Boekbesprekingen opvoeding aan de Habsburgse hoven te Mechelen, Wenen en Innsbruck, huwde zij op 16-jarige leeftijd de 15-jarige Lajos (Lodewijk II) van Hongarije. Zo legde een vreedzaam voorbeeld van Habsburgse annexatiepolitiek de basis voor de Donau-monarchie, waarbij Maria - naar woorden van de Leidse hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Wim Blockmans - fungeerde als koninginnestuk in de huwelijkspolitiek van de keizers. Aan een gelukkig huwelijksleven kwam na vier jaar al een einde. De voortdurend in geldnood verkerende hofhouding in Buda had banketten, dansfeesten, toernooien en jachtpartijen afgewisseld met ernstigere zaken. Door het humanistisch klimaat in de hofstad kon Maria contacten onderhouden met geestelijke voormannen als Erasmus en Luther. Zij las veel, beheerste de oude talen, interesseerde zich voor muziek, verdiepte zich in geschiedenis, ontspande zich bij de valkenjacht. Een rijk leven leek voor haar weggelegd tot, in 1526, het Turkse leger van sultan Suleyman Hongarije binnenviel en Lajos om het leven kwam in de slag bij Mohacs. Vanaf dat moment liet Maria zich alleen nog in weduwendracht afbeelden, met om haar linkerwijsvinger een ring als symbool van trouw. Zij ontvluchtte Hongarije en vestigde zich na enige omzwervingen in Oostenrijk om in 1531 op verzoek van haar oudste broer Karei V als landvoogdes naar de lage landen af te reizen. Ze verplaatste de hofhouding van Mechelen naar Brussel, naar het paleis op de Coudenberg waar zij geboren was. Regentschap In een Europa dat werd verscheurd door oorlogen en godsdiensttwisten, moest Maria het evenwicht zien te bewaren tussen de belangen van haar keizerlijke broer en die van zijn Nederlandse onderdanen. Een weduwe van koninklijke bloede als landvoogdes had zijn voordelen voor de keizer: als volwassen vorstentelg stond zij hoog in rang, kon zij de monarch volwaardig vertegenwoordigen, als weduwe was zij handelingsbekwaam zonder aanspraken op de dynastie te kunnen maken en als vrouw bleef zij steeds ondergeschikt aan de keizer. Maria werd in haar taken op politiek, bestuurlijk en financieel gebied bijgestaan door de zgn. collaterale raden, drie adviescolleges die een belangrijke rol speelden bij het proces van bestuurlijke eenmaking en centralisatie in de Nederlanden. Karei V kon zich niet beklagen over zijn zusje; 'Marie' diende zijn belangen trouw, op rationele en diplomatieke wijze. "Zij wist haar eigen beleidsvisie ten opzichte van haar broer steeds in te kleden in de nederigheidsvormen die een vrouw pasten", aldus Wim Blockmans in zijn openingswoord bij de tentoonstelling en in de begeleidende catalogus, "maar vervulde op die manier toch een essentiële bemiddelingsrol in het moeizame communicatieproces tussen een afstandelijke maar veeleisende keizer en een politiek mondige bevolking die in toenemende mate zijn imperiale politiek als hinderlijk ging ervaren." Duidelijk kwam dat naar voren in Maria's houding ten aanzien van de religie. Haar sympathie voor de hervormers bracht haar ertoe de strenge godsdienstplakkaten van haar broer bijna steeds mild en waar mogelijk verzoenend toe te passen. Zo heeft zij kunnen voorkomen dat de hervorming een hechte ideologische ondergrond zou worden voor de vele kleine weerstanden die er bestonden tegen het Habsburgse regime. Maecenaat Een deel van de nalatenschap van Margaretha van Oostenrijk werd tezamen met Maria's eigen bezittingen - waaronder een prachtige boeken verzameling en muziekbibliotheek - naar het Brusselse paleis overgebracht. Pas geleidelijk aan begon Maria opdrachten aan kunstenaars te verlenen. Functionaliteit speelde daarbij een grote rol; de prachtige wandtapijten die zij liet maken bijvoorbeeld, waren niet alleen decoratief, zij hielden de vertrekken ook warm. Maria van Hongarije bezat de voornaamste verzameling wandtapijten van haar tijd. Veelal hadden de kunstvoorwerpen die werden aangeschaft een politieke, representatieve functie. Zij verheerlijkten op grootse wijze de (bestaande) dynastie en onderstreepten zo de macht en het gezag van de Habsburgers. Lang niet altijd zullen zij Maria's persoonlijke voorkeur hebben weergegeven: haar eigen vertrekken waren sober ingericht. Naast wandtapijten werd in het paleis een keur aan schilderijen, prenten, beeldhouwwerken, glas-, goud- en zilverwerk ten toon gespreid. Maria verleende opdrachten aan vooraanstaande Italiaanse, Nederlandse en Vlaamse kunstenaars als Titiaan, Leone Leoni, Bernard van Orley, Jan Cornelisz. Vermeyen, Pieter Coecke van Aelst en Michiel Coxcie. Het laat-gotische gebouw op de Coudenberg werd tot een toonbeeld van verfijnde renaissance-cultuur. Karei V beschikte er over eigen kamers; hij bracht regelmatig enige tijd bij zijn zusje door. In 'de grote salon' van het paleis had in oktober 1555 de abdicatie van de keizer plaats. Bij die gelegenheid maakte Maria haar al vele malen uitgesproken wens te mogen aftreden openbaar; deze keer werd dat haar toegestaan. Nog weelderiger van inrichting dan het Brusselse paleis, waren de kastelen in Binche en Mariemont. Karei V had Maria in 1545 beide land goederen geschonken als erkenning voor bewezen diensten. In 1549 werden er uitbundige huldigingsfeesten gehouden voor Kareis zoon Filips II; in 1554 brandden beide bouwwerken door toedoen van de Fransen volledig af. Een klein jaar na de soevereiniteits overdracht van Karei V aan Filips II, scheepte de ex-keizer zich met zijn zusjes Eleonora - weduwe van Emanuel I van Portugal en Frans I van Frankrijk - en Maria in Vlissingen in voor de bootreis naar Spanje. In dat Habsburgse gebiedsdeel vertegen woordigde Kareis dochter Johanna, weduwe van Johan van Portugal, haar broer Filips als regentes. Maria nam een deel van haar bezittingen mee naar Spanje. Zij heeft er nog twee jaar van kunnen genieten. Evenals Eleonora en Karei stierf zij in het jaar 1558, kort voor zij op herhaald verzoek van Filips II en zijn vader na de dood van de laatste tijdelijk als regentes naar de Nederlanden zou terugkeren. Vooral uit de Habsburgse landen waar zij heeft geresideerd, zijn nu 199

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 33