De Schoone Waardin in gesprek met Helene Koppejan-van Woelderen
Het Wooldhuis
Voorspellende dromen
Hans Christiaan Andersen. Als klein
meisje al had Helene een bijzondere
band met deze schrijver. Ze schreef dit
boek, waar ze zelfs Deens voor leerde,
ter gelegenheid van zijn 100e sterfdag.
Helene Koppejan blijkt een aller
aardigste, wijze dame te zijn, aan wie
het leven niet zonder meer voorbij is
gegaan. De 66 jaren, die ze nu op
deze aardbol heeft doorgebracht, heeft
ze goeddeels gebruikt om inzichten te
krijgen in de levenspatronen van
anderen en van zichzelf, om
vervolgens die inzichten in de vorm
van publicaties ook weer naar buiten te
brengen.
Kwam die belangstelling voor de
'psyche' misschien, doordat ze als kind
vrij eenzaam opgroeide in het
beroemde Wooldhuis aan de
Boulevard in Vlissingen? Ze was het
enige kind van een vader en moeder,
die al bijna 40 en 50 jaar oud waren,
toen zij werd geboren en die
bovendien veelal in beslag werden
genomen door de verplichtingen, die
het burgemeesterambt met zich
meebrengen.
"Ik was als kind bijna altijd onder
volwassenen", herinnert Helene zich,
"want we hadden thuis vaak bijzondere
bijeenkomsten en internationale
ontvangsten. Zo mocht ik ter
gelegenheid van mijn vierde
verjaardag de eerste steen leggen voor
het nieuwe burgemeestershuis, het
Wooldhuis, een ontwerp van de
Haagse architect Dirk Roosenburg.
Mijn ouders hadden namelijk een
aanzienlijk geldbedrag geërfd en een
groot deel van dat geld werd gebruikt
om Vlissingen te verfraaiien en de
lokale werkgelegenheid te stimuleren.
Zo werd niet alleen dit Wooldhuis
gebouwd, maar kwam er ook een
wandelpier met restaurant. De pier
werd in de oorlog verwoest en het
Wooldhuis werd door de Duitsers
geconfisceerd. Gelukkig bestaat het
huis nog, maar mijn hart zou breken,
als het oorspronkelijke ontwerp geweld
zou worden aangedaan. Ik hoor over
plannen om de buitenzijde intact te
laten, maar aan de binnenkant
appartementen te bouwen. Vreselijk",
gruwt Helene, "want binnen- en
buitenkant horen immers bij elkaar!
Een hotel of conferentie-oord zou in
mijn ogen nog wel kunnen, als het
geheel maar niet teveel uit z'n verband
wordt gerukt.
Het huis was echt "op de zee"
gebouwd. Prachtige grote ramen,
uitkijkend op zee, met bovenpanelen
uit glas-in-lood met afbeeldingen van
zeevogels. Er was een ronde eetkamer
met boven een ronde studeerkamer
met uitzicht over heel Walcheren.
En dan het boudoir van mijn moeder
met een door Rie Cramer
handbeschilderd bloemenplafond.
Schitterend gewoon! De tuin werd
aangelegd door de beroemde Mien
Ruysch, maar had helaas veel te lijden
van de altijd waaiende zeewind".
Helene bezocht de lagere school van
de Vlissingse Schoolvereniging ("ik
vond het heerlijk om naar school te
gaan en samen met de andere
kinderen aan het strand te spelen"),
was aktief bij de padvinderij en in '39
werd ze leerling aan het stedelijk
gymnasium in Middelburg. Ook was ze
lid van de Middelburgsche Mixed
Hockeyclub en speelde zelfs in die
woelige oorlogsjaren nog competitie
wedstrijden.
"Toen ik een jaar of 9 a 10 was",
herinnert Helene zich, "had ik vaak last
van nachtmerries. Zo droomde ik een
keer, dat heel Middelburg in brand
stond, dat er allerlei mensen in ons
huis kwamen, die daar niets te maken
hadden en dat het dak van ons huis
kapot werd geschoten. Ik woonde toen
gewoon in het Wooldhuis in Vlissingen
en er was toen nog niets, dat een
dergelijke akelige droom zou kunnen
rechtvaardigen. Mijn ouders waren
behoorlijk ongerust over die droom,
vooral omdat ik er zo nerveus van
werd en mijn vader wilde eigenlijk dat
ik naar een kinderpsychiater zou gaan.
Dat is gelukkig niet gebeurd en later
bleek dus - toen de oorlog uitbrak - dat
ik een soort voorspellende droom had
gehad, omdat precies gebeurde, wat ik
al had gedroomd. Ik heb wel vaker dit
soort dromen gehad. En als zo'n
droom werkelijkheid werd - zoals die
van de brand van Middelburg - kwam
er een soort rust over me: het was dus
Het Wooldhuis op de Boulevard van Vlissingen met daarachter tennisbanen en
het Walcherse land. Het huis werd gebouwd door de Haagse architect
Dirk Roosenburg. Vanuit de studeerkamer op de eerste verdieping was bij
helder weer heel Walcheren te zien.
53