Redactioneel
JAARGANG 43, NUMMER 6,1993
Het is een traditie dat het Zeeuws
Tijdschrift af en toe een speciaal
nummer wijdt aan een Zeeuwse stad.
Het laatste nummer van deze jaargang
staat geheel in het teken van de
Zeeuws-Vlaamse stad Hulst, ook wel
de Poort tot Vlaanderen en de
sluitsteen van de Tuin van Holland
genoemd. Aan deze twee bijnamen is
de unieke positie van Hulst op de
grens van twee nauw verwante
culturen af te lezen.
De huidige burgemeester van Hulst
mr. A.A.L.G.M. Kessen is, zo blijkt uit
het interview met Gerdi Preger,
doordrongen van die unieke positie
van Hulst en dicht de stad een grote rol
in de grensoverschrijdende contacten
in het kader van de Eurregio
Scheldemond toe. Elders pleitte hij er
zelfs voor het toekomstige bestuur van
die Eurregio in Hulst te vestigen.
In aansluiting hierop zegt de Angry Old
Man in zijn 'Ongenoegen' dat Zeeland
meer de blik op Vlaanderen moet
richten en daarnaast zich niet langer de
stiefmoederlijke behandeling van Den
Haag moet laten welgevallen.
De toekomst van Zeeland ligt volgens
hem in het Zuiden.
In haar artikel over de Cornelis de
Vos bespreekt K. van der Stighelen,
hoofddocent aan de Katholieke
Universiteit van Leuven en
gepromoveerd op een studie over de
portretten van Cornelis de Vos, het
werk van deze schilder. Het onlangs
gerestaureerde doek 'Zicht op de stad
Hulst' van De Vos prijkt op de omslag
van dit nummer. Vervolgens bezingen
drie dichteressen op geheel eigen
wijze Hulst.
In zijn artikel over het nieuwe
Stadskantoor van Hulst, dat op
10 december geopend werd door de
Paul van der Velde
Commissaris van de Koningin in
Zeeland, W.T. van Gelder, gaat
L.C. Ruys in op zijn ontwerp. Hij ziet
het Stadskantoor vooral als een
ontmoetingsplaats voor burgers en
ambtenaren. Hij gaf daar onder meer
vorm aan door een taveerne in het
Stadskantoor op te nemen.
H.W.A. Koch, voormalig directeur
van de inmiddels opgeheven Zeeuwse
Culturele Raad, licht in zijn artikel,
'Verrassing en vanzelfsprekendheid',
het werk van de beeldende
kunstenaars Wies de Bles en Martin
McNamara toe. Zij kregen van de
gemeente Hulst de opdracht een
ruimte in te vullen die door de bouw
van het nieuwe Stadskantoor is
ontstaan.
Terwijl nu eindelijk najaren van
discussie het Stadskantoor er
gekomen is, staat aan de andere kant
van de markt de zeven eeuwen oude
basiliek op instorten. De Hulsterse
stadshistoricus Paul Stockman maakt
duidelijk dat de diverse overheden
onwillig blijven een gedegen
restauratieplan op te stellen. Misschien
ligt het aan de hoge kosten die
voorzichtig geschat 15 miljoen gulden
zullen bedragen. Wellicht kan een
krachtig noodsignaal van de Hulsterse
burgers hun basiliek nog van de
ondergang redden.
Leonard Blussé, als sinoloog en
historicus werkzaam aan de
Rijksuniversiteit van Leiden, is bezig
met het schrijven van een biografie van
Pieter Nuyts die in de zeventiende
eeuw een aantal jaren burgemeester
van Hulst was. In zijn artikel laat Blussé
zien dat de desastreus verlopen
ambtelijke carrière van Nuyts in het
Verre Oosten zijn benoeming tot
burgemeester van Hulst in het geheel
niet in de weg stond.
In zijn bijdrage aan de rubriek
Galerie vertelt Nico Out ons over de rol
die Galerie Esprit in het Zeeuwse
kunstleven speelt. Ook gaat hij in op
het werk van Iris Slock en Petra
Koonstra dat er tot 16 januari 1994 te
zien is. In Signalementen aandacht
voor enkele publicaties met betrekking
tot Hulst.
Met de opdracht die Cornelis de
Vos aan zijn schilderij meegaf zou ik
het redactioneel van dit Hulst-nummer
willen besluiten:"(dat ik dit nummer) uut
liefden ghemaeckt ende ghegeven,
aende stadt tot een eeuwighe
memorie."
209