De Schoone Waardin in gesprek met Bert Teunis waren uitgestrooid, dat de Japanners zich moesten overgeven, omdat de oorlog voor hen verioren was en ze het militaire geallieerde bewind moesten gehoorzamen. Maar 't was toch maar afwachten, of niet een van die kerels z'n karabijn alsnog zou overhalen. Die commandant wenste zich toen niet over te geven, want ik was lager in rang dan hij en dat vertikte hij. Maar er viel wel met die vent te praten. Ik wilde een auto en een chauffeur en die kreeg ik ook. Bij aankomst hoorde ik pas over de kampen, die er waren ingesteld. Er liepen mensen van allerlei nationaliteiten rond, maar er waren geen Nederlanders. Die zaten in kampen of waren naar Birma afgevoerd. Ben jij nou pappie? Een paar mensen hebben me toen naar zo'n kamp gebracht, midden in Batavia, afgeschermd door prikkel draad en palmbladeren. Bij een Japanse wacht meldde ik me en eiste toegang tot het kamp. Daar gebeurde een van de gekste, maar ook ingrijpendste dingen die ik ooit heb meegemaakt. Ik zag daar een groep kinderen spelen. Sterk vermagerd. Allemaal zo 6 tot 8 jaar. Die kinderen zagen ineens een geallieerde officier staan die ze niet kenden en ze stormden massaal op me af, terwijl ze uitriepen: "ben jij nou pappie?" Ik kan dat moment als het ware nog uittekenen.... Ik moest natuurlijk zeggen: nee, ik ben pappie niet. Ook die moeders kwamen intussen aanrennen om te kijken of ik "pappie" was. Veel van die vrouwen wisten ook niet, waar hun mannen waren en al helemaal niet, dat ze waarschijnlijk in Birma zaten. Die dachten dat ze nog in Batavia waren.... Dat was op zich heel dramatisch natuurlijk. Ik snapte ook best, dat die vrouwen, nu de Japanners het niet meer voor het zeggen hadden, het liefst meteen op zoek waren gegaan naar hun mannen, maar de toestand buiten de kampen was te onveilig. De chaos was compleet, er waren gruwelijke moordpartijen aan de gang en het enige wat ik kon doen, was de mensen in de kampen adviseren daar toch vooral maar te blijven, omdat de aanwezigheid van de Japanners door de veranderde internationale situatie toch nog een beetje bescherming bood. Er was op dat moment echt helemaal niets geregeld! De Engelsen hadden in naam dan wei het commando, maar zaten met het precaire probleem dat hun troepen in Nederlands-lndië uit Indiërs bestonden, die op hun manier in hun moederland India ook in een onafhankelijkheidsconflict verwikkeld waren. Hoe konden die nou worden ingezet in de strijd tegen naar onafhankelijkheid snakkende opstandige Indonesiërs? Nederlandse troepen waren er ook niet voorhanden, want de Nederlandse regering in Londen kon van daar uit ook weinig doen. Er waren wel troepen en er was wel materieel - dat had ik immers zelf in Biak gezien - maar die waren van Indië uit onbereikbaar omdat er ook geen boten waren om spullen te gaan halen. Revolutie Het was echt een vreselijke tijd. Revolutie is revolutie. Het beest was in de opstandelingen losgebroken. Pure moordzucht sloeg om zich heen. Alle opgekropte haat barstte er uit. Je was je leven als blanke geen moment zeker. Er was ook geen eten. De opstandelingen staken de Zandvoort, voorjaar 1971. rijstvelden in brand en gebruikten, daar waar ze konden, de mensen in de kampen als gijzelaars. Toch hebben we voor de mensen in de kampen nog gedaan wat we konden door ze op eigen houtje kleren en levensmiddelen te brengen en ze nogmaals op het hart te drukken, de kampen niet te verlaten. Sommige mensen konden de verleiding toch niet weerstaan om hun familie leden te gaan zoeken. Velen zijn daarbij op de meest gruwelijke manieren vermoord. Luitenant gouveneur-generaal Van Mook kwam uit Australië over om in Nederlands Indië de leiding over te nemen en te proberen orde op zaken te stellen. Ik zie hem nog komen.... hij was de hoogste gezagsdrager ter plekke en hij moest een lange weg lopen om bij het paleis te komen, maar hij moest wel zijn eigen koffers dragen! De Nederlandse regering verbood Van Mook om kontakt op te nemen met Soekarno, omdat deze gecollaboreerd zou hebben met de Jappen. En dat was ook zo...talrijke Indonesiërs waren als "romusha's" -dwangarbeiders- te werk gesteld over het hele Aziatische continent en het uitroepen van de republiek was in laatste instantie ook een inblazing van de Jappen geweest. Maar een ware volksopstand laat zich niet reguleren, hoogstens temporiseren als je bereid bent met geweld van 173

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 7