gang kwam. Het resultaat is in
juli in de Watertoren CHK te zien.
Als vaker is frustratie de bron van
scheppende activiteit. "Ik geef niks om
roem", schrijft Bergsma, maar hij voegt
er aan toe: "Je wilt wel een klein beetje
waardering voor wat je doet. En als je
dat niet krijgt ben je teleurgesteld. Krijg
je dat wel, dan geeft dat het gevoel van
een klein beetje roem en je bent
gelukkig". Heeft Bergsma dan toch aan
de roem geroken? Zijn staat van dienst
wijst daar wel op. Hij kreeg bekendheid
als iemand die met name de polaroid
foto creatief gebruikt. Zijn werk doet mij
denken aan eigentijdse genretaferelen
en allegorieën. Maar in plaats van de
113