De Schoone Waardin in gesprek met Bert Teunis wapenen de boel neer te slaan. Die wapenen hadden we niet en ook niet de militairen. Niet praten met Soekarno was natuurlijk een "stoer" standpunt", verduidelijkt Bert Teunis, dat het vooral in Nederland goed deed, maar het was ook internationaal niet waar te maken. Nederland begreep werkelijk mets van de situatie, had het veel te druk met z'n eigen wederopbouw en zette uit hoofde van het al eerder gesignaleerde gebrek aan werkelijke belangstelling Indië onderaan op de agenda. Van Mook praatte tenslotte toch met Soekarno en er zijn later momenten geweest, waarop een akkoord, een samengaan tussen twee onafhankelijke landen, dichtbij was. Maar het is niet gelukt. We hadden gewoon het goede moment voorbij laten gaan. Als je 't mij vraagt", zegt hij onverwacht fel, "omdat Van Mook en Indonesië object waren geworden van Nederlandse partij-politiek. Louis Davids In die tijd werd ik Hoofd van de Politieke Voorlichting van de RVD. Ik heb ook nog de NIROM (de Nederlands-Indische Radio Omroep) helpen opzetten. Het radiostation in Batavia heb ik - bijna letterlijk - op de Engelsen moeten veroveren. Er waren wel uitzendingen, maar alleen in het Engels. Het was natuurlijk te gek, dat er zoveel Nederlanders zaten en dat alleen de Engelsen via de radio het woord voerden. Toen hebben we stiekum een Nederlands nieuws programma ingelast, 's morgens om 6 uur al. Dat viel die Engelsen niet op, want die kwamen toch later uit hun bed....Die maakten een copy van de uitzending van Radio Singapore en daar maakten wij ook weer een vertaling van. Maar die Engelsen waren achteraf al lang blij, dat wij wat van hen wilden overnemen, want zij stonden te trappelen om uit dat onbekende Nederlands-lndië te vertrekken en hadden daar eigenlijk ook niks meer te zoeken. Het bleek, dat de discotheek van de oude NIROM nog praktisch geheel intakt was, want daar hadden de Japanners ook niks mee kunnen doen. De man die dat had gecatalogiseerd en alles regelde - een Indonesiër - was er nog steeds bij en had keurig al die jaren z'n werk gedaan. Toen konden we ineens Louis Davids draaien...Maar 't was wel behelpen, hoor, want we draaiden op aggregaten en iedere keer viel zo'n rotding uit. Dan bleek dat we zo ons best hadden gedaan op een uitzending, maar dat niemand ons had gehoord. Ik had volop kontakten met buitenlandse correspondenten, verzorgde radio-commentaren en hield lezingen over literatuur en speelde cabaret. New York Na de eerste Politionele Aktie heb ik een jaar in de Verenigde Staten gezeten, in New York, in het Time s Building aan Rockefeller Plaza. Ik moest de media in Amerika voorzien van informatie over de ontwikkelingen in Nederlands-lndië. Dat was een hectische tijd, waarin veel gebeurde. Ik maakte ook vrijwel elke bespreking mee, die over de "Indonesische kwestie" ging, want als voorlichter ging ik er van uit, dat er niets mocht gebeuren, waar ik niet alles van wist. Met grote waardering en vriendschap", zegt Bert Teunis met plotselinge warmte, "denk ik dan terug aan de samenwerking met twee andere Zeeuwen (pas jaren na Indië heb ik ontdekt dat ze dit waren): dr. P.J. Koets, direkteur van het kabinet van de Lt. Gouveneur-Generaal, daarvoor leraar oude talen in Batavia (Hella Haasse heeft bij hem in de klas gezeten) en daarna hoofdredacteur van Het Parool en wethouder, zelfs loco-burgemeester van Amsterdam en dr. L.M. Jaquet, hoofd voorlichting Binnenlands Bestuur, later o.a. gezant in Rome, auteur van een aantal boeken en artikelen over "de Indonesische kwestie" en leerling van de Middelburgse HBS aan de Sepierstraat in Middelburg. Natuurlijk ging er wel eens wat fout en werd ik ook wel eens op het matje geroepen, maar je zat daarginds zo ver weg van Nederland en je leidde zo je eigen bestaan, dat niemand kon achterhalen of ik die berisping ook echt had gekregen We kwamen er al snel achter, dat ons vroegere standpunt - er 25 jaar voor uittrekken om Indonesië naar onafhankelijkheid te leiden - in de praktijk niet haalbaar was. Het ging allemaal veel sneller. Een volks beweging, een revolutie laat zich niet faseren. Gelukkig kwam de Nederlandse regering daar ook achter, want op een gegeven moment kreeg Van Mook zoals gezegd, wel toestemming om met Soekarno te praten en te onderhandelen. En dat resulteerde - mede dankzij de Engelse bemiddelaars - in de Ronde Tafelconferentie in het Paleis op de Dam in Amsterdam, waar in december 1949 in aanwezigheid van Koningin Juliana de Onafhankelijkheid van Indonesië werd bekrachtigd. Ik was daar ook bij. Op de achtergrond weliswaar, maar ik heb het toch allemaal van dichtbij meegemaakt." Wat nu? Het gesprek zit er bijna op. We lopen door de lange kamers naar de gang. Een laatste vraag nog. Hoe voelde hij zich na de ondertekening? Er wordt even diep nagedacht. "Opgelucht. Dat voelde ik me toen alles eenmaal voorbij was. Maar mij overviel ook meteen de vraag: wat nu? In die tijd was er namelijk geen sprake van begeleidng zoals nu, er stonden geen psychologen klaar om je op te vangen en je te helpen al die belevenissen goed te verwerken. Dat moest je zelf maar zien op te knappen. Maar eerlijk is eerlijk: het is een geweldige periode geweest. Heel leerzaam, op allerlei gebied. Ik heb vee! geleerd over politiek, diplomatie en over mezelf. Ik heb er wel een wat cynische houding van overgehouden. Je hoeft mij niet zoveel te vertellen. Ik heb het allemaal wel ergens een keertje meegemaakt." September 1992. 174

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 8