Hulster basiliek luidt de noodklok
werden geheel in de as gelegd. Van
het nieuw gebouwde koor waren de
ramen gesprongen en het strodak
verbrand. Op 3 mei 1481 begon
Herman de Wagemaker uit Antwerpen
met het leggen van fundamenten voor
het nieuwe schip. De pilaren werden in
1487 'gherecht'. Deze werden in
Vilvoorde bewerkt en geheel afgewerkt
naar Hulst gebracht. Zoon Dominicus
volgde vader Herman op. Na
Dominicus kreeg Laureys Keldermans
in 1518 de leiding. Samen met de
Hulster meestermetselaars Willem van
Sassen en Zeger de Coc werden de
werkzaamheden voortgezet.
Omstreeks 1535 werd het werk
opgeleverd. Bij de stadsbrand van
1562 werd ook de kerk getroffen.
Door de beeldenstormers werd in 1566
wel schade in de kerk aangericht, maar
de meeste kerkschatten waren van te
voren in veiligheid gebracht.
Door Spaans kanonvuur was de toren
in 1596 zwaar beschadigd. Na de
reductie van 1645, waarbij Hulst door
Frederik Hendrik veroverd werd, kwam
het gebouw in handen van de
gereformeerden. Na herhaalde
verzoeken aan keizer Napoleon
kregen de katholieken in 1806 de
beschikking over de helft van de kerk.
1 September 1876 werd de toren door
bliksem getroffen, waarbij de
classicistische achtkant uit 1724
verloren ging. Aan architect Cuypers
werd opdracht verleend een nieuwe
toren te ontwerpen. Door de sterk
gegroeide katholieke gemeenschap
werd in 1929 het protestantse
schipgedeelte aangekocht. In de jaren
1931 - 1935 volgden belangrijke
restauratiewerkzaamheden. Ook
werden toen in het schip gewelven
aangebracht om zo meer uniformiteit
binnen het gebouw te krijgen.
Eind 1944 werd de neogotische
torenspits door geallieerd kanonvuur
kapot geschoten. Na de Tweede
Wereldoorlog werd in 1957 een
moderne betonnen torenbekroning
gerealiseerd.
Wat maakt de St. Willibrord
uniek?
Het triforium dat een zelfstandige
positie in de opstand heeft en niet bij
de lichtbeuk is getrokken;
de librairie met 14e eeuws beeldhouw
werk. In deze librairie lagen vroeger de
boeken van de kerk opgeslagen.
Het gebouwtje heeft een spitse
geveltop en vijf rechthoekige vensters.
Inwendig is de librije in twee
verdiepingen verdeeld die door middel
van een wendelsteen (trap) met elkaar
verbonden zijn. De verdiepingen zijn
allebei met een kruisribgewelf
overkluisd. De consoles die de
gewelfribben dragen worden gesierd
door schitterend 14e eeuws
beeldhouwwerk. Het is jammer dat de
librije van Hulst geen andere
bestemming heeft gekregen dan die
van berghok;
het gotische omhoogstrevende
karakter door het naar verhouding
'smalle' middenschip;
Zuidoostelijke topgevel van de
lichtbeuk van het schip in aansluiting
op de toren. Rond de toren zijn de
gevelvlakken boven de daken van
schip, transept en koor altijd nat.
Dit komt door de afwatering van de
spuwers van de toren. De voegwerken
van de gevels en de schuine
muurgedeelten zijn grotendeels
verdwenen. Vijgebomen groeien uit de
muren. Het is niet te hopen dat de
restauratie zo lang op zich laat
wachten dat het (in Hulster dialect
'vijgen na Pasen' worden.
Foto: Bouwkundig Adviesburo De Vaal
1992).
Lengtedoorsnede over het koor.
Een travee wordt gevormd door een
zuilarcade, triforium en een lichtbeuk
met venster. Foto: 2de Deel
mededelingen van de rijksadviseurs
voor de monumenten van
geschiedenis en kunst No. 53).
Dwarsdoorsnede over het schip
voorkerkFoto: 2de Deel
mededelingen van de rijksadviseurs
voor de monumenten van
geschiedenis en kunst No. 53.
232