Grepen uit de geschiedenis van de schilderkunst in Zeeland (VII) Laurens J. Bol Christoffel van den Berghe: 1590 - na 1642 Bloemen en landschap Na het vertrek van Ambrosius Bosschaert de Oude en zijn zwager Balthasar van der Ast bleef Middelburg niet zonder bloemenschilder. Daar was Christoffel van den Berghe als hun bekwame opvolger. Hij had er reden van bestaan, de belangstelling voor "aerd-gewas van verre stranden en bloemen" duurde voort in de Zeeuwse hoofdstad die binnen haar wallen grote liefhebbers-hoven omsloot. Jacob Cats beschrijft er zo een, van Hortensia del Prado f1627), gehuwd met ridder Pieter Courten (1581 -1630)1 die in de Lange Noordstraat omstreeks 1613 het "Grote Huis" hadden laten bouwen, waarvan de tuin, "een wout, een open velt, te midden van de stadt", grensde aan die van Cats: "Daer heeftse menich fruyt uyt alle vreemde landen, Daer menich aerd-gewas van alle vreemde landen, Daer bloemen sonder naem, Daer speelt het geestich nat met hondert water-sprongen, Daer teelt de gulle visch, de herten krijgen jongen."2 In een van die Middelburgse tuinen kan Christoffel van den Berghe de Oostindische kers gezien hebben (zie afb. 1) die als sierplant uit Peru was ingevoerd en in die tijd Indiaenische kersse genoemd werd. Hij is de enige Noordnederlandse schilder uit het eerste derde van de 17e eeuw die in zijn boeketten deze bloem afbeeldt3 en wel een soort die bij ons uit de cultuur is geraakt, de Kleine Oostindische kers (Tropacolum minus L)4. In de lexica wordt deze Middelburgse Meester slechts summier vermeld, als zo velen van zijn gewestgenoten; één schilderij, een bloemstuk, wordt er genoemd. Door onwetendheid en/of oneerlijkheid van latere geslachten werd menig Zeeuws schilder van zijn oeuvre beroofd. Hun werken zijn aan anderen toegekend, hetzij door misvatting of misleiding5. "Die grossen Namen pflegen im Laufe der Zeit die Kleinen aufzufressen." Het opsporen van dergelijke vergissingen en vergrijpen Christoffel van den Berghe, Bloemglas in stenen nis (1617); koper 37,5 x 29 cm, voluit gemerkt. geeft dubbele voldoening: herstel in eer en rechten voor de beroofde schilder en bevrijding van opgedrongen adoptie voor de "begunstigde" die deze ondergeschoven kinderen wel niet op prijs zou stellen. Ook in het oeuvre van Chistoffel van den Berghe vielen slachtoffers van het grote namen- fetisjisme. In een Boeket en in een Landschapje van zijn hand (waarover later meer) werd zijn signatuur vervalst. In een ovaal Bloemstukje, Boeketje in een bekerglas (op koper, 25 x 19 cm, oorspronkelijk gemonogrammeerd CVB, afb. 2) werd het monogram vervalst tot JB, waarmee men wilde doen geloven aan Jan (de Fluwelen) Brueghel, met wie dit Boeketje niets uitstaande heeft. Voor Christoffel van den Berghe kan op grond van archivalische, florale en stijlkritische gegevens een aanvang 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 14