Grepen uit de geschiedenis van de kunst in Zeeland (V) cultureel gewin. Johannes Vermeer, schilder van de harmonieuze stilte, en Anthonie van Leeuwenhoek, ontdekker en onderzoeker van een levende microcosmos, werden er in datzelfde jaar geboren. Een Amsterdamse stadsdoctor, Jan Sysmus, hield een Schildersregister bij, waarin hij de namen van zijn schilderende landgenoten noteerde, gevolgd door een beknopte waar derende opmerking over hun werk: Jan Porcellis, Rotterdam, Zoetjes, treffelyck; Gabriel Metsn, juffertjes: G. Honthorst, Beelde, moy, rijd in karos. Over Van der Ast zegt de doctor: In bloeme, kinkhorentjes en hagedisjes, moy. Het naïef aandoende "kinkhorentjes" moeten we niet zomaar verstaan als schelpjes. Onze zeventiende-eeuwse schilders schilderden bij voorkeur kostbare exemplaren, door zeevaarders meegebracht uit Oost en West, door verzamelaars begeerd en duur betaald, zoals de notenbalk-horen (Voluta messiea Linné uit West-lndië); bisschopsmijter (Mitra episcopalis Linné uit Indonesië), en vele andere met karakteristieke volksnamen als spinnekop, aangebrande murex, tijgerklauw enzovoort. Een andere, vluchtigere, kortstondige hobby was ook voor die van de bijzondere kweekvormen van de tulp, die ontaardde in een windhandel, waarbij vermogens voor fraai benoemde tulpenbollen als de Viseroy - die in 1637 4600,- noteerde - de Zomerschoon, Semper Augustus, Admirael van Enckhuysen, Duck van Tol, Generaal Bol en andere Generalen en Admiraelen. Een krach kon bij deze windhandel, de Tulpomanie, niet uitblijven. In de jaren 40 stortten de prijzen in (8). In de hier afgebeelde Tulp in een glazen karaf (afb. 7) zie ik het 'portret' in olieverf van zo'n destijds begeerde kweekvorm, wit met rose gevlamd, misschien de Generaal der Generalen van Gouda. In verscheidene boeketten van Van der Ast is deze bloem, die als het ware een tongetje uitsteekt, te herkennen. Op het afgebeelde schilderijtje zien we op een afhangend blad een oogbedrieglijk weergegeven waterdruppel, "den hemelschen dauw" volgens Carel van Mander: een geliefd trompe-l'ouil effect bij Ambrosius de Oude en zijn verwanten. Over de waardering van Balthasar van der Asts werk door zijn tijdgenoten is maar wenig bekend. We hebben de prijzende woorden van Jan Sysmus. Twee schilderijtjes van hem - "twee cleyne schilderikens, met ebben lysten, het een een mandeken met fruyten en het ander een mandeken met bloemen door van der Ast gedaen" - worden genoemd in een inventarisatie uit 1632 van bezittingen van Amalia van Solms. Dat deze schilderijtjes aan de wand prijkten van het Stadhouderlijk Kwartier in Den Haag is in ieder geval een bewijs van appreciatie in een elitekring. De bekendheid en hoge schatting van het werk van Balthasar van der Ast - zowel esthetisch als geldelijk - is in onze eeuw eerst na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. In 1932 figureerde een Bloemstuk van hem bij kunsthandel Hoogendijk in een tentoonstelling die Zeldzame meesters uit de zeventiende eeuw was geheten. En de notitie "350 gulden, te duur" in de catalogus van P. de Boers befaamde tentoonstelling uit 1934 door een vlijtige verzamelaarster geschreven bij een Bloemstukje van B. van der Ast is welsprekend. In die dagen verzuimde ook het Museum in Middelburg de kans een of meer stukken van de aldaar geboren Meester te verwerven waarvoor nu tonnen geld worden geboden. Een symptoom van de geringe belangstelling voor Van der Ast in de eerste helft van onze eeuw bleek uit het feit dat de lexica elkaar naschreven: Balthasar van der Ast geboren vóór 1590, overleden na 1660. Uit archief onderzoek bleek me in 1955 dat de geboortedatum ligt tussen 1593 en 1594 en dat hij in de Oude Kerk te Delft begraven is op 19 december 1657. Het is jammer, dat in zijn vaderstad geen enkel werk van hem voorhanden is. De mogelijkheid dit verzuim ongedaan te maken lijkt uitgesloten, gezien de fabelachtige bedragen die nu betaald worden voor een Boeket of een Fruitstuk van Balthasar van der Ast. Noten Voor keuze uit literatuur zie vorig artikel van deze reeks. 1 Hun dochter Maria werd in 1605 te Middelburg gedoopt. Aan haar danken we waardevolle aantekeningen over de Bosschaerts. 2 Afgebeeld in mijn boek The Bosschaert-Dynasty 1960, tweede druk 1980, Plate 37. 3 Bosschaert-Dynasty, Plate 33. 4 Bosschaert-Dynasty, Plate 36. 5 Bosschaert-Dynasty, Plate 35. 6 Bosschaert-Dynasty, Plate 47. 7 Zie hierover: Sam Segal, Hollandse tulpenhandel in de 17de eeuw/De tulp verbeeld, Lisse 1992. 8 Ibidem. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 7