Redactioneel bijdrage uit zijn serie 'Grepen uit de geschiedenis van de schilderkunst in Zeeland', dat handelt over de zonen van Ambrosius Bosschaert. Er liggen nog vier artikelen van Bol op de plank en er bestaan plannen om deze met de reeds eerder gepubliceerde in een boek te bundelen als bescheiden erezuil voor de ontdekker van de 'Kleine Meesters' van Zeeland. Berichten in Blauw De directeur van het Museum Meermanno Westreenianum, Museum van het Boek in Den Haag, Ton Brandenbarg, opende begin dit jaar de tentoonstelling van het werk van Tien Heestermans in de Bewaerschole in Haamstede. Als voornaamste inspiratiebron wijst Brandenbarg naast Zeeland de auteurs Yourcenar, Marquez, Rimbaud en Ed Leeflang aan. In tegenstelling tot Brandenbarg vind ik de schilderijen van Heestermans pulserende boodschap pen die ons naar de lyrische ruimte buiten de loden begrenzingen van de doeken brengen. Het is weer een typisch Zeeuws werk dat me deed denken aan de foto op de omslag van het eerste nummer van de vorige jaargang van het Zeeuws Tijdschrift. Nico Out gaat in zijn bijdrage, 'Natuur objectief bekeken', in op het werk van Ronald Mullie. Deze bijdrage had eigenlijk in het vorige nummer moeten staan maar door een nurkse fax ontving ik het artikel van Nico uit Berlijn niet. Zo gauw iemand anders vinden die met verve over de beeldende kunst in Zeeland schrijft is vrij moeilijk of het moet de dubbelganger van Out zijn. Mullié probeert het subjectieve zoveel mogelijk uit zijn werk te filteren in zijn poging de natuur inzichtelijk te maken. Of hij daarmee een discussie over de verhouding mens-natuur probeert uit te lokken, zoals Out beweert, lijkt mij wel wat ver gezocht. Opgedoken herinnering aan de ramp. Foto: Vortex. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 4