Industrialisatie van de Kanaalzone in de jaren zestig
Conclusie
Terneuzen een goed leefklimaat kon
creëren, en voldoende arbeiders
bereid waren zich hier te vestigen.
Die bereidheid nam ook toe als gevolg
van de verhuiskostenvergoeding, die
het rijk verstrekte aan werklozen in
Zeeland die naar een ontwikkelings
kern binnen de provincie verhuisden.
Werknemers die met hun bedrijf naar
een ontwikkelingskern verhuisden
ontvingen ook deze vergoeding.
Werklozen die in een ontwikkelings
kern werk vonden, kregen bovendien
voor ten hoogste een jaar reis- en
pensionkosten vergoed.
Dankzij de overheidsmaatregelen
wilden voldoende arbeidskrachten in
Terneuzen wonen. De overheid moest
daarnaast ook zorgen dat de
woningvoorraad toereikend was om de
arbeiders onderdak te bieden. Sinds de
Tweede Wereldoorlog was de vraag
naar woningen groter dan de
mogelijkheden om daaraan tegemoet
te komen. Het rijk voerde daarom een
woningcontingentering in, waarbij ze
aan iedere provincie een aantal
woningen toewees, afhankelijk van de
bevolkingsontwikkeling in de
desbetreffende provincie. De provincie
verdeelde dit contingent vervolgens
over haar gemeenten.
Begin jaren zestig nam de bevolking
van Zeeland snel toe. Het aantal
woningen dat aan de provincie werd
toegewezen bleef echter gelijk, omdat
dit contingent nog gebaseerd was op
de jaren dat de bevolking nauwelijks
toenam. De gemeente Terneuzen had
nog geluk dat het aanspraak kon
maken op woningen uit het extra
contingent van 2.000 woningen, die
beschikbaar waren gesteld voor
additionele bouw in de ontwikkelings
kernen. Desondanks nam het aantal
woningzoekenden in de gemeente
vanaf 1961 sterk toe.
Het gemeentebestuur van Terneuzen
heeft zich erg ingespannen om het
woningtekort op te lossen. De
gemeente heeft in de periode 1960 tot
1965 ieder stukje grond dat ze voor de
woningbouw kon krijgen opgekocht, en
zo snel mogelijk bouwrijp gemaakt.
De geringe woningtoewijzing bleef
echter het grote probleem. Halverwege
de jaren zestig zorgden arbeidsbespa
rende woningbouwmethoden ervoor
dat de bouwcapaciteit sterk toenam.
Eind 1966 konden daardoor de
contingenteringen voor woningen die
niet geheel van rijkswege werden
gefinancierd worden opgeheven.
Dankzij het vooruitstrevend beleid van
de gemeente Terneuzen ten aanzien
van grondaankopen en bouwrijp
maken van terreinen in voorgaande
jaren, kon de woningbouw in de
gemeente nu onbelemmerd doorgang
vinden. Begin jaren zeventig was het
woningtekort geheel opgeheven.
In het bovenstaande is beschreven
welke maatregelen de overheid in de
jaren zestig heeft genomen om het
industriële vestigingsklimaat in de
kanaalzone te verbeteren. De aanwij
zing van Terneuzen tot ontwikkelings
kern van 1959 tot 1971 heeft
bijgedragen aan een sterke verbetering
van de vestigingsplaatsfactoren voor
de industrie in dit gebied. Daarnaast
heeft vooral het gemeentebestuur van
Terneuzen hieraan een belangrijke
bijdrage aan geleverd. Het is nu de
vraag of de verbetering van het
industriële vestigingsklimaat ook heeft
geleid tot industrialisatie van de
kanaalzone.
In de jaren zestig nam het percen
tage arbeiders dat in de industrie
werkzaam was sterk toe, en voor het
eerst sinds 1929 vestigden zich weer
industrieën met meer dan honderd
werknemers in de kanaalzone.
De industrialisatie kwam na dertig jaar
stilstand weer op gang. Het is echter
niet zeker dat dit is veroorzaakt door
de overheidsmaatregelen. Daartoe zou
de feitelijke industriële ontwikkeling
moeten worden vergeleken met de
ontwikkeling, die geweest zou zijn als
de overheid de maatregelen niet had
genomen. Dit is, uit de aard der zaak
niet mogelijk.
De industrialisatie kan ook het
gevolg zijn geweest van de hoog
conjunctuur uit de jaren zestig.
Basisindustrieën verwierven in deze
periode zeer hoge groeicijfers, en
vestigden zich niet alleen in de
kanaalzone, maar ook in andere
zeehavengebieden aan de Europese
Westkust. De economische groei gaf
verder, via tekorten aan personeel en
uitbreidingsruimte in de Randstad,
aanleiding tot bedrijfsverplaatsing naar
perifeer gelegen gebieden als de
kanaalzone.
Waarschijnlijk is de industrialisatie
van de kanaalzone veroorzaakt door
de combinatie van economische groei
en overheidsmaatregelen. Het feit dat
Dow verklaarde de kanaalzone als
vestigingsplaats gekozen te hebben,
mede op basis van vestigingsfactoren
die de overheid had verbeterd, vormt
een aanwijzing dat de overheidsmaat
regelen een belangrijke rol hebben
gespeeld bij de industrialisatie.
Een andere aanwijzing is dat binnen
de kanaalzone bijna alle industriële
bedrijven zich vestigden in Terneuzen,
waar de meeste maatregelen waren
genomen om het vestigingsklimaat te
verbeteren.
Met enige voorzichtigheid kan
worden geconcludeerd dat de
maatregelen die de overheid in de
jaren zestig heeft genomen om het
vestigingsklimaat in de Zeeuwsch-
Vlaamse kanaalzone te verbeteren,
effectief zijn geweest.
Literatuurlijst
Bartels, C.P.A. en J.J, van Duijn, Regionaal-
economisch beleid in Nederland (Baden en
Delft 1980).
Haak, J.C., Industrialisatie van de Zeeuwsch-
Vlaamse kanaalzone (Scriptie Geschiedenis,
Leiden 1992).
'Kanaalnummer', Provinciale Zeeuwsche Courant
(december 1968).
Rapport over de vraagstukken van het verkeer
van Midden en Oost Zeeuwsch-Vlaanderen met
overig Nederland Stichting voor economisch
onderzoek der universiteit van Amsterdam
(Amsterdam 1955).
51