Boekbesprekingen voor God en Karei v Maria van Hongarije (1505-1558), landvoogdes der Nederlanden Francisca van Vloten Maria van Hongarije. Koningin tussen keizers en kunstenaars, 1505-1558. T/m 28 november 1993. Museum Het Catharijneconvent te Utrecht en Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch. Openingstijden: di t/m vr 10-17 uur en za/zo 11 -17 uur. "Voor het diner is er een goed gesprek met hem te voeren, maar na het diner heeft hij zich niet meer in de hand", aldus Maria van Hongarije in 1532 over Adolf van Bourgondië, heer van Veere en admiraal in dienst van Karei V (1500-1558). De Habsburgse gezaghebber en zijn vertegen woordigers streefden naar één marineorganisatie voorde Nederlandse zeegewesten. Zij waren daarbij aangewezen op de zeeschepen van steden die veelal zeer welvarend waren en hun eigen belangen hadden op het gebied van handel en visserij. Voor de beveiliging van het uitgestrekte imperium van Karei V was steeds geld nodig. Vrijwel doorlopend waren er krachtmetingen met Frankrijk, Engeland en het Turkse rijk; de belastingdruk was hoog en de loyaliteit van de rijkere onderdanen dientengevolge van groot belang. De admiraals hadden weliswaar in een ordonnantie op de admiraliteit (1488) vastgelegde taken en bevoegdheden, maar dat betekende nog niet dat zij deze ook met succes op de lagere overheden konden toepassen. Adolf van Bourgondië zou als keizerlijk admiraal in 1533 hebben moeten deelnemen aan een expeditie tegen de Hanzestad Lübeck, terwijl hij als heer van Veere de positie van die stad als belangrijke vrijhaven van de Hanze niet in gevaar mocht brengen. Hij hield zich afzijdig. Dit soort botsingen van 'Europese' en locale belangen was er voortdurend; aan de landvoogdes de hachelijke taak om, met het oog in de eerste plaats op de Habsburgse belangen, een middenweg te vinden. Maria van Hongarije was de tweede regentes in een reeks van drie. Zij volgde in 1531 haar in 1530 gestorven tante Margaretha van Oostenrijk op en werd - na vier jaren Emmanuel van Savoye (1555-1559) - op haar beurt opgevolgd door Margaretha van Parma. Veel aandacht in de geschiedschrijving hebben de landvoogdessen tot nu toe niet gekregen; de nadruk werd meestal gelegd op de rol die Willem van Oranje, geliefd petekind van Maria van Hongarije, speelde in de aanloop tot de Republiek der Zeven Provinciën. Een grote dubbel-tentoonstelling in Utrecht en Den Bosch brengt daar wat Maria van Hongarije betreft verandering in. Haar historische, politieke en religieuze betekenis wordt in Het Catharijneconvent in Utrecht belicht tegen de achtergrond van de woelige tijd waarin zij leefde; haar betekenis voor de kunsten, in het bijzonder de renaissance-kunst, wordt uit de doeken gedaan in het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Levensloop Maria van Habsburg, dochter van Filips de Schone en Johanna de Waanzinnige, werd in 1505 in Brussel geboren. Na een internationale Portret van Maria van Hongarije naar Titiaan (origineel 1548). Olieverf op doek. 198

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 32