De Schoone Waardin in gesprek met burgemeester Toine Kessen van Hulst
Burgemeester Kessen als handtekeningjager bij Urbanus. Foto: C. Schelstraete.
heb er notabene mijn vakantie voor
opgeofferd - uit oprechte bezorgdheid
over de bestuurlijke organisatie in
Zeeuws-Vlaanderen in relatie tot de
aan de gang zijn de bestuurlijke
processen. Nooit heeft mij voor ogen
gestaan de 'eerste' met zo'n notitie te
zijn, of het 'wiel' opnieuw uit te willen
vinden.
Van alle collega's is er maar één
geweest, die inhoudelijk heeft
gereageerd en dat was collega Barbe
van Terneuzen. Ook het dagelijks
bestuur van de provincie heeft de
notitie eerst gelezen en toen gezegd:
moeten we daar wel naar toe in
Zeeland. Als die notitie inhoudelijk
wordt afgeschoten, heb ik daar totaal
geen moeite mee. Het was de
bedoeling de discussie weer op gang
te brengen en dat is tenminste gelukt.
Kijk, dit alles heeft natuurlijk een
voor-geschiedenis. Pakweg anderhalf
jaar geleden is er al een discussie
geweest over de gemeentelijke her
indeling. Een aantal gemeententen was
voor een drie-deling van Zeeuws-
Vlaanderen, de andere gemeenten
wilden zelfstandig blijven, maar waren
wel voor een vorm van samenwerking,
want je moet naar grotere eenheden
toe. Toen dacht ik: daar waar men
samenwerking wil, wil ik een voorzet
geven. Wat ik in die notitie
geproduceerd heb, is 'een' model, een
discussiestuk. Niks meer en niks
minder. Ik ben een goed-aardige
Limburger en toen ik al die kritiek over
me heen kreeg, glimlachte ik maar
eens wijselijk en ging verder. Ach, ook
als burgemeester krijg je eelt op je
ziel".
Een heer uit Heer
Toine Kessen werd op 18 maart 1947
geboren in Heer, een plaatsje dat in
1970 aan Maastricht werd toegevoegd.
Zijn vader was burgemeester van
Hoensbroek, moeder deed het
huishouden en werkte mee aan de
sociale verplichtingen en Toine en zijn
twee zussen groeiden op in een - zoals
Kessen het zegt - 'geborgen gezin'.
Vader Kessen was het type van een
'regenteske' burgemeester, die echt
nog naar de ogen werd gekeken,
geliefd en gevreesd tegelijk.
"Nu zeggen de mensen op straat
gewoon 'hoi' tegen je", aldus Kessen,
"ik vind dat prima, hoor, maar dat was
in de tijd van mijn vader in die
omstandigheden ondenkbaar. Mijn
vader leefde echt nog in een wereld
van vrouwen thuis en mannen werken.
Zelfs toen hij afscheid nam en heel
goed wist dat er ook vrouwen bij de
gemeente werkten was de aanhef van
zijn afscheidsspeech: "mijne heren
ambtenaren"En ondanks mijn
aandringen om het te veranderen,
211