Galerie Binnenplaats Breewaterstraat Vlissingen, ca. 1920, olieverf. de jaren dertig rustiger van toon. Ze bleven onveranderd, met name de aquarellen, technisch van zeer goede kwaliteit. Niet voor niets opende een recensie van een tentoonstelling van de heropgerichte Kunstkring, gehou den in 1951 in een bovenzaaltje van het Stedelijk Museum te Vlissingen, met het werk van Wondergem. "Allereerst vallen op enkele stillevens van P.C. Wondergem. Rustig, ingetogen en vooral voornaam werk. Deze schilder, die met liefde en met kennis van zaken zijn objecten heeft gegroepeerd, beschikt over grote technische bekwaamheid, die hij geheel in dienst stelt van zijn dichterlijke visie." Frans Maas over Wondergem: "hij genoot van de glans van een koperen ketel, of een tinnen bord, een brok glas of een paar simpele appels, desnoods uien. Maar hoe waarheidsgetrouw werd dat alles in olie- of waterverf uitgebeeld, hoe kundig hoe gewetensvol in verf verwoord. Hij noemde zich geen kunstenaar, alleen maar een liefhebberende amateurdie mooie dingen kon maken." De crisistijd van de jaren dertig veroorzaakte een sterke daling van het ledenaantal van Kunstkring Het Zuiden. In deze tijd verloor Wondergem vermoedelijk zijn baan ais huisschilder. Hij trouwde in 1936 te Rotterdam met Johanna Maria Hoogendam, geboren aldaar op 28 maart 1901Vermoedelijk door bemiddeling van haar broer kreeg hij werk bij de telefoondienst van de PTT, waar hij als technisch tekenaar in dienst trad. Zijn voornaamste werk werd het intekenen van kabelwerken. In 1939 verhuisde het echtpaar Wondergem vanuit de Breewaterstraat 36 te Vlissingen naar Violenstraat 10 te Goes. Later gingen ze in dezelfde straat op nummer 54 wonen. Als hij bezig was bij een kabelput, kon hij soms opeens dat werk vergeten en een pandje of vergezicht in de omgeving op zijn tekenbord schetsen. Daarna nam hij de draad van het technisch tekenen weer op. Iets dergelijks gebeurde in de Tweede Wereldoorlog toen hij in Domburg bezig was en de omgeving vastlegde. De aanwezige Duitse soldaten brachten hem vervolgens op naar Middelburg, waar hij enkele uren vastzat op verdenking van spionage voor de geallieerden. Hij kwam pas vrij na bemiddeling van de PTT-directeur. In de jaren zestig stopte Wondergem met exposeren; naar zijn idee was de belangstelling voor werk zoals hij het maakte niet meer aanwezig. Gewoon voor zichzelf bleef hij zijn thema's herhalen en verfijnen. Hij kreeg problemen met zijn ogen. Op den duur moest hij met twee brillen op turen op zijn doeken. Zijn werk van de laatste jaren draagt daarvan duidelijk sporen en is van minder niveau dan zijn vroegere productie. Het Museum voor Zuid- en Noord- Beveland heeft een aantal van zijn schilderijen bij elkaar gebracht voor een overzichtstentoonstelling. Uit heel zijn schilderstijd zijn werken te zien, die een boeiend beeld geven van zijn ontwikkeling. Hoewel hij geen beroepsmatig kunstschilder was, vormden zijn lidmaatschap van Kunstkring Het Zuiden, de kwaliteit van zijn werk en het feit dat hij een 35 jaar te Goes woonde, voldoende reden om een expositie aan hem te wijden. De tentoonstelling "P.C. Wondergem 11892-1974), landschappen en tillevens" is te zien van 8 mei tot en met 3 juli 1993. Het museum is geopend van dinsdag tot vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur, en zaterdag van 13.00 tot 16.00 uur. Verantwoording Voor dit artikel is gebruik gemaakt van "A palace of art in being, De Kunstkring het Zuiden, een impressie", door Paul van der Velde. Verder diverse knipsels uit de PZC over tentoonstellingen van Kunstkring Het Zuiden, en necrologieën van G.A.M. Jacobs en P.C. Wondergem. 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 38