Over Cornelis de Vos: (1584/5-1651) Foto 2. Cornelis de Vos, David geeft raad aan Salomon, Gistel, privé-collectie, ca. 1630. schilder in de Sint-Lucasgilde opgenomen. Jan volgde hem een jaar later terwijl Paul pas in 1620 gildelid werd, jaar waarin zijn broer Cornelis het dekenschap van de Sint- Lucasgilde waarnam. Ondertussen huwde hun zuster Margaretha (1611) met de stillevenschilder en Rubens medewerker Frans Snijders wat voor de drie broers-schilders ongetwijfeld attractieve professionele contacten mei zich meebracht. Zowel Cornelis als Jan de Vos zouden meermaals met Snijders samenwerken. Jan de Vos was slechts een korte loopbaan beschoren. In 1624 huwde hij met Anna Ullens maar reeds op 7 september 1627 overleed hij. Werken van zijn hand zijn totnogtoe niet bekend maar de samenwerking die uit Hulst werd verbannen en ten laatste in 1568 naar Axel vluchtte. Of het hier gaat om verwanten van de latere schilder is moeilijk uit te maken. Eén zaak is echter opmerkelijk. Voor zover bekend waren er onder de onmiddellijke voorouders van Cornelis de Vos geen schilders te vinden. Dit laatste feit verdient enige aandacht omdat Jan de Vos drie van zijn vier zonen in een schildersatelier zou uitbesteden. Was natuurlijke aanleg hiervan de oorzaak? Of was Jan de Vos bij aankomst in de havenstad onder de indruk geraakt van de intense schildersactiviteit die meestal voor de beoefenaars van het ambacht boven dien nog lucratief bleek te zijn ook? De oudste zoon van Jan de Vos, Adriaen, werd in Antwerpen pasteibakker. Cornelis ging in in 1599 op ongeveer vijftienjarige leeftijd in de leer bij de schilder-vergulder David Remeeus (1559-1626). Zijn broer Jan (of Hans) vervoegde twee jaar later hetzelfde atelier en Paul werd vanaf 1605 bij Remeeus opgeleid. In 1604 had Cornelis de Vos in dit atelier reeds de titel van 'meesterknecht' waarvoor hij bovendien een jaarlijkse vergoeding kreeg. Mogelijk oordeelde hij zelf dat Remeeus hem niet veel meer te leren had aangezien hij in het voorjaar van 1604 bij het Antwerpse stadsbestuur een aanvraag deed tot het bekomen van een reisvergunning voor Frankrijk. Archivalia van latere datum bewijzen dat hij jaarlijks de Parijse handelsmarkt van Saint-Germain bezocht. Men kan veronderstellen dat hij dit ook reeds in 1604 poogde te doen. In 1608 werd Cornelis de Vos als 217

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1993 | | pagina 11