Industrialisatie van de Kanaalzone in de jaren zestig
Industrieterrein van Dow Chemical N.V. Foto: Rico Haak.
door de ontwikkelingskern voorrang te
verlenen bij de aanvraag van
bouwvergunningen.
Terneuzen ontwikkelingskern
Het gemeentebestuur van Terneuzen
ging na de aanwijzing tot ontwik
kelingskern intensief aan de slag met
het zo snel mogelijk in gereedheid
brengen van industrieterrein, zodat
industriëlen op korte termijn hun
plannen konden verwezenlijken. Later
mocht niet worden gezegd dat de
geboden kansen niet waren gegrepen.
De steun aan de industrie ging zelfs zo
ver, dat de overheid tegen haar eigen
plannen in, een uitbreiding van het
Amerikaanse petrochemische bedrijf
Dow Chemical N.V. goedkeurde.
In 1966 wilde Dow haar industrieterrein
met 700 a 800 hectare uitbreiden in
westelijke richting. Het provincie
bestuur was hier tegen, omdat dan een
bestaand en gepland recreatie- en
natuurgebied moest worden opgeofferd.
Het gemeentebestuur van Terneuzen
vreesde bij verdere westelijke
uitbreiding hinderlijke lucht
verontreiniging, mede gezien de
heersende windrichtingen van west en
zuidwest. De overheidsinstanties
wilden dat Dow zich ten oosten van
Terneuzen zou uitbreiden, waartoe
bedrijfssplitsing noodzakelijk was.
Nadat het Economisch Techno
logisch Instituut voor Zeeland had
geconcludeerd dat opsplitsing
bedrijfseconomisch niet mogelijk was,
en voor het vertrek van Dow had
gewaarschuwd als de westelijke
uitbreiding werd verboden, gingen de
overheidsinstanties uiteindelijk toch
accoord met de westelijke uitbreiding.
Het derde en laatste pakket van
maatregelen dat de overheid in de
jaren zestig nam om het industriële
vestigingsklimaat te verbeteren, moest
voor een ruimere arbeidsmarkt zorgen.
Begin jaren zestig beschikte de
kanaalzone over een krappe
arbeidsmarkt. Om de industrie van
voldoende arbeidskrachten te voorzien,
was het noodzakelijk arbeiders van
elders aan te trekken. De overheid
diende daartoe te zorgen voor een
zodanig leefklimaat, dat voldoende
arbeidskrachten bereid waren zich hier
te vestigen. Het gemeentebestuur van
Terneuzen was zich hiervan eind jaren
vijftig al bewust. De gemeente had op
dat moment plannen voor onder
andere een groot sportcomplex, een
bibliotheek en een openlucht
zwembad, maar beschikte niet over
voldoende geldmiddelen. Met de
aanwijzing van Terneuzen als
ontwikkelingskern werd dit probleem
opgelost. Het rijk verleende
ontwikkelingskernen subsidie op
welzijnsvoorzieningen, waardoor
50