De zwaan van Zierikzee In Godes huys. Is 't meeste Kruys. "De godsdienstige ligging van Adrianus Hofferus". Een betoog waarin Hotter door W.J. op 't Hof getypeerd wordt ais een vertegenwoordiger van de zogenaamde Nadere Reformatie. Deze richting in het zeventiende- eeuwse calvinisme is voor Zeeland van buitengewone betekenis geweest en wellicht werkt zij door tot op de jongste dag. Representanten van deze reformatorische beweging, de predikanten Teellinck en Udemans werkten in deze contreien. Het zijn ook de predikanten waar Hoffer familie van was en betrekkingen mee onderhield, zoals blijkt uit onder meer brieven en een opdracht van een werk. De relevantie van de probleemstelling is er mee aangegeven en in de studie blijkt het onderzoek tot nieuwe gegevens en een nadere positionering van de dichter Hoffer te leiden, scherper en tegelijkertijd genuanceerder dan bij Meertens. Op 't Hoff ziet de Nadere Reformatie als een reactiebeweging binnen de zeventiende-eeuwse gereformeerde wereld "die ijverde voor een innerlijke doorleving van de leer" (p. 24). Piëtisme wordt door de schrijver gezien als een onsamen hangende stroming, de Nadere Reformatie als een programmatisch (niet dogmatisch?) onderbouwde actie binnen een hecht netwerk van figuren om zo te komen tot een "allesomvattende heiliging". Interessant, maar voorde belangstellende leek die niet nader tot de reformatie is gekomen wel wat specialistisch en niet vrij van het voor de stroming typerende taalgebruik. Zie ook in de titel "godsdienstige ligging", terwijl het titelblad spreekt van "godsdienstige positie". En dan Hoffer als dichter in die toegankelijke stijl van Strengholt. Een prachtig stuk. Hoffers werk wordt met aandacht en liefde geiezen maar niet onkritisch. De standaardopvatting die in Hoffer een Catsachtige rijmelaar ziet, wijst Strengholt af. Eerder kiest hij voor de vergelijking met de Deventer dichter Revius. Inhoudelijk ziet hij grote overeenkomsten, zij het dat hij Hoffer een minder virtuoos dichter vindt. We volstaan met Strengholts conclusie: "Geen dichterlijk genie - en toch eren we in Adriaen Hoffer een dichter die er naar de normen van zijn tijd zijn mocht, en als zodanig ook erkenning vond. Een man van grote levensernst, wiens wijsheid het nog altijd waard is aandachtig verwerkt te worden", (p. 57) De helft van de 124 pagina's tellende bundel omvat, naast de publikatie van nieuw materiaal, een bloemlezing van de teksten van Hoffer, compleet met de gravures. De gerepro duceerde afbeeldingen uit de poëzie bundel zijn zo aardig omdat ze topografische bijzonderheden van Schouwen en Duiveland uit de eerste decennia van de zeventiende eeuw weergeven. Zo bevat de gravure die afgebeeld staat bij de "Aensprake des Authuers tot sijn Boeck", behalve vijf zwanen rond een gans, op de achter grond de Zierikzeese toren van de Sint Lievensmonsterkerk. Op andere krijgt men een beeld van het zeventiende- eeuwse Oosterland en Ouwerkerk. Hiermee gaat het belang van deze bundel verder dan een verzameling studies: ze geeft een voortreffelijke bloemlezing, een samenhangende serie inleidingen op figuur en werk en situeert dit alles binnen de geschiedenis en de topografie van Zeeland. Dat Hoffer een bescheiden dichter is, doet daar niets aan af. De omslagtekst besluit als volgt: "Zelden zal zo'n rijk geschakeerde bundel over een middelmatige dichter het licht hebben gezien". Het zijn weliswaar de woorden van de uitgever; toch zouden ze ook afkomstig kunnen zijn van een lezer die in de zeventiende-eeuwse literatuur, in Zeeland, in de geschiedenis van de reformatie belang stelt. Of gewoon van iemand die oude gravures uit de omgeving van Zierikzee waardeert. A.J. op 't Hof, L. Strengholt, A. van Strien, H. Uil. Adrianus Hofferus (1589-1644). Drie opstellen over Hofferus' ambtelijke loopbaan, godsdienstige positie en literaire betekenis, alsmede gravures en een bloemlezing uit zijn Nederduytsche Poëmata, Amsterdam 1993. Uitgegeven door de Stichting Neerlandistiek Vrije Universiteit, in samenwerking met de Stichting Studie der Nadere Reformatie. Prijs f. 34.50. ISBN 90-72365-34-8 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 27