Grepen uit de geschiedenis van de schilderkunst in Zeeland (VI) \braham Bosschaert, Boeket in een bolle glazen vaas, paneel 56 x 45 cm, lemerkt A. Bosschaert; Slatter Gallery, Londen 1957. is geweest van Balthasar ven der Ast. Het oeuvre van Ambrosius de Jonge is uitgebreider en gevarieerder Jan dat van zijn broers. De kleine ormaten (minder dan 1 /4 dm2) zijn wel in de meerderheid, maar daarnaast zijn er van 80 bij 110 en 145 bij 105 cm. Onder het verlevendigend bijwerk reffen we, behalve kevers, hagedis, oad, uitgevallen bloemen en bloem- ilaadjes, vruchten, waterdruppels, chelpen, rupsen, vlinders, sprinkhaan, uisjesslak, waterjuffer, wesp, vooral ook vliegen aan. Bijna altijd is er een bezige bromvlieg, zoekend of zuigend met de kop omlaaggericht. In dezelfde houding zien we ze ook wel op een boeketje van de vader. Bij Ambrosius de Jonge konden ze bijna gelden als zijn signatuur, hij kon de Meester met de vlieg heten. Eenmaal vinden we ook een paar papegaaien en een andermaal een aap op een stilleven van de jonge Ambrosius (aap en papegaai komen ook bij zijn oom en leermeester Balthasar van der Ast voor). Het lijkt mij ondenkbaar dat bij de bloemstukken van de Bosschaert Dynastie met hun duidelijk natuurwetenschappelijk element achter iedere bloem een symbolische intentie lag. Wel begaf Ambrosius de Jonge zich in enkele stillevens van andere aard bewust en nadrukkelijk op symbolisch terrein. Met een vanitas- schilderij, een stuk van 100 bij 134 cm. Het stelt een stilleven voor, opgesteld op een tafel die met een groen kleed is bedekt. Een vaas met bloemen is hier als geheel een symbool van vergankelijkheid, ijdelheid en kortstondigheid te midden van andere als folianten, gezegelde documenten, een globe, kostbaar gouden en zilveren vaatwerk, een nautilusschelp, een gebroken wijnroemer en een oblong muziekboek. Naast de tafel staat een gebaarde Utrechtse grijsaard in de trant van Bloemaert en Ter Brugghen, die, hemelwaarts opziende, naar de symbolen wijst. De vermaning, in dit schilderij verbeeld, wordt daarenboven verwoord door het opschrift dat in grote, duidelijke letters is aangebracht op een van de gezegelde papieren: "Tis Al Idelheyt Hoewel de stilleven-elementen hier bekwaam geschilderd zijn is het schilderij als geheel esthetisch niet gelijkwaardig aan Ambrosius' bloemstukken. Een tweede vanitas-schilderij van de jongere Ambrosius: een Siegburger wijnkruik, staande op een tafel, met een metalen schotel met vruchten, een gevulde wijnroemer op een beker schroef is een voorbeeld van verscholen symbolisme, door Ingvar Bergström op scherpzinnige wijze ontsluierd. Nog een ongewone verschijning in het totale oeuvre van de Bosschaert Dynastie is Ambrosius' schilderijtje van de Dode kikvors (afb. 6). Op dit beklemmend macabere schilderijtje, een eenling in het oeuvre van Ambrosius de Jonge, ligt een dode kikvors ruggelings uitgestrekt, omgeven door vier blauwzwarte bromvliegen (afb. 6). Het inspireerde een Nederlands literator, Bordewijk tot een van de treffendste schilderijen beschrijvingen die ooit geschreven zijn: "Op Bosschaerts dooden kikvorsch". Jacob Marcellus nam het gegeven over en wendde de dode kikvors zonder dralen aan in een bloemstuk van 1634, "waar het eer afstodend dan 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 29