Flup Ju Bedrijf: op de grensvlakken van beeldende kunst, muziek en theater Maaskant is de stille en gemoedelijke dichter-romanticus, maar zijn ondertoon komt des te feller aan. Hij heeft een voorliefde voor hout. In het Flup Ju Bedrijf worden de karakterverschillen, die zich al hadden afgetekend in het beeldende werk, verder uitgewerkt. Uit de beschrijving van het beeldende werk en de ideeën van Pierre Schwartz en Rob Maaskant kan geconcludeerd worden dat beiden zich vanaf het begin hebben verzet tegen een eenzijdige benadering van het beeldend kunstenaarschap. Al voor zij elkaar leerden kennen traden zij beiden buiten de gebruikelijke paden. Naast hun eigen verlangens heeft ook een rol gespeeld dat eind jaren zestig en begin jaren zeventig bewegingen als Happening en Fluxus ontstonden, die hun wortels hadden in de beeldende kunst. Beiden stonden open voor dergelijke ideeën, zij waren er zelf al volop mee bezig. In het Flup Ju Bedrijf hebben zij er tenslotte een geheel eigen vorm aan gegeven. Iedere voorstelling van het Flup Ju Bedrijf is in de eerste plaats een beeldverhaal, waarin met het publiek gecommuniceerd wordt via beeldende middelen. Het medium taal, gebruikelijk bij toneelvoorstellingen, wordt nauwelijks gebruikt voor de overdracht. Het beeld is bepalend voor het oproepen van emoties, al dan niet gesteund door muziekinstrumenten en lichteffecten. Het vereist mogelijk enige kunsthistorische voorkennis om de beelden die worden opgeroepen onmiddellijk te associëren met bepaalde kunstenaars die inspiratiebronnen zijn geweest. In feite is het niet nodig deze bronnen echt te kennen, het geeft wel een meerwaarde aan de beleving. Van de beroemde en veelgelezen stripverhalen van Asterix en Obelix kun je genieten zonder voorkennis, maar zij krijgen een extra dimensie als je de (kunst)geschiedenis kent. Bij het bekijken van de voorstellingen van het Flup Ju Bedrijf is opvallend dat telkens 'beelden' verschijnen die sterk herinneren aan het grafisch werk van de Spaanse kunstenaar Goya (1746-1828). Vooral zijn series etsen Los Desastres de la Guerra (1810) en Los Disparates of Los Proverbios (1815/20) tonen verwantschap met de beeldtaal van het Flup Ju Bedrijf. Pierre Schwartz en Rob Maaskant waren bewonderaars van het werk van Goya. Zijn fantasiewereld en die van Pierre en Rob is nauw verwant. Denk aan de Vietnamoorlog die de aanleiding vormde voor Pierre's schilderijenserie 'De weg van Den Engel' en de bizarre etsen met hun macabere vormentaal van Rob. De opbouw en de vorm van de voorstellingen van het Flup Ju Bedrijf doen niet alleen denken aan klassieke grafische series zoals die van Goya en de eeuwenoude traditie van deze verschijningsvorm. Ze roepen eveneens associaties op met het moderne stripverhaal en de stomme film uit het begin van deze eeuw. Elke voorstelling is een soort montage van afzonderlijke beelden, die verbonden worden door de omgevende ruimte, de bewegingen van de spelers en het gebruik van licht en muziek. Zo ontstaat er tenslotte een verhaal in (bewegende) beelden. Het Flup Ju Bedrijf speelt bij voorkeur in de open lucht en bij donker. Tijdens de opbouw van hun voorstellingen houdt de groep altijd rekening met de directe omgeving - bebouwing of natuur - die zij proberen te integreren in het totaalbeeld. De laatste jaren is het gebruik van vuur een visueel en inhoudelijk belangrijk onderdeel gaan vormen. Vuur heeft niet alleen een verrassend effect, het is ook per traditie beladen met symboliek. Vuur, Lucht, Aarde en Water werden al in de klassieke oudheid beschouwd als de vier oer-elementen; zij corresponderen met delen van het menselijk lichaam en de zintuigen. Het Christendom heeft de vier elementen overgenomen, waarmee ook een lange traditie in de beeldende kunst een aanvang nam. Andere veel terugkerende beelden bij het Flup Ju Bedrijf, zoals ladders, vogel- en visvormen, behoren eveneens tot de klassieke, symbolische beeldtaal van de kunst. Het zelfde geldt voor de verbeelding van de tegenstellingen haat-liefde, leven-dood en zwart-wrt, In feite is hier sprake van oer-principes die alle mensen bezig houden. Telkens opnieuw worden deze thema's op geheel verschillende manieren tot leven gebracht. De nauwe band tussen de beeldtaal van het Flup Ju Bedrijf en de geschiedenis en tradities van de beeldende kunst is een in het oog springend aspect dat de voorstellingen van deze groep een heel eigen aanzien geeft. Opvallend daarbij is de toepassing van theatrale effecten. Dit alles, in combinatie met beweging en muziek, leidt tot optredens die verder gaan dan gebruikelijk in de theaterwereld en in die van de beeldende kunst, zoals Happening en Performance. De aanduiding 'Beeldend-muziek-theater' is voor de activiteiten van het Flup Ju Bedrijf misschien nog het meest passend. Beeldend is bewust voorop gezet, omdat de werkwijze en de 'beelden' een rechtstreekse relatie hebben met de beeldende kunst. De 'beelden' bepalen de voorstelling en vormen zo het belangrijkste communicatiemiddel met de beschouwer. Het Flup Ju Bedrijf heeft er vanaf het begin voor gekozen de grenzen tussen de verschillende disciplines in de kunst te overschrijden. Dit heeft geleid tot grote verwarring bij beoordelaars, critici, subsidiegevers en het publiek die alles in hokjes willen onderbrengen. Het stichten van verwarring was een van de redenen voor de start van Flup Ju en is na twintig jaar nog steeds de drijfveer om het Bedrijf voort te zetten. Bij het jubileum verschijnt een boek: "Flup Ju Bedrijf, 20 jaar beeldend muziektheater". In dit boek wordt een overzicht gegeven van het werk van Flup Ju. Tekstbijdragen werden geleverd door Steve Austen (Felix Meritus AmsterdamMarja Bloem (Stedelijk Museum Amsterdam), Freek Neirynck (Puppet Buskers Festival Gent), Kees Slager (VPRO-journalist, schrijver), Sonja Maaskant (journalist/docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht) en Ineke Spaander. Er wordt ook een CD uitgebracht met muziek van het Flup Ju Bedrijf, zoals die in de loop der jaren is geregisteerd, aangevuld met recente studio-opnamen. Muziek van o.m. Dies Ie Due, Pierre Schwartz, Rob Maaskant, Hassan Erraji, Hans Mekel, Coen Aalberts en Harry van de Wekken. 162

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 36