van provincie en rijk. Reden te meer voor een goed gesprek. Het moet gaan o.er nieuwe muziek. Nergens anders over, wars als hij is van overdreven aan dacht voor zijn persoon. Het wordt een persoonlijk gesprek, serieus maar nooit zander ironie, over het onbegrip, de weerstand, de strijd en de liefde voor avon tuur. "I ieuwe muziek is altijd anders. Elke plaat, elk concert. Het is net als bij jazz, als ze gaan improviseren, gebeurt er wat, ontstaat er iets nieuws. Dat boeit me mateloos. Het avontuur, daar is het mij om te doen, nog steeds. Ik denk dat ik tot op de dag van vandaag gezien wordt als een raar iemand, die vreselijke dingen doet in die Kloveniersdoelen. Zelfs affiches hangen tegen die K'oveniersdoelen is al vreselijk voor veel mensen, laat staan dat ze nog eens nieuwe muziek horen in zo'n oud gebouw. Dat vinden ze toch heel vreemd. En ais het dan nog eens op straat gebeurt, zoals in de jaren zeventig, in de wijken, dan werd je uitgefloten en weggeblazen. Het is ook heel moeilijke materie, dat weet ik best. Je moet leren luisteren naar n'euwe muziek. Maar daar is bijna geen gelegenheid voor. Je hoort het zelden, ar radio doet er heel weinig aan en de muziekscholen doen er nog minder aan dus je wordt er niet mee opgevoed. Als je van kinds af aan daar meer mee in aanraking zou komen dan zou het heel anders gaan, als muzikanten het zouden moeten spelen. Het is me een raadsel waarom ze het niet doen, ik heb het jarenlang geprobeerd in te voeren, voorbeelden stellen of naar de muziekscho len toe gaan, maar het stuit altijd op weer- siand. Het ligt zover af van Chopin en Bach waar mensen 24 uur mee om hun oren wor den gesmeten. Als je meer Xenakis zou horen, dan zou het wel komen op den duur. h it is een kwestie van heel vaak beluisteren e het geduld hebben om daar thema 's in t< ontdekken. En als je eens een keer de kans grijpt om naar repetities te gaan en de muzikanten zelf ook daarmee ziet ploete ren, dan ga je er iets van begrijpen. Je hebt hier natuurlijk toch een conservatief volkje dat niet begrijpt waar je mee bezig bont. En dan bedoel ik de overheid, het schoolonderwijs, al die bewegingen die moeten zorgen dat je publiek binnen- k ijgt of dat je geld krijgt. Dat zijn toch heel wat mensen en als dat stremt en als die andere krachten toch sterker zijn, dan gaat het cultuurgeld richting klas sieke muziek of richting toneel of wat dan ook. J moet het geld anders durven verdelen, je moet durven zeggen: Stockhausen h oeft de toekomst dus we houden op met het onderwijs in Mozart of Chopin dat g ooien we aan de kant en we beginnen met de pianomethodes die vandaag de oog geschreven zijn. Als je die weg inslaat dan kom je ergens en dan kom je ook wel weer terug bij Mozart, die geschiedenis kan je niet loslaten, maar in zo'n g-ote mate is het niet nodig. Een beetje revolutie inderdaad, nog steeds. De Actie Tomaat beginjaren zeventig was zo'n voorbeeld. Dat zette de kunstenwe- r ld op z'n kop. Toen zei men: 'Het concertgebouw moet weg want zo komen we niet verder!' Dat gebeurde natuurlijk niet, maar er werden wel fondsen gecreëerd om de nieuwe muziek tot leven te brengen. Louis Andriessen, Mischa John Cage. Foto: W. Riemens 1 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 11