Oudere Molukkers op Walcheren: zorgelijk perspectief? In de traditionele cultuur van de Molukse gemeenschap is de plaats van een oudere een andere dan in de Westerse cultuur. Die plaats wordt vooral bepaald door het verwantschaps systeem en het daarop afgestemde huisvestingssysteem, in hoge mate ondersteund door morele en religieuze codes. Men is gewend en verplicht zijn ouders te verzorgen. Een plicht die binnen het stereotiepe beeld dat Molukkers van Nederlanders hebben in dit land ernstig wordt verzaakt. Eenmaal bejaard, niet langer productief, dus van weinig waarde meer, wordt men achter de muren van een bejaarden- of verzorgingshuis weggeborgen, samen met talloze andere ouderen, alsof men de gemeenschap tot last is' (Willems en Cottaar, 1989). Romantisering De werkelijkheid zal uiteraard een genuanceerder aanblik bieden, zowel wat betreft de plaats van ouderen in de Nederlandse samenleving, alsook de positie van de Molukse oudere in de Molukse gemeenschap in Nederland. De 'zorgplicht' lijkt als gevolg van individualisering en de eigen leefwereld van de vaak op grote afstand van de molukse wijk wonende kinderen aan afkalving onderhevig (Veenman en Mual-Bakarbessy, 1986; Willems en Cottaar, 1989; Rinsampessy, 1992). En aan de andere kant ontstaat bij oudere Molukkers een grotere schroom om de 'zorgplicht' ook daadwerkelijk af te dwingen. Dit betekent ook dat voor de oudere Molukkers vaak onduidelijkheid ontstaat over het zorg-perspectief. Zullen de kinderen als het zover is wel de zorg op zich nemen? Volgens Veenman en Mual-Bakarbessy (1986) is er waarschijnlijk sprake van een overgangsfase waarin de oude normen langzaam hun geldingskracht verliezen, zonder dat daar duidelijke algemeen geaccepteerde nieuwe normen voor in de plaats zijn gekomen. Om vooral deze redenen is het voor zowel de ouderen als de jongere Molukkers niet gemakkelijk om hier een tevredenstellende oplossing te vinden. De gedachte dat er sprake is van een overgangsfase waarin de ouderen vasthouden aan de oude waarden en normen terwijl de jongeren al andere waarden en normen hebben overgeno men vinden Von Benda-Beckman en Leatemie-Tomatala (1992) echter wat te eenvoudig. De algemene normen zeggen immers nog weinig over hoe de verzorging van ouderen nu precies moet plaatsvinden. Dat is altijd afhankelijk van de omstandigheden (bijvoorbeeld of je wel of geen kinderen hebt, of er sprake is van een ruim huis etc.) en van de voorkeuren van de betrokkenen. Bovendien zetten zij vraagtekens bij de opmerking dat de oude normen minder afdwingbaar zouden zijn geworden. Ook op de Molukken hebben sommige adat- rechtelijke normen een weinig dwingend karakter, omdat er geen of weinig sancties aan verbonden zijn. We moeten ons realiseren dat de ouderenzorg onder Molukkers omgeven is met een sluier van idylle. Molukse muziekdag dansa kipas waaierdansFoto: Zeeuws Documentatiecentrum. 188

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 22