Allochtone vrouwen in Zeeland
met vader en moeder mee moesten,
zijn sommigen nooit naar school
geweest. Later een paar wel maar ik
weet niet of ze kunnen lezen en
schrijven. Ook dat je van de ene plaats
naar de andere trok, had daar mee te
maken.
In sommige plaatsen stonden mijn
oudste broer en ik heel vroeg op.
We reden dan op de as van de
boerenkarren mee naar de fabriek in
het dorp verderop. We vroegen dan
aan de mannen hoe laat ze
terugreden. In die tussentijd gingen
mijn broer en ik dan langs de boeren
voor aardappels en stro voor het
paard. Alles ging mee naar huis, we
hielden niets voor onszelf.
Ondanks dat we veel ruzie
maakten, konden we elkaar niet
5 missen. Mijn moeder heeft heel lang
mijn vader meegeholpen. Ze is 82 jaar
geworden, dus was een hele sterke
vrouw. Moeder was ook heel streng,
we mochten meer van pappa.
Toen ik achttien was, was ik heel
erg gek op dansen. Als ik dan aan mijn
moeder vroeg of ik weg mocht, zei ze
vraag het maar aan hem. En dan vroeg
ik het aan pappa en die zei dan vraag
het maar aan haar. Dat is nu in deze
tijd nog steeds zo. Soms ging ik dan
wel eens stiekum. In de verschillende
plaatsen waar we kwamen was het
dan kermis en dan kon je gaan
dansen.
We kwamen nooit twee keer op
dezelfde plek.
Later heeft mijn vader zijn rijbewijs
gehaald en toen kregen we een auto
voor de wagen. Ook werden de kinder
groter dus die trokken de wagen uit.
Ik ben met mijn 19 weggelopen met
mijn eerste man. Zo gaat dat bij ons.
Ik ventte toen met garen en band
en mijn broer ging mee. Mijn man
kende ik nog van vroeger als kind.
Op een gegeven moment zei hij tegen
mijn broer zeg maar dat we niet meer
terugkomen. We zijn toen zo ver gaan
fietsen dat we niet meer terug konden.
We hebben toen bij een boer geslapen
in het hooi. En een ratten dat er zaten.
We hebben de hele nacht opgezeten.
Niet het toppunt van romantiek. Ik was
doodsbang, 's Morgens zijn we weer
op de fiets gestapt naar kennissen,
daar hebben we ook geslapen. Toen
helemaal teruggefietst naar de plaats
waar mijn schoonouders stonden en
die zeiden dat ik terug moest komen
naar mijn vader en moeder. Nou dat
durfde ik niet. Mijn moeder was een
heel lief mens, maar ze was soms een
pittig vrouwke. Dus ik zei tegen mijn
man, ik ga wel alleen, want ik wil niet
dat ze lelijk tegen jou doen. Maar alles
kwam gelukkig toen goed.
Nou toen had mijn vader een
vrachtwagen met een kap erover, die
was voor ons om in te slapen. Vanaf
die dag gingen we voor onszelf venten,
op de fiets.
Dus als je vader en moeder het
goed vonden dat je met een man was
weggelopen en ermee had geslapen
dan was je getrouwd. Later zijn we
echt getrouwd voor de wet. Ik had toen
een echte hoed, verborgen onder mijn
jas. In het stadhuis zette ik hem pas op.
Dat moest 57 jaar geleden nog.
We vroegen eerst aan de pastoor
wat nette kleren. Die kregen we niet,
want we mochten niet bij elkaar wonen.
Het feest vergeet ik nooit. Voor een
gulden kreeg je bij de bakker een bak
koekkruimels en stukken gebak.
We liepen ieder aan een kant van de
straat met zo'n bak kruimels en zo
kwamen we van het stadhuis af.
Bloemen had ik niet, dat was er
toen niet bij.
Ik had een hele goeie lieve man, en
wij kregen ook twaalf kinderen.
Drie daarvan zijn in de oorlog geboren.
We stonden toen in Rotterdam, de
jongste was toen zes weken.
We zijn toen naar Zeeland gevlucht
waar we een hele tijd in een schuur
ondergedoken hebben gezeten.
We hadden nog wel een wagen en
ik bleef gewoon venten bij de boeren.
We hadden nog was handel en die
konden we ruilen tegen eten bij de
boeren. Maar op een gegeven moment
ben je uitgeruild. Gelukkig wist mijn
vader nog wat adresjes in Brabant
waar we handel konden halen.
Mijn eerste kind werd geboren toen
ik 20 was.
Net als bij mijn moeder kwamen de
kinderen heel snel achter elkaar.
Ook wij bleven trekken van de ene
plaats naar de andere, maar we bleven
wel in Zeeland.
Op een gegeven moment ben ik
alleen komen te staan met tien
kinderen (twee waren er overleden),
mijn jongste kind moest nog geboren
worden, ik was zwanger.
Ik moest het alleen klaren van 25
gulden steun. Op mijn fiets trok ik er
dan op uit met achterop een
sinasappelkistje waar mijn kind in lag.
Zo reed ik de hele kust af vanuit
Middelburg om te venten. Ik had daar
mijn vaste klanten. Ik ben er een keer
bijgelapt door een mooie mevrouw die
door zou geven aan sociale zaken dat
ik erbij verdiende. Ik zou genoeg
moeten hebben aan die 25 gulden.
Ik zei, dat moet je doen, krijg je van mij
nog een lekker stukkie zeep toe.
Dus toen ik op sociale zaken kwam
wisten ze ervan. Maar ze hebben er
gelukkig niets mee gedaan.
Later leerde ik mijn tweede man
kennen. Ik vond het zo'n
verantwoordelijkheid voor hem, een
alleenstaande vrouw met tien kinderen,
dat ik wel zes keer met hem ben gaan
aantekenen. Bovendien hadden we
geen van tweeën wat.
Maar hij hielp al vrij snel mee met
het maken van de bloemen waar mijn
dochters mee ventten. Dan hoefden zij
er niet mee de boer op, dat deed hij
voor hen. Toen waren we nog niet
eens bij elkaar.
Ik snap nog steeds niet dat hij dat
gedaan heeft, een vrouw met tien
kinderen opvangen, waarvan er al
zestien, zeventien jaar waren.
Toch zijn we getrouwd, toen ik
veertig was en dat is dus nu alweer
achtendertig jaar geleden.
Samen kregen we nog twee
kinderen, maar hij houdt van de
anderen net zoveel als van zijn eigen
kinderen.
Nu heeft hij zelf ook een kleinkind,
dat vindt hij geweldig.
Vanaf het moment dat we trouwden
zijn we vast in Middelburg gaan staan,
dus trokken we niet meer rond.
Nu staan we alweer zo'n jaar of
twaalf in Vlissingen.
Als ik terugkijk op mijn leven zou ik
toch willen dat we weer mochten
trekken.
Je ontmoet veel meer mensen, je
ziet veel meer. Hier zie je steeds
dezelfde mensen. Zo vaststaan op een
kamp vind ik maar niks. Alleen op een
begrafenis ontmoet je nog oude
kennissen van twintig, vijfentwintig jaar
geleden. Dan is het nog steeds, ha, die
tante Marie. Maar ik ken ze niet meer,
omdat je de kontakten kwijt bent.
Ik kom nergens meer omdat ik zo
slecht ter been ben. Twee kinderen
van mij wonen in een huis, de rest in
een woonwagen.
Gelukkig hebben mijn kinderen het
nu een stuk beter als ik en mijn
moeder hebben gehad.
29