Ap Sok Boekbesprekingen Francisca van Vloten Ap Sok Graficus. Klaas Roodenburg, Maartje de Haan, Pieter van Eekelen Uitg. Uniepers bv/Stichting Ap Sok Abcoude/Den Haag 1993 ISBN 90 6825 124 4 Prijs f 39,90. De monografie Ap Sok Graficus werd op 22 mei j.l. gepresenteerd bij de opening van de tentoonstelling Ap Sok, grafiek (Museum Boymans-van Beuningen, Museumpark 18-20, Rotterdam. Tot 18 juli 1993). IJQ Ap Sok, Zelfportret, 1959. Het werk van de Amsterdamse graficus Ap Sok (1917) bestaat voor een groot deel uit series rond één onderwerp. Met de lijn als raakpunt van spanningen bereikt Sok een bijzonder evenwicht, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de natuurseries La vie perdue (1960) en Deltaserie (1962). De Deltareeks ontstond in de jaren 1959-1970 in het kader van een opdracht van het ministerie van O.K. en W./C.R.M. 33 Kunstenaars legden de Deltawerken in tekeningen of schilderijen op doek ot papier vast. Ap Sok maakte 33 litho's en een groot aantal tekeningen. In 1963 noemde hij de Deltaserie het beste werk dat ooit zijn atelier had verlaten. Hoewel Sok portretten maakte (o.m. zelfportretten en studies van zijn vrouw, de actrice Annie de Lange, 1917-1987), is het vooral het landschap dat hem inspireert. Meer hierover in een volgend nummer van het Zeeuws Tijdschrift. Henry van de Velde. Een Europees kunstenaar in zijn tijd. Klaus-Jürgen Sembach, Birgit Schulte e.a. Uitg. Petraco-Pandora Keulen/Antwerpen 1993 Gen. ISBN 90 5325 013 1prijs Bfr. 980. Geb. ISBN 90 5325 012 3, prijs Bfr. 1600. Na 4.8.1993 in de boekhandel Bfr. 2200 (geb.). Een zeer omvangrijke, uitstekend verzorgde catalogus begeleidt de Henry van de Velde-tentoonstelling die van september 1992 tot februari 1994 op tournee is door Duitsland, België en Zwitserland. Meer dan 400 pagina's telt de catalogus, zo'n 300 prachtige afbeeldingen laten leven en werk van de veelzijdige en invloedrijke Van de Velde (1863-1957) aan onze ogen voorbij trekken. De tentoonstelling is van 3 mei tot 4 augustus 1993 ingericht in het Museum voor Sierkunst, Jan Breydel- straat 5, te Gent. "Nooit is de naam van een kunstenaar in de loop van een halve eeuw zo vaak en veelvuldig genoemd als die van Henry van de Velde, nu eens vol enthousiasme, dan weer met enig scepticisme, zelfs spottend, met een lauwe waardering of ook scherp afwijzend aldus Eduard Plietzsch in 1955. De makers van de tentoonstelling hebben niet alleen gepoogd aan alle aspecten van Van de Velde's kunstenaarschap aandacht te besteden, zij hebben er ook naar gestreefd een tijdsbeeld te geven. Het resultaat is indrukwekkend. Een halve eeuw komt tot leven, wordt zo goed als tastbaar. Een unieke verzameling schilderijen en tekeningen, producten van typografische vormgeving en textielontwerpen, kledingstukken, sieraden, tafelzilver, porselein, keramiek en meubelen, en tenslotte binnenhuisinrichtingen en bouwkundige scheppingen kan men in hun oorspronkelijke vorm, als ontwerp, foto of model bewonderen. Van de Velde begon als schilder. Na een opleiding aan de Antwerpse Academie en een korte studieperiode in Parijs, vestigde hij zich in Brussel. Hij trad er toe tot Les XX, de in 1883 onder meer door Théo van Rijssel- berghe opgerichte avantgardistische kunstenaarsvereniging waar ook Jan Toorop lid van was. Toorop haalde Van de Velde in 1892 naar Nederland om voor de Haagse Kunstkring een lezing te houden. Enkele malen tijdens zijn leven zou Van de Velde in het bij Toorop zo geliefde Domburg verblijven. Niet om er te schilderen. Omstreeks 1890 had hij dankzij de Art and Crafts beweging van William Morris zijn ware richting ontdekt: de sierkunst en architectuur. Die ontwikkeling was duidelijk merkbaar in zijn laatste schilderfase. Een zoektocht naar meer mogelijkheden van expressie bracht hem van de neo-impressionistische stippeltechniek via lineaire en decoratieve uitingen tot de sierkunst zelf. In 1894 zette Van de Velde de schilderkunst definitief opzij voor de toegepaste kunsten. Internationale successen, met ontgoochelingen afgewisseld, voerden hem van Brussel (1893-1900; o.a. ontwerp huis Bloemenwerf in Ukkel) naar Berlijn (1900-1901; o.a. inrichting Folkwang- museum in Hagen), Weimar (1902-1917; o.a. Nietzsche archief, Kunstschule en Werkbundtheater. Bovendien stichting en leiding van de Kunstgewerbeschule die onder Gropius zou uitgroeien tot het Bauhaus), Zwitserland en Nederland 120

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 40