Japans VOC porselein opnieuw gemaakt
Ineke Spaander
In vier Nederlandse musea, waaronder
het Zeeuws Museum te Middelburg, is
uniek Japans porselein te koop.
De aangeboden objecten zijn getrouwe
copieën van porselein dat gedurende
de zeventiende en achttiende eeuw in
de Japanse porseleinstad Arita (niet
ver van Nagasaki) vervaardigd werd,
onder andere op bestelling van de
Verenigde Oostindische Compagnie
(VOC).
Een aantal jaren geleden bezochten
enkele Nederlandse museum
directeuren Arita en maakten daar
kennis met de heer Fukuda. Hij bleek
in zijn bedrijf nog de recepten en
voorbeelden bewaard te hebben van
het porselein dat zijn familie gedurende
de zeventiende en achttiende eeuw in
opdracht van de VOC gemaakt heeft.
De heer Fukuda verklaarde zich bereid
opnieuw porselein in produktie te willen
nemen volgens de zelfde hoge
kwaliteitsnormen van de achttiende
eeuw en dit te voorzien van het
authentieke VOC-monogram.
Dit porselein wordt nu exclusief te koop
aangeboden in het Zeeuws Museum,
het Westfries Museum te Hoorn, het
Rotterdams Historisch Museum en
museum Het Princessehof te
Leeuwarden. De prijs is relatief laag,
zeker gezien de hoge kwaliteit en de
authentieke decoratie van het
porselein.
De winst op de verkopen in de musea
is bestemd voor de versterking van de
aankoopfondsen.
Geschiedenis van de porselein
importen door de VOC
Eeuwen lang behoorden porselein,
Chinese zijde en lakwerk tot de
exclusieve produkten die slechts
bereikbaar waren voor vorsten. In de
zestiende eeuw ontstond ook
belangstelling bij de groeiende groep
rijke burgers en kunstverzamelaars.
Zij hadden hoge prijzen over voor
dergelijke status-verhogende en
exotische objecten. De import, die in
die tijd in handen was van de
Portugezen, bleef echter beperkt in
omvang. De exotische handelswaren
werden voor hoge prijzen verkocht in
Lissabon en op grote jaarmarkten in
Europa. De Portugezen gebruikten
Antwerpen als stapelplaats voor de
specerijenhandel.
Door de Tachtigjarige Oorlog (1568 -
1648) kwam de handel tussen Portugal
en De Nederlanden tot stilstand.
Nederlandse kooplieden besloten toen
zelf naar Azië te gaan varen, om zo in
de import van de gevraagde produkten
te kunnen voorzien. In 1602 werden de
krachten gebundeld met de oprichting
van de VOC.
De belangstelling voor porselein nam
een grote vlucht, nadat de inhoud van
buitgemaakte Portugese schepen voor
hoge prijzen geveild was in Middelburg
(najaar 1602) en Amsterdam (1604).
De VOC speelde hierop in en poogde
contacten te leggen met China.
Tot 1661 kon de compagnie de
handelsvestiging op het eiland
Formosa (het huidige Taiwan) benutten
om grote hoeveelheden Chinees
porselein en andere produkten te
importeren, die aangevoerd werden
door Chinese schepen. Met Japan
onderhield de VOC handelscontacten
vanuit het eilandje Decima. Batavia
was de belangrijkste stapelplaats.
De Compagnie voorzag niet alleen de
Nederlandse markt, maar hield zich
ook intensief bezig met de inter-
Aziatische porseleinhandel en de
export naar het Midden Oosten.
China beschikte over een gigantisch
produktiecentrum van porselein in de
provincie Jiangxi en kon grote
bestellingen goedkoop en zonder
problemen leveren. De burgeroorlog in
dat land (tussen 1644 - 1683) zorgde
voor een vrijwel complete stagnatie in
de produktie en maakte zo een einde
aan de grootschalige, en daardoor
lucratieve, handel.
Om toch in de vraag te voldoen ging
de VOC rond 1655 porselein uit Japan
importeren. De Japanse porselein
industrie was kleinschaliger en kon
slechts moeizaam voorzien in de
gevraagde bestellingen. Bovendien
waren de produkten duurder en was de
aanvoer minder regelmatig. Het is dus
begrijpelijk dat de Compagnie
onmiddellijk na de afloop van de
burgeroorlog in China de porselein
handel met dat land heropende.
Japans porselein werd sinds het einde
van de zeventiende eeuw door de
VOC alleen nog verhandeld op de
Aziatische markt. Ook werden er
bestellingen gedaan voor eigen
gebruik in de factorij op Decima en ten
behoeve van de overige kantoren in
Azië. Europa werd voorzien via andere
kanalen, zoals particuliere handelaren
en concurrerende compagnieën.
Chinees en Japans porselein
voor de export
De Chinese porseleinfabrieken
vervaardigden grote hoeveelheden
porselein die speciaal bestemd waren
voor de export, aanvankelijk door de
Portugezen en later ook door de VOC
De produktie bestond voornamelijk uit
schotels, borden en kommen,
beschilderd met het zogenaamde
Chinees porselein, in Delft beschilderd,
begin 18de eeuw.
193